Op eerste
kerstdag hadden we heel het nageslacht uitgenodigd. Dat zijn meer dan twintig
personen. Ik had beloofd een eenvoudige
maaltijd bereiden. Dat gaf wel even hoofdbrekens, want zo’n menigte kun je niet
meer aan één grote tafel kwijt.
Manlief was
natuurlijk nieuwsgierig. Ik vertelde hem twee grote pannen soep te zullen
maken: prei-mosterdsoep en pindasoep. Achteraf hoorde ik, dat hij bij een
dochter had geklaagd over deze keuze. Bij deze dochter vond hij een gewillig
oor, want ze lust geen prei en waarschijnlijk ook geen pindasoep. Dus maakte deze
dochter terloops een opmerking: ‘Mam, je maakt toch geen pindasoep, hè. Je weet
toch dat Tan een pinda-allergie heeft?’ Ik trapte erin: ‘Tan? Een pinda-allergie? Gelukkig
heb ik ook prei-mosterdsoep gemaakt.’ Ze keek me verschrikt aan: ‘Je weet toch
dat ik geen prei lust?’ Missie van dochter mislukt.
De middag
voor kerst komt oudste dochter met Deb en Tan helpen met de voorbereidingen,
heel gezellig. Een paar uur later staat vrijwel alles klaar: twee salades naar
eigen recept, vers gemaakte yoghurtsauzen en natuurlijk de soepen. De recepten
heb ik van internet gehaald en ze smaken werkelijk heerlijk.
Na kerktijd
komt iedereen in de loop van de middag binnen vallen. De kleinkinderen spelen
zoals gewoonlijk heel genoeglijk met elkaar door het hele huis heen, dus die
horen we niet meer. Kleine San scharrelt tussen de omes en de tantes in de
kamer door en de allerkleinste spruit doet nog niet veel anders dan slapen en
drinken.
Na de koffie
dekken we de tafel met de salades, sausjes, afgebakken brood, rauwkost en
hapjes.
Ik heb bovendien
twee kilo scharrelvlees gekocht voor op de teryaki-plaat. Er staat zo meer dan
voldoende op tafel. De soep moet ieder zelf opscheppen in de keuken. En voor
het vlees moet je je even positioneren bij de grillplaat. We hebben geen
smaakvol servies dat nodig zou zijn voor een geslaagde kerst. Alles is van
overal bij elkaar geraapt. Maar het smaakt evengoed prima. Kortom, we hebben
het gewoon gezellig met elkaar.
Maar nu het
toetje. Manlief mag het klaarmaken. Het is een oud recept dat eigenlijk niet
meer bereid mag worden, omdat er rauw ei aan te pas komt. Het werd vroeger vaak
bij manlief thuis gegeten, in de herfst, na het bramen plukken. Je hebt er
namelijk bramensap voor nodig. Dit najaar hebben wij in de duinen bramen
geplukt en er twee flessen sap aan over gehouden. Dat komt nu mooi van pas.
Als je een
paar pakken vanillevla koopt en het recept met drie vermenigvuldigt, kun je
veel mensen van een lekker toetje voorzien.
Haagse
Bluf.
Nodig voor 6 personen:
- 1 klein kopje bramensap
- 1 klein kopje suiker
- 1 ei
- een mixer
Bereiding:
Doe de suiker en het sap in een mixer-kom.
Splits het ei boven een kommetje en zorg
ervoor dat de dooier goed van het wit gescheiden wordt, als er wat geel bij het
wit komt, wordt de massa niet goed stijf.
Doe het eiwit in de mixer-kom en mix net zo
lang tot de massa stijf wordt en in de kom blijft hangen als je ’m
ondersteboven houdt.
Schenk in 6 schaaltjes wat vanillevla en
schep de bluf erboven op, heerlijk.
En dit was tweede kerstdag: heerlijk uitrusten en even genieten van buiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten