zondag 28 december 2014

Kerstpreek en paprikasoep.

Op eerste kerstdag gaan we eerst naar de kerk voor een mooie kerkdienst. De profetie uit Jesaja 11 over de nieuwe aarde komt aan bod, heel mooi:

6 Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam,
een panter vlijt zich bij een bokje neer;
7 kalf en leeuw zullen samen weiden
en een kleine jongen zal ze hoeden.
8 Een koe en een beer grazen samen,
hun jongen liggen bijeen;
een leeuw en een rund eten beiden stro.
9 Bij het hol van een adder speelt een zuigeling,
een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.

Het eindigt met woorden uit Openbaring 21 over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

1 Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. 
Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, 
en de zee is er niet meer.
2 Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem,
uit de hemel neerdalen, bij God vandaan.
3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: 
‘Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. 
Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn.
4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, 
geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij’.

De kerststal voor in de kerk is inmiddels compleet. Het is mooi geworden, complimenten aan haakvriendin.


Na de koffie dek ik de tafel. De kinderen kunnen er meteen hun eten neerzetten. Ze komen elk met een flinke hoeveelheid voedsel, laten zich ook altijd verleiden tot het maken van teveel eten. Ook de kleindochters zijn heerlijk aan de slag geweest. Henkie is over gekomen met een groot ribstuk dat eerst nog een tijd in de oven moet. Het smaakt allemaal heerlijk. We smullen ervan, maar het gaat net zoals alle andere jaren: de helft van het eten blijft over. Gelukkig neemt ieder na afloop de restanten mee naar huis. Mijn rollade vries ik in, evenals de groentesoep. Daar kunnen we later nog van genieten. 
Wat verder over is, hebben we dagen na kerst gegeten. Ik heb nog geen boodschappen hoeven doen. Vanmiddag is de laatste paprikasoep opgegaan, gemaakt naar een recept van Mirjam, vriendin van Mientje. Heel lekker, hieronder volgt het recept. 




Paprikasoep.
Nodig voor 6 personen:
-25 gr. boter
-4 rode paprika’s, fijngesneden
-1 ui , fijngesneden
-4 teentjes knoflook, fijn gesneden
-750 ml kippenbouillon
-100 ml volle room
-zout en versgemalen peper

Smelt de boter en bak paprika, ui en knoflook lichtjes aan.
Voeg de kippenbouillon toe en laat de soep even doorkoken.
Maak alles fijn met de staafmixer. 
Voeg room, peper en zout toe. 
Laat 5 minuten zachtjes doorkoken.



Na de kerstdagen.

De kerstmaaltijden.
Wat een rust na woelige tijden. Ik geniet ervan…. en verbaas me. Elk jaar laat ik me toch weer opjutten door de receptenbladen van de supermarkten. Ik kijk in de weken voor kerst lekkerbekkend naar al die mooie plaatjes en fantaseer over een fantastische kerstmaaltijd. Ruim een week van te voren begint het grote inslaan. Eerst naar de Lidl om houdbare zaken te halen, lekker goedkoop. Daarna naar de eigen supermarkt voor allerlei liflafjes. Eerste kerstdag komen er 18 eters, dus laat ik nog maar wat extra meenemen. En Theo houdt van rollade, daarom ook nog een flinke rollade bij de boodschappen.
De dag voor kerst gaat manlief voor een gewoon brood en een pak melk naar de winkel en begin ik voor acht uur met het bakken van twee appeltaarten, want die vinden ze zo lekker. Na de taart gaat er meteen een kaasquiche de oven in, is zo lekker handig want die kun je ook koud eten. Meteen na de quiche moet de rollade de oven in. Tussendoor snijd ik de ingrediënten fijn voor twee salades, kook ik twee soorten soep en als laatste maak ik een Spaanse aardappeltaart. Het is inmiddels half een. Er staat een hoeveelheid eten klaar waar je een heel weeshuis van kunt voeden.


Eerst weer de sociale werkvoorziening.
Na het middageten ben ik nog niet klaar, want ik moet nog naar de sociale werkvoorziening. 
Ik schreef de vorige keer over het blad voor de kringloopwinkel. Dat is dus helemaal misgelopen. Op donderdag, precies een week voor kerst waren de 200 exemplaren klaar. Ik haalde ze op, bladerde er even door heen en zag dat de foto's te donker waren, Verder leek het in orde. 
Zaterdag was er tijd om de bladen verzendklaar te maken. Ik begon met dubbelvouwen, maar dat ging best moeilijk. Dus toch maar eens goed de inhoud bekijken.Och heden; het blad had 20 pagina's gekregen in plaats van de oorspronkelijke 18. De laatste regel van de eerste pagina stond op de tweede. Vervolgens zijn er foto's versprongen en vastgeplakt aan de kop op de volgende pagina. Kortom, het was een zootje. Eerst dacht ik er nog over om de boel toch maar te versturen, maar dat kon natuurlijk niet. 
Op maandagochtend, na een telefoontje, ging ik met mijn doos bladen naar de werkvoorziening terug. De chef snapte best, dat het zo niet verzonden kon worden. We spraken af dat voor woensdag de nieuwe exemplaren (met lichtere foto's) gereed zouden zijn. Dat lukte inderdaad. Dinsdag om drie uur kon ik de spullen ophalen en zouden de 50 folders ook klaarliggen. 50 Folders? Ik had er 500 besteld. Er lagen 200 bladen van 18 pagina's klaar met weer te donkere foto's. En excuses voor die 50 folders. Er was een nulletje vergeten. Morgen zou de rest klaarliggen. Ik kreeg op dat moment lichte moordneigingen. Zo dol had ik het nog nooit mee gemaakt. Die avond heb ik de post meteen klaargemaakt.

Woensdag na het middageten moet ik daarom weer naar de werkvoorziening. De bladen moeten dezelfde dag nog gesorteerd worden, zodat ze meteen na kerst bezorgd kunnen worden. Er liggen nu ook 450 keurige folders klaar. 
Ik neem me voor de kopij de volgende keer in PDF op te maken met foto's in grijstinten. Dit  kan dan via de mail opgestuurd worden, want bij de werkvoorziening valt er toch niets meer te controleren of te wijzigen.
Na dit alles is de middag half om. Ik fiets naar huis en stap een uurtje in bed om wat energie op te doen voor kerstavond.

maandag 22 december 2014

Het kerstverhaal.

De geboorte van Jezus zoals het in de Bijbel wordt verteld.
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven.  Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.


Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de Messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ 


En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden:
‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.
Toen er acht dagen verstreken waren en hij besneden zou worden, kreeg hij de naam Jezus, die de engel had genoemd nog voordat hij in de schoot van zijn moeder was ontvangen.

Lucas 2 vers 1-21



Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, tijdens de regering van Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’ Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden. ‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’ Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het eer te bewijzen.’ Nadat ze geluisterd hadden naar wat de koning hun opdroeg, gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze dat zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich neer om het eer te bewijzen. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het kind geschenken aan: goud en wierook en mirre. Nadat ze in een droom waren gewaarschuwd om niet naar Herodes terug te gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land.
Mattheüs 2 vers 1-12



maandag 15 december 2014

De decembermaand 4.


Op de derde zondag van de adventtijd is de tafel in de kerk weer verder ingericht. Iedereen op die tafel is met zijn gewone dagelijkse dingen bezig, toch is bijna alles klaar voor de geboorte van de zoon van God.

De verschraling van de sociale voorzieningen.
Ik ben nog niet klaar voor het feest. In deze tijd van het jaar ben ik altijd druk met het klaarmaken van de kopij voor een blad dat twee maal per jaar verschijnt voor vrijwilligers en belangstellenden van de kringloopwinkel. Alle informatie en artikelen verwerk ik tot een blad op A4-formaat. Dit gaat op een USB-stick, die ik vervolgens naar de printafdeling van de sociale werkvoorziening breng. Als ik daar aan kom, staat het gebouw leeg en is het te huur. Ernaast is de postafdeling gevestigd, daar maar eens vragen. De vrouw die altijd achter de balie zat en me soms wat onhandig hielp, is verdwenen. Ik sta nu bij een mooie balie en wordt door een welbespraakte receptioniste te woord gestaan. Ze verwijst me naar een vreemde chef. Die brengt me naar de postsorteerafdeling. Daar in het hoekje zit achter de computer de jongen die me altijd hielp. Dat doet hij nu dus ook. Maar er staan geen kopieermachines meer in de ruimte. Ik kan mijn werk dus niet vooraf bekijken. De jongen vertelt dat hij ergens anders heen moet met mijn kopieerwerk en niet weet wanneer het klaar is. Wat jammer, wat jammer.

Tot nu toe liet ik één exemplaar afdrukken. Die bekeken we dan samen. Meestal waren de foto's te licht of te donker en moest dat anders ingesteld worden. Elke keer weer vergaten ze de machine op tweezijdig afdrukken te zetten en kwam er een boekwerkje uit de machine met links alleen blanco pagina's. Het hoorde bij de vaste rituelen. Samen zochten we de juiste kleur geel uit voor de omslag. Vervolgens kon ik in de kantine bij de koffiemachine met wat leeswerk wachten tot de opdracht klaar was. Dan was er altijd een man die de doos met boekjes naar buiten droeg en voor me op de fiets zette. 

De chef vertelt dat door de nieuwe wetgeving deze inkrimping noodzakelijk is. Maar waar is het meisje achter de balie nu? En waar zijn die andere mensen gebleven die daar een dagbesteding hadden en in hun eigen tempo een vak leerden? Zitten ze nu allemaal thuis? Ik hoop dat ze toch wat van de feestdagen kunnen genieten. 
De sociale werkvoorziening is niet de enige plek waar de broekriem aangehaald wordt. In de krant zijn al heel wat zaken onder de aandacht gebracht die mis gaan. Het stelt me niet gerust. Bovendien gaat de arbeidsvreugde er op deze plekken niet op vooruit. De portemonnee zal er misschien wel op vooruit gaan, maar dat is volgens mij korte-termijn-politiek.





zaterdag 13 december 2014

De decembermaand 3.

Een kerstwandeling.
De supermarkt in het winkelcentrum maakt er een gewoonte van om rond sinterklaas de hele bloemenafdeling vol te stouwen met kluitkerstboompjes in een rieten mandje en aan te bieden voor een klein bedrag. Je moet er snel bij zijn, want na een week is de voorraad mooie boompjes wel zo’n beetje op. Pientje, Mientje en Lientje hebben zich alle drie op laten jutten door deze aanbieding. Dus kwamen er een paar dagen geleden op de familie-app diverse foto’s langs van opgetuigde kerstboompjes. Mij lukt het nooit om zo snel naar de kerst over te schakelen.Ik ben elk jaar nog heel druk met vrijwilligerswerk dat juist in deze maand een deadline heeft. 

Gisteravond is er de jaarlijkse kerstwandeling langs diverse locaties bij en in het naburige park. Dit jaar hebben we besloten om eens mee te wandelen. Om half zeven moeten we ons melden bij het scoutinggebouwtje in het park. Daar zal onze groep starten. Vocalgroup Rebounce staat binnen klaar om a-capella internationale kerstliederen te zingen, best leuk om te horen, al gaat het niet helemaal zuiver.




In het donker vertrekken we weer, maar stoppen eerst bij ‘angelplace’, de plek waar vorige week een dood baby’tje is gevonden. We staan een paar minuten stil bij deze plaats. Onze begeleider steekt een kaarsje aan en legt bloemen neer bij al die andere boeketten. Heel stil denken we een paar minuten aan dit kleine mensje.



Hierna wandelen we naar de kinderboerderij. Daar zal een levende kerststal zijn. Het is bijzonder dat we het terrein op mogen, want de boerderij is nog steeds gesloten vanwege de vogelgriep. Bij de ingang ligt de rode loper voor ons uitgerold, een ontsmettingsmat.




Achterin de stal met geiten staat de kerststal opgesteld met de hele stalbemensing: wijzen, herders en natuurlijk Jozef en Maria met poppenkind. Grappig, door onze gereformeerde achtergrond hebben we nooit levende kerststallen bezocht en nu gebeurt het toch. De kinderen nemen plaats op de strobalen vooraan. Wij stellen ons erachter op. Het vooraf opgenomen kerstverhaal wordt verteld. Als het over de herders gaat, beginnen die te bewegen en omhoog te wijzen. Daarna zijn de wijzen aan de beurt, die spelen hun pantomime. Na afloop zingen we met elkaar een paar kerstliederen. Het klinkt wat vals door begeleiding van een ontstemde gitaar en een fluit. De ene helft zingt met de fluit mee en de andere helft met de gitaar. Maar dat mag de pret niet drukken.




Als we er vertrekken, klinkt het geluid van de midwinterhoorn. Drie mannen, met hun hoorns over de balustrade van de geitenweide, proberen authentieke klanken voort te brengen. Dat gaat niet vanzelf, zo te horen. Onderweg naar het kerkgebouw aan de noordkant van het park worden we nog een paar keer getrakteerd op schorre klanken die in het donker opstijgen.




In de hal van de kerk geeft het plaatselijke muziekatelier een kerstconcertje. De kinderen doen het mooi en wij mogen regelmatig meezingen. De collectebus komt ook nog op tafel, want een paar slimme kinderen nemen de kans waar om geld op te halen voor '3FM Serious Request'. Het glazen huis staat dit jaar in Haarlem en ik merk wel, dat veel mensen enthousiast bezig zijn met geld ophalen voor de actie: 'Hands off our girls'.




Van de hal gaan we naar een kerkzaal. Daar is weer een totaal ander gebeuren. Twee jonge vrouwen voeren een kerstdans uit, waarin ze iets proberen uit te beelden van Gods liefde voor mensen. Ik vind het mooi gedaan, ik houd van dans, maar manlief vraagt me: 'Wat willen ze hier nu mee zeggen?' Aan hem is zoiets totaal niet besteed.




De laatste bestemming is de derde verdieping van de bibliotheek. Als we de ruimte binnen stappen, tokkelt er een dame op een harpje: verhalenvertelster Marieke van den Houten. Als we allemaal zitten staat ze op en begint met een 'werelds' kerstverhaal. Het gaat over een echtpaar dat een kindje verwacht, over spinnen en een kerstboom. Het wordt heel levendig gedaan. Onder harp-getokkel vertrekken we weer. We kunnen nog drinken halen in de kerk waar ook een kerstmarkt is van vrijwilligersorganisaties. Maar we besluiten lekker naar huis te gaan. Het is mooi geweest zo.



woensdag 10 december 2014

De decembermaand 2.

Advent.

Verleden week, toen ik zo aan het breien was, was ook de adventtijd begonnen. Haakvriendin heeft dit jaar een complete kerststal gehaakt. Het leuke is, dat deze in de kerk wordt uitgestald. Het is begonnen met een paar figuurtjes. Elke week wordt er meer bij geplaatst. Zo zag het er op de eerste adventzondag uit.


De eerste week gaat het over Maria, een jonge vrouw in Nazareth die van een engel hoort, dat ze een zoon zal krijgen zonder dat ze ooit intiem contact heeft gehad met een man. Met die onbevlekte ontvangenis is al heel vaak de spot gedreven. Dat kan toch niet waar zijn? Maar is geloven niet een kwestie van zeker weten dat zulke dingen wel gebeurd zijn?


[Luc. 1:26-38]

26In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, 27naar een meisje dat wasuitgehuwelijkt» aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Het meisje heette Maria. 28Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ 29Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. 30Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. 31Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. 32Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven. 33Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’
34Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad.’ 35De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. 36Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, 37want voor God is niets onmogelijk».’ 38Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling


Maar nu dat andere kindje. Zoiets gebeurt ook in deze adventtijd. We hoorden dat er woensdagavond een pasgeboren baby'tje was gevonden in het park waar we vlakbij wonen. Het was die nacht ijskoud. Het kindje zal toch niet te vondeling gelegd zijn en doodgevroren zijn', dacht ik bij mezelf, arm klein mensje. Later hoorden we dat het kindje al enige tijd dood was. Dat luchtte me wel wat op. Maar nu denk ik: 'Arme moeder, zat je zo in nood?' Ik vind het schokkend dat er in mijn omgeving mensen zijn die hun problemen op deze manier oplossen. Was er dan niemand die kon helpen? Ik hoop dat de moeder snel gevonden wordt en hulp krijgt.
Vrijdag wilden Nan en Sam naar de kinderboerderij zoals elke week. Dan kom je langs deze plek. De politie was de dag ervoor druk bezig met sporenonderzoek. Ik wilde er met de kleintjes niet langs lopen. Hoe moet je aan zulke kleintjes uitleggen dat daar een baby'tje in de kou is neergelegd. Die kinderboerderij komt een andere keer wel weer.

De decembermaand.

Apen breien of over hoe dwaas een mens soms bezig is.
Het is alweer een tijdje geleden dat ik een blog heb gemaakt. Het kwam er zomaar niet van.
Ik schreef de laatste keer dat we geen sinterklaas meer zouden vieren. Toch schoven we verleden week gezellig aan bij Pien en Theo. Ze vonden het leuk als we bij hen zouden komen eten. Het was ook leuk. Maar het heeft me heel wat tijd gekost en dat was eigen schuld.
Ik ben namelijk al enige tijd bezig met apen breien voor alle kleinkinderen. Een week voor sinterklaas was er een aap voor Peggy af gekomen. De aap voor Sue was ook al in de maak. Ik dacht bij mezelf: als ik opschiet dan kan ik op 5 december 4 apen klaar hebben. In het begin liep dat redelijk. Elk vrij moment werden de breinaalden gepakt. Toch viel het elke keer een beetje tegen qua tijd. Zodoende zat ik tv te kijken met tikkende naalden, de krant werd niet meer gelezen en toen we woensdag naar het zuiden afzakten voor de verjaardag van Henkie, zat ik de sjaal te breien van aap nummer 2. De bolletjes katoen had ik in een emmer tussen mijn voeten gedaan, zodat de katoen niet overal heen rolde. Op de terugweg was het donker. Als er een steek mis ging, moest de lamp in de auto aan om de schade te herstellen. Maar de sjaal kwam die woensdag wel af.
 Dan komt er een ‘point of no return’ en ga je alles op alles zetten om de klus af te maken. Op donderdagochtend moest aap nummer vier in elkaar gezet worden. Ik liet het huishoudelijke werk liggen, maar toch was het al halverwege de middag dat het beestje in de stoel zat te pronken. Daarna ging sjaal nummer 3 op de pennen. Er was die avond nog een kerkelijke vergadering en ik heb serieus overwogen om mijn breiwerkje mee te nemen naar de kerk. Toch niet gedaan, want dat zou veel te veel gevraag opleveren. Die avond kwam sjaal nummer drie af. Het was al laat.
De vrijdag was wat ongewis, want dat is de oppasdag. Als Sam en Nan niet al te veel aandacht zouden vragen, moest het lukken en anders ging het hele feest niet door. Het ging best goed. Ze speelden lief met de Lego. Naar de kinderboerderij wilde ik liever niet door wat er net gebeurd was. Maar dat verhaal komt later wel. Tussen de middag kon ik het laatste steekje afhechten, heerlijk.

Alles was nog niet klaar. Na het eten gingen de meisjes een mooie film kijken van Nanny McPhee en oma kon mooi de franjes aan de sjaals maken. Het was dus toch gelukt.
Later op de middag heb ik de beestjes een naam gegeven. De tweeling kregen Tup en Joep, genoemd naar boekjes van vroeger over een ondeugende apentweeling. Deb en Tan zijn fan van Violetta, een of andere Argentijnse meidenserie. Hun apen gaan Diego en Violetta heten.


Tup, Joep, Diego en Violetta.

Na het feest moesten Peggy en Sue naar bed. Ik ging ze welterusten wensen. Daar lagen ze, samen in een eenpersoonsbed en allebei met een aap in de armen. Daar doe je het voor.
Maar vraag niet hoe mijn armen aanvoelden. Nu, 5 dagen later, voel ik het nog.