vrijdag 23 oktober 2015

Over vluchtelingen.



Deze week stond deze foto in de krant, geplaatst bij een verhaal over de verslechterende omstandigheden van de vluchtelingen op de Balkan. Het is er weer eentje in een lange reeks van verslagen. Soms betrap ik me erop, dat mijn interesse wat minder wordt. Ik neem het artikel vluchtig door en kijk dan naar de foto. Meteen schiet ik recht overeind op mijn stoel. Op de foto zijn een aantal goedgeklede en geschoeide jonge mannen onderweg naar veiliger oorden. Het weer is niet best, daarom hebben ze plastic over hun hoofden gedrapeerd. 
Ergens tussen hen in loopt een moslim-moeder, op blote voeten Op haar rug draagt ze een kind. Met haar linkerarm tilt ze nog een kind en klemt daarbij een Rode Kruis tasje in haar hand. Aan haar rechterhand loopt een meisje mee dat gelukkig schoenen aan haar voeten heeft. Ik ben verontwaardigd. Die kerels om haar heen, zouden die te beroerd zijn om de vrouw te helpen?
Manlief merkt op dat deze foto met een telelens gemaakt is en dat daardoor de afstanden moeilijk te bepalen zijn. Maar toch ..., zouden die kerels de vrouw niet opgemerkt hebben?
Als ik grenswachter was, zo schiet het door mijn hoofd, dan zou ik de vrouw doorlaten en de mannen de toegang weigeren. Een reactie in de krant is dan ook: 'Zo willen we het niet'.

Ik hoor niet bij het "Wilders'kamp. Als christen vind ik dat we mensen in nood moeten opvangen, temeer omdat wij al jarenlang een democratische samenleving hebben waar plaats is voor iedereen en tot de allerrijksten van deze wereld horen. We hebben mogelijkheden genoeg om vluchtelingen een veilige plek te bieden. Er kunnen er heel wat meer bij. Toch kom ik in conflict met mezelf als ik hoor van christenen en homo's die de vluchtelingenopvang uit getreiterd worden door hun landgenoten. Het kan toch niet waar zijn dat mensen naar de vrijheid vluchten en anderen het licht in de ogen niet gunnen. Daar kan ik me wel zorgen om maken.
Maar ik ga er van uit, dat de meesten hier komen, omdat ze een nieuwe toekomst zoeken en niet omdat ze van ons land een nieuwe, intolerante samenleving willen maken. 
En die intolerante medelanders? Waarschijnlijk worden de meesten wel weer rustig als ze ontdekken dat het allemaal best meevalt: 'onbekend maakt onbemind.' 
Er zullen een aantal mensen zijn, die blijven schreeuwen, bedreigen en ramen ingooien. Het lijkt me het beste om hen een tijdje bij IS in Syrië te droppen. Ik denk dat ze er dan vanzelf stil worden.
Mochten we zelf ooit moeten vluchten, dan hoop ik, dat er ergens een gastvrije plek voor ons is.

In de Bijbel wordt de vluchteling/vreemdeling regelmatig genoemd. Altijd wordt opgeroepen om gastvrij te zijn. Dit stukje uit Mattheüs 25 zijn woorden van Jezus zelf. Het gaat over wanneer hij terug komt naar deze aarde.

Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon.  Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links.  Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.  Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op,  ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.”  Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven?  Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed?  Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?”  En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen.  Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken.  Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.”  Dan zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd?”  En hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan.”  Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten