zondag 24 mei 2015

Luilak.

Gisterochtend werd ik om zes uur wakker. In de verte speelde een trompet een vrolijk wijsje en een trommeltje roffelde op de maat mee. Het geluid kwam steeds dichterbij, passeerde ons huis en stierf toen weer langzaam weg. Het maakte me aan het lachen.
'Ach ja, het is luilak', bedacht ik, 'helemaal vergeten.' 's Middags vertelde ik het in Brabant aan mijn schoonzusje. 'Luilak? Wat is dat? Ze had er nooit van gehoord. Het is dan ook een oud gebruik dat zijn oorsprong vindt in de Zaanstreek. Het was de bedoeling, dat de jeugd de nacht voor Pinksteren heel vroeg de straat opging en met veel lawaai de volwassen mensen uit hun slaap haalde.

Op vrijdag werd mijn fiets klaargemaakt. Mijn pa sloeg een gat in de bodem van een conservenblik, nam een stuk sisal touw en knoopte aan het eind een spijker vast. Het touw werd door de petroleum gehaald en door het gat in het blik gestoken. Het blik ging, met de bodem naar boven, op de bagagedrager. Het touw werd strak vastgemaakt aan het draaiende deel van de achteras. Als je ging fietsen maakte dat een akelig jankend geluid. 
In de luilaknacht werd ik heel wat keertjes wakker: is het al tijd om te gaan? Zodra het ging schemeren wipte ik mijn bed uit en fietste al jankend door de straten. En ik was niet de enige. Het was een kolossaal jank-orkest, begeleid door lopende kinderen met een pan met een pollepel. Overal was de deurbel uit voorzorg uitgezet. Soms was iemand dat vergeten. Dan was er altijd wel een kind dat met veel plezier de bel een tijdje ingedrukt hield. Anderen hadden een stuk zeep meegenomen en smeerden er de ramen mee in. In de week voor Pinksteren werden er dan ook geen ramen gelapt, dat moest op zaterdag gebeuren. 
Als het licht was, stopten we. Ik fietste met wat opgespaarde geld naar de Geraniummarkt in Beverwijk en kocht daar een plantje voor mijn ma.



Het zijn echt jeugdherinneringen. Toen we met ons gezin in een nieuwbouwwijk gingen wonen, bestond luilak alleen nog maar uit vandalisme. Je ramen werden ingesmeerd met een goedje dat bijna niet te verwijderen was. Straatborden werden vernield. De auto werd bekrast. Het was echt iets om tegenop te zien. En ik had de kinderen liever in bed. Er werden festivals georganiseerd om de jeugd van straat te houden. 

De laatste jaren is het zomaar heel stil geworden. We vergeten de bel af te zetten, dat hoeft ook niet. Luilak is bijna vergeten. Alleen de luilakmarkt in het winkelcentrum is nog springlevend.
Daarom had ik plezier, vanmorgen om zes uur in mijn bed. Het deed me aan vroeger denken. Ik draaide me om en viel weer in slaap.


Luilak, beddezak, staat om negen uren op!
Negen uren, hallef tien, kan de luilak nog niet zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten