We wonen in een straat met een school. Vanuit de keuken kijk ik zo een paar klaslokalen in, waar een leerkracht volhardend bezig is de leerlingen wat kennis bij te brengen.
Soms zie je wel eens wat geks, zoals in die warme zomer toen de ramen vaak open stonden. Bij tijd en wijle klommen er een paar jongetjes naar buiten, die wat rommelden in het struikgewas en dan weer vlug naar binnen klommen. Juf was dan blijkbaar even de klas uit. Op een keer durfden de mannen niet meer naar binnen. Juf was eerder terug dan ze dachten. Er zat niets anders op dan door de ingang weer naar binnen te stappen en de juf weer onder ogen te komen. Daarna klom er niemand meer het raam uit.
De kinderen werden toen allemaal lopend of fietsend naar school gebracht. Tegenwoordig is dat anders. Ik geloof dat het een uitzondering is dat een kind niet met de auto wordt gebracht.
Onze kinderen zaten op een gereformeerde basisschool op zo'n 4 kilometer afstand. Toen de schoolbus wegens bezuinigingen niet meer reed, moesten we gaan fietsen. En dat beviel me prima. De kinderen leerden zo al heel jong de verkeersregels. Als ze naar groep zeven gingen, mochten ze alleen. Dat konden ze prima aan.
Met de auto ging ik liever niet; je kwam meteen in de spits op de randweg terecht. En dan maar zien of je op tijd op school kwam. Ik werd er altijd heel chagrijnig van.
Het was in 1998. De kinderen
moesten naar school en om één of andere reden kon dat onverwacht niet op de
fiets. Er zal wel een band leeg hebben gestaan, of misschien was het weer heel
slecht. Dat betekende, dat het volkje in de door hun verfoeide Lada moest
stappen en dat ma, met de smoor erin, zich in de langzaam rijdende tot
stilstaande file op de randweg moest voegen. Geen pretje dus. Bovendien bleek dat de gastank zo ongeveer leeg was, dus moest ik ook eerst nog even langs het
tankstation. Nu is gas tanken vroeg op de ochtend niet iets voor mensen met een ochtendhumeur. Ik koppelde
netjes de slang op de tankuitgang aan en daarna zou een kind de was kunnen
doen. Je moet namelijk gewoon op de grote knop drukken. Probleem was in dit geval, dat
de gasslang voor de knop hing. Maar er was een andere knop. Duf en niets
vermoedend drukte ik op die knop. Plotseling werd ik me ervan bewust, dat er
ergens iets loeide en dat er een licht zwaaide. Bij de shop kwam iemand al zwaaiend en roepend naar
buiten rennen. Ik liet de knop los en zag dat iedereen naar me stond te
kijken. Wat bleek; ik had de alarminstallatie in werking gesteld met sirene en
al. En bij al de brave mede-tankers was de benzinetoevoer gestopt. Enfin, ik was
in ieder geval klaar wakker. Met het schaamrood op de kaken liep ik naar de shop om te betalen en wist daarna niet hoe gauw ik weg moest rijden.
Later hebben we er in de auto hard om gelachen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten