De dame van de krant
staat me vriendelijk te woord. “Wat is uw postcode en uw huisnummer? Ai, ik zie
dat het helemaal niet goed gaat …” Het gaat inderdaad weer niet goed. Minimaal
eens in de twee weken is er geen krant of valt de verkeerde krant op de mat. We
kunnen inmiddels al heel wat vertellen over onze krantenbezorgers.
Toen de krant een
jaar of twintig geleden overging van post- naar brievenbusbezorging vonden we
dat best prettig: heerlijk vroeg in de ochtend de krant in de brievenbus. De
eerste bezorger was een scholier, die het prima deed. Helaas is het met
scholieren zo, dat ze na verloop van tijd hun diploma halen en verdwijnen om
elders te gaan studeren. Zijn opvolgster deed echt heel erg haar best, maar
toch lukte het niet. Ze moest natuurlijk zo’n vijf verschillende kranten op de
juiste adressen bezorgen. Ons probleem is, dat wij het laatste adres in de wijk
zijn. We moeten het dus altijd doen met het overgebleven exemplaar. Elke dag
lag er weer een andere krant op de mat: Volkskrant, Financieel Handelsblad,
Algemeen Dagblad, Trouw. Soms troffen we het en konden we onze eigen krant
lezen. Elke keer belde ik maar weer op en werd er per post een krantje
nabezorgd. Na een aantal weken waren we het zo zat, dat we serieus overwogen ons
abonnement op te zeggen. Het meiske heeft vast een ernstige klacht hebben ontvangen,
want toen ik de volgende ochtend opstond, lagen er tot mijn verbazing drie
kranten op de mat met een briefje erbij. Ze moet wanhopig zijn geweest, net
zoals wij. We schoten in de lach,
ondanks het feit dat ons eigen blad er weer niet bij was. Vlak erna was het
gedaan met haar carrière. Ik weet niet wie er een eind aan heeft gemaakt.
Haar opvolger deed
het meer dan geweldig: elke ochtend om acht minuten over zes ging de klep van
de brievenbus. Je kon de klok erop gelijk zetten. Ik was heel nieuwsgierig naar
deze bezorger. Rond de jaarwisseling kwam hij de beste wensen langsbrengen. Het
bleek een vijftigplusser te zijn. Hij vroeg of ik tevreden was. Ik vertelde
hem, dat ik zeer tevreden was, want we hadden maar één keer geen krant gehad.
Hij schoot meteen in een kramp en wilde weten wanneer dat was. Ik antwoordde
hem, dat dat op 1 oktober moest zijn geweest. Toen ontspande hij weer; juist op die dag had een ander zijn wijk gelopen. Erna vond ik een briefje in de bus:
De man maakte het
zichzelf niet gemakkelijk. Toen op een dag de verkeerde krant was bezorgd, ging
om half negen de bel: hij kwam de krant omruilen voor de goede. Ik kreeg veel
bewondering voor hem, toen me duidelijk werd, dat hij een dubbele wijk liep. En
‘s middags liep hij nog eens een dubbele wijk met een ander pakket kranten. Bij
mijn ma bezorgde hij het Reformatorisch Dagblad. Ze was de enige RD-lezer
in die wijk. Regelmatig stond hij voor haar deur even door haar krant te
bladeren. Soms belde hij aan met de vraag, of hij de krant de volgende dag kon
krijgen van haar. Jarenlang heeft deze bijzondere bezorger tot onze
tevredenheid zijn werk gedaan. En rond de jaarwisseling gaven we hem met
plezier een extraatje.
De laatste
maanden is het bij tijd en wijle weer mis. Ik merk, dat ik helemaal geen zin
heb om een vreemde krant te lezen. De opmaak voegt me niet, de onderwerpen zijn
anders, ik mis het kerknieuws. Binnenkort ga ik kennis maken met onze bezorger.
Ik twijfel nog over de beloning: wordt het een klein fooitje, of een echte
aanmoedigingspremie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten