Jonge pimpelmezen.
Plotseling is het lente. De ene dag zit je nog binnen met de
thermostaat hoog en de volgende dag, nu dus, zit je heerlijk in de tuin te
genieten van een bakje koffie. Het is wel even wennen voor het pimpelmezenpaar
dat besloten heeft zich in onze tuin te settelen. Konden ze verleden week nog
vrij af en aan vliegen, nu zitten er een paar mensen op een paar meter afstand
van hun onderkomen. Heel stilletjes strijken ze neer op een tak vlakbij de
nestkast, kijken eens goed of er gevaar dreigt, dat zijn wij dus, en voordat we
het in de gaten hebben, flitsen ze het hokje in. Net zo snel vliegen ze er ook
weer uit. De jonge mezen maken meteen een lawaai van jewelste. Ik zie het
helemaal voor me. De grootste schreeuwer krijgt natuurlijk eerst.
De kat van de buren heeft het gepiep inmiddels ook in de gaten en
dat is niet best. Gisteren probeerde hij er al bij te komen. Dat is niet
gelukt. Vanmorgen horen we weer gekras tegen de schutting. En daar zit meneer,
bovenop de schutting, op een paar meter afstand van het nest. Ik kan manlief
nog net tegen houden als hij het eerste wat binnen handbereik komt naar de
moordenaar wil gooien. Dat is namelijk een mooie bloempot die op een plantje
staat te wachten. De kat jagen we met verbaal geweld op de vlucht. We hopen dat
het beest binnen is als de jongen uitvliegen.
Er is nog een gevaar voor de pimpelmezen. Ik maak me ook zorgen vanwege
het eksternest, dat veel te dicht in de buurt wordt gemaakt. De vogels zijn nu
heel druk met bouwen. Ze vliegen strak als een straaljager af en aan met grote
takken in de bek. Als dat nest straks klaar is, hebben ze tijd om eens rustig
om zich heen te kijken. Ze lusten dan vast wel een klein vogeltje. Enfin, we
zullen het maar aan moeder natuur over laten.
Bertje en de merels.
In het verleden hadden we hier veel meer nesten, maar dat lijkt
door al die betonnen tuinen wel verleden tijd te zijn. Waar moeten de beestjes
hun voer vandaan halen …
We hadden steevast minimaal één merelnest in het struikgewas dat
tegen de gevel opgroeit. De merels maakten er een gewoonte van hun nest op of
naast de vlaggenstokhouder te bouwen. Dit betekende, dat we niet konden
vlaggen met Koninginnedag en op 4 en 5 mei. de houder was precies onder het slaapkamerraam vastgemaakt, dus dat nest zat ook onder dat raam.
Op een
keer was moeder merel vreselijk aan het roepen en dat hield maar niet op. Toen de voordeur even later open stond, kwam het beestje binnen roepen. Wij
dachten dat de jonge merels uit waren gevlogen en dat buurkat ze op had
gevreten, maar dat bleek toch niet zo te zijn. De volgende ochtend vroeg kwam
Bertje een beetje pips onze slaapkamer in. “Mam, er komen zulke enge geluiden
onder bed vandaan. Ik kan er niet van slapen.” Toen we samen onder dat bed
keken, alleen durfde hij dat niet, zagen we in het uiterste hoekje twee
angstige mereltjes tegen elkaar aan zitten. Er zat niet anders op dan het hele
bed op te tillen en te verplaatsen. De vogeltjes hebben we naar buiten
gebracht. Moeder merel was ze nog niet vergeten, want ze kwam meteen
tevoorschijn en nam ze mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten