woensdag 20 november 2013

Is stamboomonderzoek saai? (1)

Mijn opa had een Italiaanse achternaam. Ons gezin woonde vroeger bij hem in en zijn achternaam  prijkte op een emaille naamplaatje op de voordeur. Dat riep vragen op. Maar als ik mijn moeder ernaar vroeg, was het antwoord: ‘Eén van je voorouders was een Italiaanse zeeman, die in Breda een meisje verleidde en daarna met de noorderzon is vertrokken. Meer weet ik er niet van.’ Ook opa wist verder niets te vertellen.
Een jaar of vijf geleden volgde ik een miniworkshop ‘Genealogie’ op een startdag van onze kerk. Binnen een uur kwam ik erachter dat er veel op internet te vinden is. Ik ging naar Genlias.nl en zocht op de bewuste naam. Warempel, er rolde een flinke hoeveelheid gegevens uit.
In 1773 huwde een jongeman uit Bellinzonium met een Hollands meisje. Het was geen zeeman, maar een stukadoor. Na een weekje zoeken en puzzelen had ik een globale stamboom in elkaar gezet. Alle puzzelstukjes pasten naadloos in elkaar. Die ‘Italiaanse zeeman’ bleek wel zeeman te zijn,  maar was ondertussen een  gewone Hollander. De hele familiegeschiedenis was in één man samen gevat.
Het verbijsterde me, dat het om de grootvader van mijn opa ging, slechts vier geslachten terug. De man had een gezin met kinderen. Het huwelijk was spaak gelopen. In 1883 volgde een echtscheiding wegens kwaadwillige verlating. En daarna leek hij van de aardbodem verdwenen te zijn. Voor zijn kinderen bestond hij blijkbaar ook niet meer, want geen van zijn nazaten kreeg zijn naam. Een echtscheiding was in die tijd natuurlijk een vreselijke schande.
In 1900 duikt de zeeman weer op in het vreemdelingenregister van Antwerpen. Hij vestigt zich in de stad, zijn huwelijkse staat is weduwnaar van … (gelogen dus) en als beroep geeft hij koetsier op.

Die kleine workshop heeft nogal wat gevolgen gehad. Er werd namelijk ook gezegd dat je nog levende familie moet opzoeken om bestaande herinneringen vast te leggen. Zo ben ik bij oudere neven en nichten geweest met de vraag wat zij allemaal nog weten over de familie. Het waren wat herinneringen aan vooral mijn oma. Over mijn opa was niet veel bekend. Mijn familie is protestant en woont in Noord Nederland. Het voorgeslacht van mijn opa was Rooms-katholiek in Zuid Nederland. Met de verdwenen zeeman zijn ook alle familiecontacten verloren gegaan.
In het telefoonboek heb ik gezocht op de Italiaanse naam. Het bleek om 17 adressen te gaan, heel overzichtelijk. Naar elk adres is een brief gestuurd met vragen en een beknopte genealogie. Wat werd er spontaan gereageerd, ieder had wel een stukje informatie. Ook kwamen er foto’s tevoorschijn.
Uiteindelijk heb ik bij Schiphol een plezierige ontmoeting gehad met drie verre verwanten die ook onderzoek deden naar hun voorgeslacht. Het heeft een schat aan foto’s en bidprentjes opgeleverd. Zij waren heel nieuwsgierig hoe het verder was gegaan met de Noordelijke protestantse tak.

De vrouw van de zeeman.

Volgens de zuidelijke tak had één van de eerste verwanten in Nederland gevochten voor Napoleon. Ik kon er tot deze zomer niets over vinden op internet, maar deze zomer verscheen er een familielid op wiewaswie.nl: een voltigeur in het derde regiment van het Bataafse leger. Hij was notabene in mijn eigen woonplaats overleden in 1806.
Het gevolg hiervan is dat je ineens midden in de geschiedenis van de Franse tijd in je eigen omgeving zit. Er heeft zich in Noord Holland een complete oorlog afgespeeld. Wat is een voltigeur? Hoe zit een regiment in elkaar, enzovoort.


Het jaar 1799 is deze maanden onderwerp van een geschiedenisproject voor de basisschool. Verleden week kon ik onverwacht mee naar het Stedelijk Museum als begeleidster van groep 7/8. Het was leuk. Een vrijwilliger van het museum was verkleed als Schots soldaat in complete uitrusting. Hij had wapens en foerage en alles werd uitgebreid uitgelegd. De kinderen mochten een sabel tillen (loodzwaar), er was een musket en een kanon met 5 lopen. Ze leerden er van alles over het vuurklaar maken voor een volgend schot, over kruitaapjes en meer van zuks. Hij legde ook uit hoe een regiment van 10 bij 10 man zich verplaatste. De vrijwilliger had een rood jasje aan, maar als je dat in blauw denkt, dan is daar mijn verre verwant in beeld.
Wil ik nu nog meer te weten komen, dan moet ik naar het regionaal archief, iets wat ik nog nooit heb gedaan. Want de volgende vraag is natuurlijk hoe de man gestorven is. Zijn er archieven van plaatselijke hospitaaltjes en Bataafse regimenten te vinden.


Zo blijf je dus bezig. Maar saai is het niet. 
O ja, een voltigeur is een lichte infanterist, klein van gestalte en een goede schutter. Ze moesten vooruit trekken om de bevelvoerders van de vijand uit te schakelen. Als ze klein waren vielen ze minder snel op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten