zaterdag 31 december 2016

De laatste dag van het jaar 2016.

Veel te veel boodschappen.
Het is altijd een beetje een lastige dag, die laatste dag van het jaar. Eigenlijk kruip ik liefst in een hoekje om het hele jaar eens rustig te overdenken. Maar er moet van alles gebeuren, om te beginnen halen manlief en ik wat boodschappen in een winkel vol mensen die hun karretje volladen met heel veel lekkers. Ik vrees dat het meeste van al dat spul binnenkort in de afvalbak verdwijnt. Maar ja, een mens moet wel voldoende in huis hebben met de feestdagen. Zelf trap ik er ook elke keer weer in. Deze keer kwamen alle kinderen en kleinkinderen met de kerstdagen, dus had ik voor een weeshuis ingeslagen. Er was zoveel over dat er nu eigenlijk niets meer gekocht hoeft te worden. En wat ik nu overhoud, kan weer doorgeschoven worden naar een verjaardag op heel korte termijn.

Foute oliebollenmix.
Ik neem wel weer een pak oliebollenmix mee. Tot mijn frustratie zijn de oude vertrouwde pakken dit jaar niet meer verkrijgbaar, zodat ik een pak meeneem met mix, vulling en poedersuiker. Het spul hoeft niet meer te rijzen, je moet het alleen maar drie minuten laten staan en dan kun je al met bakken beginnen. Wat ik vreesde komt helaas uit: de oliebollen zijn niet te pruimen ondanks dat ze mooi rond zijn geworden. Met de oude mix bakte ik altijd wanstaltige gedrochten die heerlijk smaakten. Ik weet wel waar mijn voorkeur naar uit gaat. Dit jaar konden de bollen dus wel eens in de afvalbak verdwijnen. Volgend jaar moet ik maar eens op zoek naar een oud recept van mijn opa met echte bakkersgist als ingrediënt.


Hachee rond de jaarwisseling.
Manlief wordt heel gelukkig van een pannetje hachee. Ik maak de laatste jaren op oudejaarsdag een pan hachee om het jaar goed af te sluiten, of om het nieuwe jaar goed te beginnen. Dat hangt er maar van af wanneer je zo’n pannetje leeg eet. Op dit moment staat het pannetje op het vuur te pruttelen. Het ruikt in ieder geval weer lekker in huis.


Eindbalans.
Als je al je bezigheden afgerond hebt, dan wordt het tijd om toch eens even rustig te gaan zitten en de balans op te maken over het afgelopen jaar. Het was een heftig jaar. Op het grote wereldtoneel is alles anders geworden. Er is een tijd geweest, dat ik dacht dat het leven in vrijheid en welvaart altijd wel zou blijven, maar nu weet ik dat niet meer zo zeker. De dreiging van oorlog, milieurampen en ziektes worden groter en het lijkt wel of het ondanks alle waarschuwingen niet te stoppen is.
Op ons kleine familietoneel heeft zich ook heel wat afgespeeld. Er zijn vier kinderen verhuisd, één kind is gescheiden, één kind heeft het te zwaar gekregen met haar werk. Zowel bij manlief en bij mij is een ziekte vastgesteld. Bij mij een chronische, maar bij manlief een kwaadaardige, zodat we het nieuwe jaar met de nodige spanning tegemoet gaan.
Toch somberen we niet te veel. Een heel mooi lichtpuntje in het nieuwe jaar is het kleine mensje dat zijn/haar komst heeft aangekondigd, echt iets om naar uit te kijken. Alle kinderen en partners hebben inmiddels bevredigend werk gevonden en ook daar kun je niet blij genoeg om zijn. Positief is ook, dat de ziekte van manlief goed te behandelen is. En wat een zegen is het, dat we zo’n fijne familie hebben, dat we een warm dak boven ons hoofd hebben en voldoende eten, drinken en kleding.
Mijn eindconclusie is ook dit jaar weer dat we gezegende mensen zijn. Heel ons leven is in handen van de God van hemel en aarde. Daar is het veilig.




woensdag 30 november 2016

Kringloopgeluk.

Ons huis lag er drie maanden geleden nog net zo bij als toen ons laatste kind de deur achter zich dicht trok en dat is bijna vijf jaar geleden. De badkamer is nu verbouwd en prachtig geworden, hoewel ik me er nog steeds een beetje te gast voel in al die nieuwigheid. Maar dat zal vast wel wennen.

Vlak voor de badkamerverbouwing hadden we onze slaapkamer ook helemaal ontmanteld. Het was wel nodig ook. Doordat we ooit met zoveel mensen in één huis woonden, was er heel veel spul van onszelf in onze grote slaapkamer gestouwd. Eén muur was helemaal gevuld met boekenplanken aan een ophangsysteem. Om het stevig te maken had manlief toch al gauw zo'n dertig schroeven in de muur geboord. De planken stonden vol met lesboeken en opbergdozen. Na zijn pensionering zijn de boeken beetje bij beetje verdwenen. Bovendien had hij een eigen werkkamer in gebruik genomen. Zodoende keken we, als we wakker waren, tegen een muur aan met allemaal lege planken. Dit voorjaar kon Mientje, die nu opbergruimte nodig heeft, de planken prima gebruiken. En keken wij plotseling tegen een lege muur aan waarin allemaal pluggen zichtbaar waren. Het zag er ineens niet meer uit met op het behang duidelijk de sporen van dood gemepte muggen en poepende spinnen. 

Laminaat, behang en verf hebben we op een verloren middag uitgezocht. Voor het eerst in ons leven waagden we ons aan behang met een patroon. Het was een hele klus om dat er goed op te lijmen, maar het eindresultaat mocht er zijn. Ik ben er in ieder geval best wel trots op. We slapen nu tussen het riet. Als dat niet rustgevend is ...

Gordijnen erbij kiezen was ook prima te doen. Al moet ik iedereen aanraden niet naar de Kwantum te gaan. Ik had voor het eerst van mijn leven besloten om de gordijnen te laten naaien.De computer moest het aantal banen uitrekenen en op een breedte van 230 cm. kwam het intelligente apparaat uit op vier banen (=580 cm. breed). Ter plekke besloot ik om de gordijnen zelf maar weer te gaan naaien, want zo'n onzin had ik nog nooit gehoord. Dus ik heb 3 banen stof besteld en moest daar 3 weken op wachten, want het moest elders geknipt worden. Dat schijnt tegenwoordig te moeilijk te zijn om in de winkel te doen. Bij aflevering bleek ik 20 cm. extra te hebben gekregen. Leuk, ware het niet dat er op 40 cm. van het eind een baldadige knip midden in de stof zat. 
Enfin, de gordijnen hangen nu naar tevredenheid en bij de Kwantum bestel ik geen gordijnen meer.

Hierna komt het op de meubilering aan. Ons grenen bed onder het wuivende riet kan nog jaren mee. Het ladekastje ernaast, van manlief, kan echt niet meer in zo'n nieuwe slaapkamer. Maar hij vindt het niet nodig om goede spullen weg te doen. Gelukkig heeft kleindochter Tis nog een kastje nodig.
Op een vrijdag, als de vloer uit onze badcel gejekkerd wordt en de herrie binnen niet om te harden is, heb ik manlief liefjes voorgesteld om eens mee naar IKEA te gaan. Normaal weigert hij zo'n oneerbaar voorstel resoluut, maar nu is ie er warempel voor te porren. IKEA heeft een slaapkamerserie (Hemnes) die ik wel aardig vindt. Het lijkt me leuk, twee zwarte nachtkastjes en een bijpassende spiegel. Maar in de winkel valt dat toch wat tegen. We bekijken het eens en ik denk bij mezelf: 'mmm, in het rood vind ik zo'n kastje heel wat mooier, maar hoe past dat nou weer bij ons bed'. Manlief heeft dezelfde gedachte want hij spreekt hardop uit wat ik denk. We kijken elkaar eens aan. Wel, we doen het. Ook de spiegel, alleen in het zwart verkrijgbaar, valt tegen. Plotseling valt mijn oog op een ovaal smeedijzeren geval, heel groot en met krullen aan de rand. Verdraaid, dat is een leuke. Laten we eens gek doen. Zo komen we thuis met steenrode nachtkastjes en een zwarte, smeedijzeren spiegel. 



Het resultaat valt niet tegen. De spiegel hangt een beetje in de hoek naast het stopcontact. Maar helemaal af is het nog niet. Want waar laat je je kam e.d. en waar leg je je scheerapparaat te laden. Op internet is geen leuke oplossing te vinden. Dan de kringloop maar, maar in eerste instantie zien we daar ook niets. Ik weet niet precies wat ik zoek. Tot er een mooi rond houten tafeltje staat op smeedijzeren pootjes. Dat is het! Het kost € 3,75 en een potje zwarte lak om er een nieuw tafeltje van te maken. 
Voor de kammen en borstels wil ik een mooie glazen pot in recycle-glas dat een beetje groenig is, past mooi bij het wuivende riet. Maar die heb ik nog niet gevonden. Wel ligt er in de kringloop een wit oma-kleedje dat prachtig op het tafeltje past. Zo'n mooie slaapkamer hebben we nog nooit gehad. 
Voor de 'finishing touch' moet je gewoon naar de kringloop gaan. 
Nu moeten we ons nog bezighouden met iets voor aan de muur.




dinsdag 15 november 2016

Kiezen.

Amerika heeft gekozen. Wie wil je dat je president wordt: een macho schuinsmarcheerder die overal mee weg komt of een overjarige, liberale feministe die door haar glazen plafond heen probeert te breken. Wat ben ik blij dat ik daar niet woon, want het was een onmogelijke keuze. Zorgen maak ik me wel over hoe de wereld er over een paar jaar uit zal zien. Het is er nu al zo onherbergzaam voor veel mensen.


Zondagochtend was er een jonge vrouw die ook heeft gekozen, niet voor Donald of Hillary, maar voor God. In een heel bijzondere kerkdienst werd ze gedoopt. Na haar doop vertelde ze heel eenvoudig haar verhaal. Over hoe moeilijk het was om altijd te leven met het gevoel tekort te schieten. Over hoe ze tien jaar geleden iets gewaar werd van God toen een jong, dierbaar familielid werd begraven. Er was daar geen wanhopig verdriet, maar de hoop op een weerzien, later, bij God. Toen begon haar zoektocht en begon ook de genezing van de leegte en onmacht in haar hart. Het was geen gemakkelijke weg. Maar gaandeweg ontdekte ze steeds meer van Gods liefde voor mensen, ook voor haar en wist ze; zonder Hem wil ik niet meer leven. Haar verhaal ontroerde iedereen: een jonge vrouw die tegen de heersende mores in kiest voor een leven met God …                                                                                                     
Zolang zulke dingen gebeuren hoef ik me niet al te veel zorgen te maken over de presidenten van deze wereld. Uiteindelijk is het de Grote Baas daarboven die alle touwtjes in handen heeft.


Dit lied werd zondagochtend gezongen en is geïnspireerd op een verhaal uit de Bijbel over Petrus, volgeling van Jezus.

Mattheus 14 vers 22-31
... Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd. Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar helemaal alleen. De boot was intussen al vele stadiën van de vaste wal verwijderd en werd als gevolg van de tegenwind, door de golven geteisterd. Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen toe, lopend over het meer. Toen de leerlingen hem over het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: "Een spook!" en schreeuwden het uit. Meteen sprak Jezus hen aan: "Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!" Petrus antwoordde: "Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen." Hij zei: "Kom!" Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken en schreeuwde het uit: : Heer, redt me!" Meteen strekte Jezus zijn hand uit, hij greep hem vast en zei: "Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?" ....

donderdag 10 november 2016

Nog eens over plastic tasjes.

Voordat er een verbod kwam op de gratis plastic tasjes, werd alles wat je kocht erin verpakt en had je een overvloed van die gevallen. In veel winkels was je zelfs verplicht om de tasjes te accepteren, dan konden ze zien dat je betaald had voor je spullen. Hoe zouden ze dat trouwens nu weten?

Ondertussen hadden we thuis een flinke voorraad tasjes. Iemand kwam op het creatieve idee om de tasjes in een lange reep te knippen en ermee te breien of haken. Er zijn duurzame en sterke tassen van gehaakt waarmee je dan weer je boodschappen gaat kopen. Het ziet er bovendien ook nog leuk uit, over hergebruik gesproken. Dus mocht iemand nog veel tasjes in huis hebben, dit is een leuke bestemming voor de overtollige tasjes.
Op internet laten diverse blogs zien hoe je eenvoudig een lange draad knipt van een tasje, deze bijvoorbeeld:


Ikzelf gebruikte de tasjes om het plastic afval in te verzamelen dat naar de milieustraat moest. Dan hoefde je daarvoor geen nieuwe plastic zakken te gebruiken. Bij de huidige schaarste maak ik gebruik van lege broodzakken e.d. Soms fiets ik met een tas vol gevulde plastic brood- en appelzakken naar de afvalcontainer. Volgend jaar wordt het allemaal weer anders; dan gaat het plastic in de grijze container thuis en moeten we met ons restafval naar de milieustraat. Over omdenken gesproken …

In de krant lees ik van een supermarkt die zoveel mogelijk zonder verpakkingsmaterialen werkt. Daar krijg je je brood dus weer zo mee. Dat doet me aan vroeger denken. De bakker, de groenteboer, de melkboer en de kaasboer kwamen allemaal gewoon aan de deur. Mijn ma droeg een schort met voorop een grote zak waarin haar portemonnee verstopt zat. 's Morgens ging regelmatig de bel. De broden werden bloot van de bakker gekocht en in de broodtrommel gestopt. De groente werd op de kar afgewogen en in een mand gedaan. De melk kocht mijn ma in glazen flessen die de volgende dag weer mee terug werden gegeven. Andere mensen lieten rauwe melk in een kannetje scheppen. De melkboer had hiervoor een grote melkkan bij zich met een opscheplepel op maat. Verpakkingsmaterialen kwamen er niet aan te pas.



Willen we echt duurzaam doen, dan moeten we weer naar die situatie terug. Maar dat betekent in deze tijd dat je allerlei potten, flessen, lappen en katoenen tasjes meeneemt naar de supermarkt, de leveranciers komen niet aan de deur. 
Op dit moment zie ik dat nog niet echt zitten. Wel heb ik tijdje geleden een lap gekocht waarin je je broodje verpakt als je op pad gaat. Ik ben serieus van plan om dat geval te gaan gebruiken. Het begin is er dus met mijn stoffen tasjes en mijn lunch-wrap.

lunch-wrap, onder andere te koop bij 'Waar'

Plastic tasjes.

Elke vrouw herkent dit wel: je gaat voor je dagelijkse boodschappen naar de supermarkt. Onderweg besluit je om ook even een andere winkel binnen stappen, een kledingwinkel bijvoorbeeld. Want het is koud buiten en je bedenkt dat je nu echt een nieuwe, warme trui nodig hebt. Er hangt er een mooi exemplaar dat past en ook nog eens goed staat. Vervolgens sta je bij de kassa met de nieuw verworven aanwinst in de ene hand en de boodschappentassen in de andere hand. Dan vraagt de verkoopster: “Wilt u een tasje?” 

’Oeps’, denk ik in zo'n geval, ‘dat heb ik niet meegenomen.’ Nu gaat het me niet om de 10 cent die je voor een plastic tasje moet neertellen.  Ik ben een groot voorstander van het verminderen van de plastic afvalberg en vind het daarom prima dat we iets voor een plastic tasje moeten betalen. Maar als ik elke keer weer een plastic tasje koop, vermindert die afvalberg niet. Ik kan mijn nieuw verworven kledingstuk natuurlijk ook in de smoezelige boodschappentas mikken. Maar daar gaan straks vochtige pakken melk en vleesverpakkingen bovenop. Ik denk niet dat het nieuwe kledingstuk dan erg fris zal blijven.

Je moet dus een plastic tasje van thuis meenemen, maar de plastic-tasjes-voorraad in de voorraadkast is inmiddels heel klein geworden. Een landelijk bekend warenhuis heeft op haar één-euro-stelling regelmatig opvouwbare tasjes in een hoesje. Het zijn heel handige gevallen, ware het niet, dat de stiksels waarmee de tasjes in elkaar gezet zijn heel beroerd van kwaliteit zijn. Een nieuw kledingstuk erin verpakken lukt wel, maar doe je je zwaardere aankopen in zo'n tasje, dan begeven de naden van het hengsel het heel snel. En waar moet je dan weer heen met al je losse spullen. Dus loop je met alle aankopen onder je armen geklemd zo snel mogelijk naar je fiets met zijtassen.

Op zolder ligt nog een lap stevige tijk, ooit gekocht om er een fleurige strandtas van te maken. Die strandtas, daar ben ik nooit aan toegekomen omdat er in de supermarkt ineens grote, handige strandtassen met rits te koop waren. Deze lap moet ik nu maar eens gebruiken om tasjes van te naaien, bedenk ik bij mezelf. Dan stop ik ze in de boodschappentas voor het geval dat ik weer onverwachts een andere winkel dan de supermarkt binnen stap.



Het maken van deze tassen gaat heel eenvoudig. Je hebt een stevige lap stof nodig, een naaimachine en een klein beetje tijd.
Ik heb lappen geknipt van 50 cm. hoog en 75 cm. breed. Elke lap is met de goede kant naar binnen dubbel gevouwen tot 50 cm. hoog en 37½ cm. breed. De stof is op elkaar gestikt, zodat je een buisvorm krijgt. De naad moet je wel afwerken, met een zigzagsteek of met een platte zoom. Eén kant van die buis wordt de bodem, dus ook dichtnaaien en afwerken. Aan de bovenkant stik je een brede zoom. De hengsels zijn gemaakt van een repen stof van 45 x 10 cm. Deze repen vouw je in de lengte dubbel met de goede kanten op elkaar. Je stikt de naad dicht en keert de stof om. Zet de hengsels goed vast op de zoom aan de bovenkant van de tas en Klaar is Keesje.
Nu moet ik niet vergeten om de tassen mee te nemen als ik op pad ga ...




zondag 6 november 2016

Prachtige herfst.

Na een heerlijke nazomer is de herfst gekomen. Prachtige kleuren zien we plotseling aan de bomen verschijnen. Dat smeekt om een grote fietstocht. maar er is steeds weinig tijd beschikbaar. De badkamerverbouwing is inmiddels wel afgerond; we wanen ons nog steeds een beetje te gast in onze nieuwe wasruimte met royaal badmeubel, zwevend toilet en glazen douchewand. Vooral die douchewand is angstig. Manlief zwiebert er nog steeds tegenaan als ie in het duister van de nacht de kortste route naar het toilet neemt en ik wantrouw al dat glas nog een beetje. Stel je voor dat het in duizend stukjes uit elkaar spat en je staat daar op je blote voeten onder de douche ...



Inmiddels zijn alle vreemde gasten weer verdwenen uit ons huis en kunnen we met een gerust hart op pad. Verleden week zijn we na koffietijd op de fiets de duinen ingetrokken: ten noorden van Bergen erin en daarna de afslag genomen naar Bergen aan Zee. Daar is ruim de gelegenheid om iets te eten. Dat deden we dan ook op het terrasje naast de strandopgang, uit de wind en in het zonnetje. Hierna fietsen we aan de zuidkant het duin weer in. Bij 't Woud, tussen Bergen en Egmond kom je er uiteindelijk weer uit.


De duinen ten noorden van Bergen aan Zee zijn in de herfst naar onze mening het mooiste stuk duin van Nederland. De zuidkant heeft een compleet andere uitstraling, maar het is er ook prachtig. Hier kun je wilde paarden en Schotse Hooglanders tegen komen. Meestal lopen de paarden ver van de fietspaden vandaan. De Hooglanders houden er wel van om langs de paden te grazen en uit te rusten. Het advies is om zeker 25 meter bij de dieren vandaan te blijven, maar dat is logistiek onmogelijk in zo'n geval. Ook nu moesten we er weer pal langs, maar dat houdt de spanning er een beetje in zullen we maar zeggen. We hebben nog nooit mee gemaakt dat een beestje ons bedreigde. 


Voor deze week hebben we het plan opgevat op de Veluwe te gaan fietsen. We moeten toch nog op familiebezoek in Apeldoorn. Dan kunnen we meteen genieten van de herfstpracht op de Veluwe. Op maandag is het prachtig weer maar naar ons idee is het dan altijd veel te druk op de weg. Ook dinsdag zal het nog even rustig herfstweer zijn  volgens Gerriten hebben we bovendien de tijd aan onszelf. De afspraak met Apeldoorn is snel gemaakt. 

Voor elf uur willen we in Apeldoorn zijn. De reis duurt normaal anderhalf uur. Manlief zet de fietsen in de auto en om kwart voor negen zijn we op pad met het idee dat het op de weg wel mee zal vallen. Maar dat hebben we geweten. We zijn nog niet ver van huis als de matrixborden boven de weg onze snelheid beginnen te beperken. Al snel staan we meer stil dan dat we rijden. Vooral op de ring van Amsterdam is het een ramp. Enfin, om kwart over elf arriveren we eindelijk in Apeldoorn. Ons familiebezoek duurt daardoor niet veel meer dan een uur. De volgende dag lezen we in de krant dat er op deze dinsdagochtend weer een filerecord was.


Voor onze fietstocht parkeren we de auto in Hoog Soeren. Het dorp ligt midden op de Veluwe. Er zijn geen andere fietsers (lees e-bikers) op pad en dat is heerlijk, niet elke keer een pingel achter ons van mensen die willen passeren. Op ons gemakkie rijden we over heidevelden, door prachtig verkleurende bossen, heuveltje op, heuveltje af. Overal is de grond zwaar omgewoeld. De zwijnen kunnen nooit ver weg zijn, maar zoals altijd zien we geen enkel beestje.


Om drie uur komt de beloofde motregen eraan. We zijn net ten zuiden van Hoenderloo en rusten er juist even uit. Door een steeds donker en natter wordend bos fietsen we terug. De wind trekt iets aan. De bladeren zweven plotseling met bosjes naar beneden. Het fietspad is steeds moeilijker zichtbaar door de invallende schemer en het vallende blad. We voelen ons niet meer welkom in het bos en laten het achter voor de dieren. We fietsen in één ruk terug naar de auto.


Fietsknooppunten: 10-38-41-42-44-15-14-13-12-7-6-43-42-41-38-10.


woensdag 19 oktober 2016

Seniorproof.

Tot in de nok van ons huis ligt er gruis. Met daverend geweld wordt de oude badkamer gesloopt. Het lawaai is niet te harden. Eindelijk hebben we de knoop doorgehakt. Gaan we net als veel leeftijdgenoten in een appartement wonen en verkopen we ons fijne huis? Of blijven we en gaan we verbouwen. Het is het laatste geworden.
We wonen al 36 jaar op deze plek. Onze kinderen zijn hier opgegroeid. Het huis is regelmatig aangepast aan de grootte van de kinderschaar; eerst een kamer met een dakkapelletje. Later nog eens een kamertje met een dakkapelletje en toen ze allemaal de hoogte in schoten en in de weekenden met aanhang thuiskwamen, kwam er een flinke aanbouw. 

Een nieuwe badkamer.
De badkamer vertoonde ondertussen ook flinke slijtagesporen en werd daarom veertien jaar geleden verbouwd. Dat moest in de zomervakantie gebeuren, want manlief deed het zelf vanwege de beperkte inhoud van de portemonnee. We besloten om ruim op tijd mooi tegelwerk uit te zoeken in een gerenommeerde sanitair-winkel. Onze keus viel op prachtige zandkleurige tegels met een rand van afbeeldingen van schelpen, zeesterren en dergelijke. We kregen het advies om nog niet te bestellen want de levertijd was nog geen week. Het product was altijd leverbaar. ‘Ook in de vakantie?’, vroeg ik nog. ‘Ja hoor, altijd.’
In de tweede helft van zijn lange vakantie begon manlief welgemoed met slopen. Het liep allemaal voorspoedig. We gingen naar de sanitair-winkel om de tegels te bestellen. De bestelling werd genoteerd en toen kwam het: de tegels waren niet leverbaar, want de fabriek was in de bouwvakvakantie gesloten. Toen we andere tegels wilden uitzoeken kregen we we dezelfde boodschap. De stoom kwam uit onze neusgaten, maar tevergeefs: Waar niet is verliest de keizer zijn rechten. 
We hebben de bestelling geannuleerd en zijn naar de bouwmarkt gegaan die altijd tegels op voorraad heeft. Daar hebben we bouwmarkttegels gekocht, wel aardig, maar eigenlijk niet wat we wilden. Maar het moest wel, want de badkamer was een kale ruimte en over twee weken moest manlief weer naar school. Dan zou hij voorlopig helemaal geen tijd meer hebben.
De tegels werden erin gelijmd. Toenmalige schoonzoon kwam helpen. Helaas was ik niet altijd ter plekke en dat heb ik geweten. Toen ik op een ochtend aan het wandelen was met oppas-kleinkind, hebben ze samen de nieuwe spiegel opgehangen. Het was een rechthoekig geval, speciaal uitgezocht omdat we 20 cm. in lengte verschillen. Als je zo’n spiegel staand ophangt, kun je beiden goed in de spiegel kijken, manlief bovenin en ik onderin. Maar ja, toen ik weer thuis kwam hing de spiegel in liggende stand aan de muur. Ik moest op mijn tenen gaan staan en manlief moest zich voorover buigen om er goed in te kunnen kijken. De mannen vonden de spiegel zo toch wel op zijn mooist hangen. Het duoblok toilet hadden ze 10 cm. voor  de muur geplaatst, want dan kon ik de muur erachter beter schoonhouden, heel praktisch vonden ze zelf. Verder werd het een haastklus. Het oude afvoerputje kon niet meer vernieuwd worden, dus hetzelfde gebarsten roostertje kwam erop te liggen en tot afgelopen week is het er blijven liggen, want een vervangend roostertje was nooit meer leverbaar wegens de afwijkende maat. Wat een frustratie allemaal. Die nieuwe badkamer hoefde niet meer zo nodig van mij.
De nieuwe vloertegels bleken in natte toestand spiegelglad te zijn. Henkie en Bertje vonden het geweldig en gleden regelmatig op hun blote bips over de natte vloer. Het is grappig dat de kleinkinderen later de vreugde van de badkamer ook snel ontdekten.
Ikzelf beleefde er minder plezier aan, want ik ben tijdens het schoonmaken een aantal flink uitgegleden. Eenmaal was het zo erg dat ik een tijdje op mijn rug ben blijven liggen en heel voorzichtig alle lichaamsdelen weer in werking heb gezet. Gelukkig was er niets aan de hand.

Toen we besloten hadden om voorlopig op deze plek te blijven wonen kwam al snel de vraag op; en wat doen we met de badkamer? Het resultaat is dat we op dit moment helemaal geen badkamer meer hebben en dat een vakman bezig is om er iets moois van te maken. 

We wassen ons in de keuken met hulp van een klein teiltje met warm water. Helaas pas ik zittend niet meer in dat teiltje, ben toch een beetje omvangrijker geworden. Het is meer een beetje poedelen en echt schoon voel je je niet als je klaar bent. 
Het doet me aan de jeugdjaren denken. Er was een badhokje met een wasbak, zoveel luxe hadden we wel. Maar op zaterdag moesten we in de keuken in de teil. Er werden voor oudste broer en mij zinken teilen met warm water op de vloer neergezet. Daar mochten we lekker in weken en dan schrobde moeders ons helemaal schoon. Dat gebeurde niet zachtzinnig. Daarna ging de handdoek er met dezelfde stevige hand erover heen, zodat we even later roodgloeiend naar bed gingen. In grote gezinnen moesten er zo meerdere kinderen achter elkaar in hetzelfde badwater. 
Wat een luxe was het toen er later een douche in het badhok werd gemaakt.


In de zomer was de teil ons zwembadje als het warm was.




zondag 4 september 2016

Nazomeren in de Noordwaard.

Het was heerlijk nazomeren in de afgelopen week. Om die reden besloten we maandagochtend om er nog heel even op uit te gaan met de caravan. Omdat je maar weinig mee hebt te nemen voor zo’n weekje waren we om twaalf uur helemaal startklaar inclusief caravan ophalen. Twee uur later stonden we 130 kilometer verderop op een prachtig plekje midden in de Brabantse Biesbosch. Voor ons was een grote plas met eenden, ganzen, zwanen en zilverreigers en niet zo’n klein beetje ook. Achter ons was de polder, de Noordwaard. Het is een gebied dat helemaal wordt omgeturnd tot overloopgebied voor de Nieuwe Merwede, dit in het kader van het nationale project van Rijkswaterstaat: 'Ruimte voor de rivier'. Je krijgt hier een beetje het gevoel op het randje van Nederland te leven want doorgaande wegen zijn hier niet of het moet de weg naar het pontveer over de Nieuwe Merwede zijn. Maar dat pontje stopt voor acht uur 's avonds met varen.


We waren hier nog nooit geweest. Onze eerste reactie was; 'Wow, wat een bijzondere plek is dit.' Door het heerlijke weer konden we buiten eten, koffie drinken, boekje lezen, iets waar we dit voorjaar nooit aan toe waren gekomen door de vele regenbuien. En 's avonds, als het donker werd, zagen we de sterren één voor één aan de hemel verschijnen. Het was er bovendien heerlijk rustig doordat er geen wifi beschikbaar was, dus geen ge-app 's avonds, hoe leuk dat vaak ook is.

We wisten dat er zeearenden in de Biesbosch huizen. Tot onze grote verassing was er plots veel onrust op de plas. De eenden vlogen met veel lawaai op. En warempel, daar vloog een zeearend, op jacht naar een lekkere hap. Elke dag liet hij/zij zich wel een keertje zien.


's Morgens zagen we de zwanen in groepjes in beweging komen. Met een zware vleugelslag deden ze hun ochtendgymnastiek tegen een strakblauwe hemel.



Op een uitzichtpunt bij onze plas, de 'Wassende Maan', was een soort van doolhof aangelegd waar je de getijden in werking kunt zien, want ook dit gebied wordt beïnvloed door de eb-en-vloedbewegingen van de rivier. We hebben twee dagen alle fietspaden in de polder doorkruist en bijna alle bruggen beklommen, het Biesbosch-museum bezocht en vooral genoten.


Op de derde dag zijn we overgestoken met het pontveer 'Kop van 't Land'. Dordrecht ligt aan de andere oever van de Nieuwe Merwede. Wat een mooie oude binnenstad is daar te vinden. We waren daar ook nog nooit geweest. Het leukste vond ik de gebrandschilderde Gildenramen in de Grote Kerk van Dordrecht. De ontwerper hiervan is Teun Hocks, de kunstenaar die ik verleden jaar ontdekte in het Coda Museum in Apeldoorn. Ook in deze ramen figureert hij blijkbaar zelf, grappig.


De laatste dag besteedden we aan een ritje naar de Hollandse Biesbosch, dus weer met het pontje naar de overkant. Onder Dordrecht lukte het niet om er te komen; veel wegen waren afgesloten vanwege dijkwerken. Maar ter hoogte van Sliedrecht is nog een stukje Biesbosch. Daar zijn we toen maar heen gefietst om er een leuk rondje te trappen.


Het mooie weer was bijna op toen we terug kwamen op de camping. We hebben we onze spullen ingepakt en zijn dezelfde avond weer naar huis gegaan. Het was heerlijk geweest.

donderdag 11 augustus 2016

Lopen over het Wieringer Wad.

Het is alweer jaren geleden dat manlief wad ging lopen met familie en vrienden. Mijn grote broer is gecertificeerd wadloopgids en wilde wel eens gidsen voor een groepje familie en vrienden. De afstand van deze tocht is tien kilometer en omdat de omstandigheden zwaarder zijn dan bij gewone wandelingen, durfde ik het niet aan om mee te gaan. Je kunt niet halverwege de tocht zeggen, ‘sorry, jongens, maar ik kan niet meer’. Bovendien moet je op Ameland nog minstens zo’n afstand lopen. Bij Holwerd heb ik ze stinkend jaloers uitgezwaaid en daarna de eerste boot naar Ameland genomen. Daar huurde ik een fiets en heb zo het eiland verkend. Bij een strandtentje heb ik ze weer ontmoet. Ik had niet het idee dat ik ooit het wad op zou gaan.

Manlief wist deze zomer niet meer wat ie voor zijn verjaardag wilde. Hij heeft alles al en je kunt niet altijd met een fles drank aankomen. Dat is niet goed voor hem. Mientje kwam op het idee om hem een wandeling over het Wieringer Wad te geven en ma mocht ook mee als ze wilde. Ik moest er heel erg over nadenken; anderhalf uur over het wad, kan ik dat wel. Op een gegeven moment ging de knop om: ‘het is nu of nooit, we gaan het gewoon doen!’

Het weer is niet geweldig als we naar Hippolytushoef gaan, bewolkt en harde wind. In Hippo stappen we met zo’n 70 mensen op een heel oude NZH-bus (als haringen in een tonnetje) en worden we naar Den Oever gereden. Daar stappen we over op de WR117. Het regent niet, maar nat word je voorop evengoed wel door de hoge boeggolven. Eerst varen we naar het westen langs een zandplaat. En warempel, tot opluchting van de schipper ligt er een zeehond met jong. Hierna zwaait de schuit om en gaat het richting zandplaat. Daar wordt het anker uitgegooid.




Voor het laatste stukje moeten we overstappen op een plat werkbootje dat naast de WR117 meegesleept wordt. Daarmee zullen we op de zandplaat afgezet worden met drie gidsen. We moeten al deinend overstappen op dat bootje. Het lijkt me slim om met de eerste groep meteen maar over te stappen, dan heb ik dat tenminste gehad. Ik ben een type die bij zulke capriolen meteen op d’r snuit valt, maar gelukkig gaat het goed. Al varend slingeren we flink heen en weer. Je moet zitten, staan lukt bijna niet. Een meter of veertig verderop wordt het bootje stilgelegd. De schipper springt met zijn broeklaarzen in het water dat tot zijn borst komt en houdt de boot op zijn plaats. Ik denk nog ‘dat is best diep voor kinderen’, maar een jongetje springt ‘m enthousiast na. Het waterkomt net boven zijn knieën. Dat grapje schijnt de schipper al jaren uit te halen. Hij springt op zijn knieën in het water zodat het daar heel diep lijkt. Als iedereen van boord is gehaald, vaart het schuitje terug en daar staan we dan.




Het is leuk om te doen. We plassen door een laagje water. Soms is het wat dieper doordat er een geul loopt. En ik vind het mooi. De kleinkinderen lopen meteen enthousiast grote zandgapers te zoeken. Als je te lang stilstaat zuigen je schoenen vast in de bodem. Het is niet echt in woorden te vangen hoe het op het wad is. De luchten zijn bijzonder. De eindeloze plas water om je heen geven je een enorm gevoel van ruimte. In de verte steekt het torentje van de kerk van Oosterland de lucht in. We genieten er allemaal van. Af en toe staan we een tijdje stil als de gids iets wil vertellen.




Er komt een moment dat je weer naar de oever terug moet en op dat laatste stuk is het afzien. Je zakt tot je enkels in het slik vast en moet voor elke stap je voet weer uit de bodem trekken. Ik ontdek dat je het beste vooruit kunt komen door glijdende stappen te maken. Een keertje ga ik wat te snel en glij door. Gelukkig is er een arm waar ik me aan vast kan grijpen. Een puberjongen kijkt me verschrikt aan en vraagt zich waarschijnlijk af waarom dat ouwe mens plotseling aan zijn arm hangt. Er zijn een paar mensen die op dit stuk plat op hun snuit gaan, maar wonder boven wonder ben ik dat dus niet. Voor de kinderen is het ook een stevige klus. We zijn allemaal blij als we de oever weer opklimmen.


Hierna lopen we nog een kilometertje door de weilanden naar het startpunt in Hippo. Daar kunnen we onze onderdanen schoonspoelen en staat er patat met kibbeling voor ons klaar. Ik heb er geen spijt van dat ik mee ben gegaan. We hebben allemaal genoten.

dinsdag 19 juli 2016

De campingbeheerder van Lutje Kossink.

De tweede week van onze vakantie brengen we bij Winterswijk door. Als we op natuurkampeerterrein Lutje Kossink aankomen, worden we niet door eigenaar Coen opgevangen. Die is ergens op het terrein het natte gras aan het maaien. In plaats van hem staat Hans in het receptie. Hij neemt alvast de honneurs waar, want morgen vertrekt Coen voor een korte vakantie. Hans gidst ons over de camping. We zoeken een luw plekje uit, want het weer is niet al te best. Inschrijven hoeft niet van hem, dat komt wel goed als we vertrekken. Hans blijkt met zijn caravan het halve seizoen een kampeerplek te bezetten. Hij staat er al een behoorlijk lang en vindt het leuk om de handen uit de mouwen te steken. We moeten er wel om lachen. Als het regent is hij in geen velden of wegen te bekennen, maar zodra de zon schijnt doet hij de ronde op zijn fietsje. “Goedemorgen, is het geen mooi weertje vandaag?” Hij straalt erbij alsof hij de zon zelf heeft georganiseerd.



In het begin van de week zijn er aardig wat gasten op de camping, deelnemers aan de fiets-4-daagse van Winterswijk. Maar zodra die gereden is vertrekken er weer heel wat mensen. Er blijven een paar gasten over, waaronder manlief en ik. Er is een bejaard echtpaar dat er rustig de vakantie doorbrengt. Het vrouwtje gaat op een morgen haar wasje doen bij het toiletgebouw en doet daarom haar trouwring af. Dat gaat niet goed: de ring stuitert weg over het aanrecht, hup naar de grond en daarna moet ie onder het toiletgebouw gerold zijn. Maar hoe iedereen ook kijkt, nergens is iets van een ring te bekennen. Een aantal gasten ligt al snel op de buik met de vingers door de bladeren te woelen die zich onder het gebouw hebben verzameld. Hans komt erbij en gaat ook flink aan de gang. Op de grond gelegen, op een kussen van zijn luie stoel, worden alle bladeren weg gehaald en zorgvuldig doorzocht. Er komt een spiegel aan te pas om terug te kijken, onder de rand van de bestrating.
Iemand merkt op dat een metaaldetector wel een idee is. O, maar die heeft Hans ook in zijn caravan. Even later zoekt hij met het bliepende geval naar de ring, zonder resultaat. Uiteindelijk stopt iedereen met turen en zoeken, we zijn tenslotte met vakantie hier. Als het avond is kun je met een sterke lamp zoeken. Dan wordt de ring zeker gevonden. Het vrouwtje kijkt samen met haar man gelaten toe.


Om elf uur ’s avonds verzamelt de hele campingbevolking zich weer bij het toiletgebouw. Er zijn een paar felle lampen meegenomen die de bodem onder het toiletgebouw verlichten. Hans neemt de leiding weer op zich. Er wordt zeker wel een uur getuurd in alle hoeken en gaten en heel veel gelachen. Maar nergens licht er een glimmend gevalletje op. Het oude stelletje zit er hoopvol bij op een bankje. Het duurt lang voordat het rustig wordt, maar de ring wordt niet gevonden. Dat maken we ook niet meer mee, want de volgende ochtend breken we op en gaan we naar huis. Ikzelf vermoed, dat het vrouwtje thuis haar spullen opruimt en dan tot haar grote vreugde de ring weer vindt, onder in haar toilettas of zoiets. Maar waar vind je zo’n betrokken campingbeheerder.

donderdag 7 juli 2016

Niets is zo veranderlijk als de buienradar.

We hadden het woeste plan opgevat om met ons caravannetje naar de Moezel te rijden en daar mooie fietstochten te maken langs de rivier. Maar voordat we op pad waren, kwamen er berichten binnen van rivieren die buiten hun oevers traden. En dat soort berichten bleven komen. Die woeste plannen hebben we dus maar even in de ijskast gezet.

Hier in Nederland was het weer ook niet geweldig. Maar toen er een zonnig maandag werd beloofd, hebben we onze spullen gepakt en zijn we de zaterdag ervoor op pad gegaan met het idee dat we heerlijk van de zon konden genieten als we ons eenmaal geïnstalleerd zouden hebben. Het resultaat was triest: die maandag heeft het in heel Nederland minstens negen uur onafgebroken geregend. In Westerwolde, in de zak van Groningen, was het nog een graadje erger. Daar werd het gewoon niet droog. Op de buienradar zag je enorme wolkentreinen (om in de sfeer van de Tour de France te spreken) opschuiven naar de noordoostkant van het land. We hadden het meest regenrijke plekje van Nederland opgezocht en dat bleef zo. En beloofde de buienradar eens een droge dag, dan zag dat er een uurtje later zomaar weer anders uit. We laten ons niet zo snel uit het veld slaan en hebben de hele week toch prachtige fietstochten gemaakt tussen de buien door en af en toe in de buien.

Westerwolde is een prachtig gebied om doorheen te fietsen en te wandelen. Het heeft bos, landbouwgronden, de Ruiten-AA en het Ruiten-AA kanaal. Langs dat kanaal zijn aan een zijde vaak nog onverharde wegen. De oude bruggen en sluisjes moeten met de hand bediend worden, net als vroeger. Het geeft een heel bijzondere sfeer.




De maandag erna was het lekker zonnig weer in Westerwolde. We hebben we de boel opgepakt om achter Winterswijk alles weer neer te zetten. Het regenachtige weer namen we gewoon mee, want toen daar de voortent weer opgebouwd moest worden, regende het zo hevig, dat ons veldje behoorlijk blank kwam te staan. De mat kon niet eens in de voortent neergelegd worden, dus leefden we van dat moment op het gras. De wolkentreinen hadden zich die week verplaatst naar de Achterhoek, gewoon achter ons aan. Maar toch hebben we weer prachtige fietstochten gemaakt tussen de buien door. Af en toe moest je de beschutting van een boom of een afdak opzoeken en regelmatig moest je veel kracht zetten op je pedalen om niet midden in een modderplas omver te gaan. Elke dag fietsten we ook een stukje over de grens. Er was dan wel geen Moezel daar, maar het was toch Duitsland. Eerlijk gezegd vind ik Nederland veel mooier, gezelliger en kneuteriger. Zodra je de grens over steekt, wordt alles strak en opgeruimd. Er worden daar bovendien enorme windmolenparken opgebouwd. Het lijkt een beetje op buurtje pesten.

Het mooie van de Achterhoek zijn de vele beken die er stromen. Vlakbij de camping loopt ook zo'n beek, de Ratumse Beek. Als je goed in het struikgewas kijkt, dan zie je dat er langs de oever een smal paadje loopt. Dat meandert mee langs het water. Af en toe loopt het steil op en af, wat een mooie beek. De tijd lijkt er stil te hebben gestaan. Ik vraag me af of de Moezel hieraan kan tippen. Maar misschien gaan we dat nog eens checken.


Na acht dagen hadden we het bekeken en zijn we lekker naar huis gegaan. De wolkentreinen hebben zich hier aan de westkant van het land niet meer vertoond. Zo gaat dat soms.

vrijdag 17 juni 2016

De damestoiletten van IKEA.

Lientje heeft een huis in te richten en waar kun je beter terecht dan bij IKEA. Het is op de dag dat ik op haar dochter Sam pas, dus we gaan gezellig mee. Na de autorit hebben we eerst wel behoefte aan een gang naar het toilet. Dat doen we meteen bij de ingang. Sam hoeft nog niet. Als we onze handen inzepen, kijkt ze verbaasd naar de kraan die vanzelf aangaat. Ze schrikt zich suf van het lawaai dat de handdroger maakt als er handen in worden gestoken. Maar aan haar blik te zien vindt ze het wel interessant. Hierna kunnen we aan de route door de winkel gaan beginnen.
IKEA heeft dit trouwens slim aangepakt. Met al die toiletten hoeven de klanten met hoge nood zich niet door de winkel te haasten. Kunnen ze op hun gemak heel veel aankopen doen, in plaats van haastig het lijstje te volgen dat ze thuis zorgvuldig hebben opgesteld.

Lientje heeft het druk met het uitzoeken van allerlei zaken die op haar lijstje staan. We zijn al een eindje op pad als Sam plotseling zegt dat ze moet plassen. Oeps, zou dat echt waar zijn? Ze kijkt zo oprecht naar ons op, dat ik haar snel bij de hand pak en het hele eind met haar terug loop. Ze stapt het kinderwc-tje in en al heel snel hoor ik haar doortrekken. Triomfantelijk pakt ze zeep uit de dispenser, hup handen onder de kraan en dan snel door naar de handdroger. Het ding begint te loeien en Sam kijkt me stralend aan: ziezo, dat kan ik zelf wel zoals je ziet. Ik twijfel nu aan de hoogte van haar nood. We lopen de lange route terug naar Lientje.
Sam gaat lief met ons mee. Als het te lang duurt naar haar zin speelt ze een spelletje op een van de digitale schermen die op de afdelingen staan. Ook al heel slim van IKEA; pa en moe kunnen op hun gemak spulletjes uitzoeken en aanschaffen zonder dat ze door een zeurend kind voort gedreven worden.
We komen op de beddenafdeling. Dit kost tijd, want een lekker liggend bed uitzoeken is geen kleinigheid. Plotseling kijkt Sam ons met oprechte blik aan: ‘Ik moet plassen’. Moeder Lientje vertrouwt het niet helemaal. Maar nee, ze moet echt plassen, verzekert ze ons. We nemen het zekere voor het onzekere want een kind met een natte broek is ook niet alles. Ik pak haar bij de hand. Daar gaan we weer. We volgen de lange zigzag-route door de zaak naar het toilet. Sam duikt het kindertoiletje weer in. Ik kan horen dat het nu echt menens is.
Even later komt ze tevoorschijn en daar begint het ritueel weer. Er staat een dame haar handen te wassen. Sam kijkt haar aan met een blik van: kijk eens, ik kan het best alleen. De dame schiet in de lach en blijft staan. Sam werpt een eigenwijze blik op haar en steekt haar handen in de droger. Haar haren wapperen vrolijk in de warme luchtstroom mee. De dame begint te gieren van de lach en is niet meer van plan te vertrekken. Sam heeft donders goed in de gaten dat ze leuk is. Dus ze blijft met haar handen in de droger, terwijl ze met haar aller charmantste blik schuin omhoog naar de dame kijkt. Op een gegeven moment vind ik het welletjes en pak ik haar aan de arm mee. De dame staat ondertussen de tranen uit haar ogen te vegen van het lachen. Als ze niet oppast moet ze nog eens naar het toilet.

We lopen terug  over de kronkelpaden van IKEA, naar Lientje op de beddenafdeling die ondertussen haar keuze ongeveer heeft gemaakt. Zonder verdere onderbrekingen kunnen we onze ronde door de zaak afmaken en Sam hoeft gelukkig niet meer naar het toilet.



vrijdag 6 mei 2016

Over jonge pimpelmezen en merels.

Jonge pimpelmezen.
Plotseling is het lente. De ene dag zit je nog binnen met de thermostaat hoog en de volgende dag, nu dus, zit je heerlijk in de tuin te genieten van een bakje koffie. Het is wel even wennen voor het pimpelmezenpaar dat besloten heeft zich in onze tuin te settelen. Konden ze verleden week nog vrij af en aan vliegen, nu zitten er een paar mensen op een paar meter afstand van hun onderkomen. Heel stilletjes strijken ze neer op een tak vlakbij de nestkast, kijken eens goed of er gevaar dreigt, dat zijn wij dus, en voordat we het in de gaten hebben, flitsen ze het hokje in. Net zo snel vliegen ze er ook weer uit. De jonge mezen maken meteen een lawaai van jewelste. Ik zie het helemaal voor me. De grootste schreeuwer krijgt natuurlijk eerst.
De kat van de buren heeft het gepiep inmiddels ook in de gaten en dat is niet best. Gisteren probeerde hij er al bij te komen. Dat is niet gelukt. Vanmorgen horen we weer gekras tegen de schutting. En daar zit meneer, bovenop de schutting, op een paar meter afstand van het nest. Ik kan manlief nog net tegen houden als hij het eerste wat binnen handbereik komt naar de moordenaar wil gooien. Dat is namelijk een mooie bloempot die op een plantje staat te wachten. De kat jagen we met verbaal geweld op de vlucht. We hopen dat het beest binnen is als de jongen uitvliegen.
Er is nog een gevaar voor de pimpelmezen. Ik maak me ook zorgen vanwege het eksternest, dat veel te dicht in de buurt wordt gemaakt. De vogels zijn nu heel druk met bouwen. Ze vliegen strak als een straaljager af en aan met grote takken in de bek. Als dat nest straks klaar is, hebben ze tijd om eens rustig om zich heen te kijken. Ze lusten dan vast wel een klein vogeltje. Enfin, we zullen het maar aan moeder natuur over laten.



Bertje en de merels.
In het verleden hadden we hier veel meer nesten, maar dat lijkt door al die betonnen tuinen wel verleden tijd te zijn. Waar moeten de beestjes hun voer vandaan halen … 
We hadden steevast minimaal één merelnest in het struikgewas dat tegen de gevel opgroeit. De merels maakten er een gewoonte van hun nest op of naast de vlaggenstokhouder te bouwen. Dit betekende, dat we niet konden vlaggen met Koninginnedag en op 4 en 5 mei. de houder was precies onder het slaapkamerraam vastgemaakt, dus dat nest zat ook onder dat raam. 
Op een keer was moeder merel vreselijk aan het roepen en dat hield maar niet op. Toen de voordeur even later open stond, kwam het beestje binnen roepen. Wij dachten dat de jonge merels uit waren gevlogen en dat buurkat ze op had gevreten, maar dat bleek toch niet zo te zijn. De volgende ochtend vroeg kwam Bertje een beetje pips onze slaapkamer in. “Mam, er komen zulke enge geluiden onder bed vandaan. Ik kan er niet van slapen.” Toen we samen onder dat bed keken, alleen durfde hij dat niet, zagen we in het uiterste hoekje twee angstige mereltjes tegen elkaar aan zitten. Er zat niet anders op dan het hele bed op te tillen en te verplaatsen. De vogeltjes hebben we naar buiten gebracht. Moeder merel was ze nog niet vergeten, want ze kwam meteen tevoorschijn en nam ze mee.