Op de laatste dag van onze familievakantie trakteren opa en
oma het nageslacht op eten van de Chinees. De dag ervoor kwamen we er op de
fiets langs en hebben we meteen een menulijst meegenomen. Dat is heel
praktisch, want iedereen kan invullen wat ie wil eten en ik kan dat reduceren
tot aanvaardbare porties. Want om nou 24 menu’s te bestellen; die krijg je in
geen 24 dagen weggewerkt. Aan elk product is een nummer verbonden. Zo ligt er
uiteindelijk een lijst met nummers en porties klaar die ik door wil bellen. Ons
eigen mobieltje heeft weinig bereik zo pal op de grens van Nederland en
Duitsland, want daar bivakkeren we. Ik krijg van Loes haar Smartphone om de
Chinees een uurtje voor etenstijd te bellen.
Het gesprek met de dame met Aziatisch accent verloopt goed
en zij staat erop de bestelling nog een keer te herhalen. Dat gaat prima, maar
halverwege valt de verbinding weg. Ik kan haar toch al slecht verstaan, want
Bertje staat met ronkende motor op een paar meter afstand op Loes te wachten.
Zij gaan even naar het stadje een boodschap doen en zullen op de terugweg de
bestelling van de Chinees meenemen.
Ik bel terug
naar de Chinees en krijg de dame weer aan de lijn. De vrouw vraagt met een stem
waar de schrik nog in doorklinkt: ‘Is alles goed met u?’ Ik snap niets van haar
vraag en verzeker haar dat alles goed is. ‘Echt waar?’ ‘Ja, echt waar.’ Gerustgesteld breekt ze het gesprek af. Ik
kijk een beetje verdwaasd naar Loes en Bertje. Bertje weet te vertellen wat er
aan de hand is. Als de telefoon van Loes te dicht bij de auto is, wordt het
gesprek via de auto van Bertje voortgezet en niet meer via de Smartphone van
Loes. Dus toen Bertje de auto voorreed, ging mijn gesprek in de auto verder.
Bertje riep vervolgens hard: ‘Weglopen!’, wat ik niet hoorde. Ik brak het
gesprek af omdat mijn verbinding verbroken was. Dat was dus het
laatste wat de dame opgevangen heeft en natuurlijk is ze zich kapot
geschrokken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten