donderdag 12 december 2013

Krantenbezorgers.

De dame van de krant staat me vriendelijk te woord. “Wat is uw postcode en uw huisnummer? Ai, ik zie dat het helemaal niet goed gaat …” Het gaat inderdaad weer niet goed. Minimaal eens in de twee weken is er geen krant of valt de verkeerde krant op de mat. We kunnen inmiddels al heel wat vertellen over onze krantenbezorgers.
Toen de krant een jaar of twintig geleden overging van post- naar brievenbusbezorging vonden we dat best prettig: heerlijk vroeg in de ochtend de krant in de brievenbus. De eerste bezorger was een scholier, die het prima deed. Helaas is het met scholieren zo, dat ze na verloop van tijd hun diploma halen en verdwijnen om elders te gaan studeren. Zijn opvolgster deed echt heel erg haar best, maar toch lukte het niet. Ze moest natuurlijk zo’n vijf verschillende kranten op de juiste adressen bezorgen. Ons probleem is, dat wij het laatste adres in de wijk zijn. We moeten het dus altijd doen met het overgebleven exemplaar. Elke dag lag er weer een andere krant op de mat: Volkskrant, Financieel Handelsblad, Algemeen Dagblad, Trouw. Soms troffen we het en konden we onze eigen krant lezen. Elke keer belde ik maar weer op en werd er per post een krantje nabezorgd. Na een aantal weken waren we het zo zat, dat we serieus overwogen ons abonnement op te zeggen. Het meiske heeft vast een ernstige klacht hebben ontvangen, want toen ik de volgende ochtend opstond, lagen er tot mijn verbazing drie kranten op de mat met een briefje erbij. Ze moet wanhopig zijn geweest, net zoals wij. We schoten  in de lach, ondanks het feit dat ons eigen blad er weer niet bij was. Vlak erna was het gedaan met haar carrière. Ik weet niet wie er een eind aan heeft gemaakt.


Haar opvolger deed het meer dan geweldig: elke ochtend om acht minuten over zes ging de klep van de brievenbus. Je kon de klok erop gelijk zetten. Ik was heel nieuwsgierig naar deze bezorger. Rond de jaarwisseling kwam hij de beste wensen langsbrengen. Het bleek een vijftigplusser te zijn. Hij vroeg of ik tevreden was. Ik vertelde hem, dat ik zeer tevreden was, want we hadden maar één keer geen krant gehad. Hij schoot meteen in een kramp en wilde weten wanneer dat was. Ik antwoordde hem, dat dat op 1 oktober moest zijn geweest. Toen ontspande hij weer; juist op die dag had een ander zijn wijk gelopen. Erna vond ik een briefje in de bus:


De man maakte het zichzelf niet gemakkelijk. Toen op een dag de verkeerde krant was bezorgd, ging om half negen de bel: hij kwam de krant omruilen voor de goede. Ik kreeg veel bewondering voor hem, toen me duidelijk werd, dat hij een dubbele wijk liep. En ‘s middags liep hij nog eens een dubbele wijk met een ander pakket kranten. Bij mijn ma bezorgde hij het Reformatorisch Dagblad. Ze was de enige RD-lezer in die wijk. Regelmatig stond hij voor haar deur even door haar krant te bladeren. Soms belde hij aan met de vraag, of hij de krant de volgende dag kon krijgen van haar. Jarenlang heeft deze bijzondere bezorger tot onze tevredenheid zijn werk gedaan. En rond de jaarwisseling gaven we hem met plezier een extraatje.
De laatste maanden is het bij tijd en wijle weer mis. Ik merk, dat ik helemaal geen zin heb om een vreemde krant te lezen. De opmaak voegt me niet, de onderwerpen zijn anders, ik mis het kerknieuws. Binnenkort ga ik kennis maken met onze bezorger. Ik twijfel nog over de beloning: wordt het een klein fooitje, of een echte aanmoedigingspremie.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten