woensdag 23 juli 2014

Met kinderen en kleinkinderen op vakantie: de witte kip.

Als we op ons vakantieadres aankomen, heeft de verhuurster in de keuken een schaal met een flinke hoeveelheid kippeneitjes voor ons klaargezet. Dat is wel heel lief van haar. De eieren komen van eigen erf, want er scharrelen twee toom kippen rond.
Naast de kippenren is een veldje met één doel. Daar kun je dus voetballen concludeert ons nageslacht. Het andere doel is snel gemaakt met twee hoopjes schoenen vlak voor de kippenren. En daar gaan ze, de jongens tegen de meiden. Het gaat er fanatiek aan toe. Het manvolk vergeet af en toe dat vrouwen wat teerder zijn gebouwd. Maar plezier hebben ze, ondanks dat er  iemand soms een enorme loeier tegen zijn/haar lijf krijgt. De kippen kakelen wat onrustig door elkaar en plotseling ontdek ik een witte kip, hoog in de boom. Het beest zit angstig mee te kakelen.
Ik heb nooit geweten dat kippen hoog in bomen kunnen zitten, maar een paar jaar geleden hadden we ook zoiets: een parelhoen die ’s avonds nooit het hok in wilde en dan gewoon de boom in vloog. Het was op de camping van een freule in  Blijham in Groningen. Ik dacht dat het een uniek geval was, want op die camping was alles bijzonder. Maar nu zit hier weer een kip in de boom: een mooie witte deze keer. Ik schiet gauw een plaatje van haar.
Op een gegeven moment geeft iemand de bal zo’n poeier, dat ie in de kippenren terecht komt. Daar kun je op wachten natuurlijk. De kippen vliegen kakelend uit elkaar en de boomkip schrikt zo erg, dat ze in één keer op de grond ploft, waar ze versuft door blijft kakelen.
Als er de avond erna weer gevoetbald wordt, schieten de kippen meteen weer in de stress. Het duurt een tijdje voordat ze weer rustig worden.



Twee dagen erna komen de kleinkinderen melden dat er een kip dood is. ‘Is het een witte?’ , Ja oma, het is de witte.’ Oeps, het beestje is de val en de stress waarschijnlijk niet meer te boven gekomen. Ik meld het aan de eigenaresse. ‘Tja, ook kippen gaan op een keer dood’, reageert ze. We weten natuurlijk ook niet of het inderdaad door de bal is veroorzaakt. Witte kip kan het niet meer vertellen.

dinsdag 22 juli 2014

Met kinderen en kleinkinderen op vakantie: eten van de Chinees.

Op de laatste dag van onze familievakantie trakteren opa en oma het nageslacht op eten van de Chinees. De dag ervoor kwamen we er op de fiets langs en hebben we meteen een menulijst meegenomen. Dat is heel praktisch, want iedereen kan invullen wat ie wil eten en ik kan dat reduceren tot aanvaardbare porties. Want om nou 24 menu’s te bestellen; die krijg je in geen 24 dagen weggewerkt. Aan elk product is een nummer verbonden. Zo ligt er uiteindelijk een lijst met nummers en porties klaar die ik door wil bellen. Ons eigen mobieltje heeft weinig bereik zo pal op de grens van Nederland en Duitsland, want daar bivakkeren we. Ik krijg van Loes haar Smartphone om de Chinees een uurtje voor etenstijd te bellen.
Het gesprek met de dame met Aziatisch accent verloopt goed en zij staat erop de bestelling nog een keer te herhalen. Dat gaat prima, maar halverwege valt de verbinding weg. Ik kan haar toch al slecht verstaan, want Bertje staat met ronkende motor op een paar meter afstand op Loes te wachten. Zij gaan even naar het stadje een boodschap doen en zullen op de terugweg de bestelling van de Chinees meenemen.
Ik bel terug naar de Chinees en krijg de dame weer aan de lijn. De vrouw vraagt met een stem waar de schrik nog in doorklinkt: ‘Is alles goed met u?’ Ik snap niets van haar vraag en verzeker haar dat alles goed is. ‘Echt waar?’ ‘Ja, echt waar.’  Gerustgesteld breekt ze het gesprek af. Ik kijk een beetje verdwaasd naar Loes en Bertje. Bertje weet te vertellen wat er aan de hand is. Als de telefoon van Loes te dicht bij de auto is, wordt het gesprek via de auto van Bertje voortgezet en niet meer via de Smartphone van Loes. Dus toen Bertje de auto voorreed, ging mijn gesprek in de auto verder. Bertje riep vervolgens hard: ‘Weglopen!’, wat ik niet hoorde. Ik brak het gesprek af omdat mijn verbinding verbroken was. Dat was dus het laatste wat de dame opgevangen heeft en natuurlijk is ze zich kapot geschrokken.

Enfin, een uurtje later zitten we lekker op ons terras Chinees te eten. En er bljft niet eens zo heel veel over.



Met kinderen en kleinkinderen op vakantie: het onderbroekenraadsel.

We zijn een weekje weg geweest met kinderen en kleinkinderen. Het is heel leuk geweest. De kleintjes hebben zich eindeloos vermaakt op de boerderij met een grote speelzaal en buiten was ook allerlei vertier. De groten hadden ’s nachts veel plezier als de kleintjes heerlijk in bed lagen.
Op zondagavond waren de meesten al naar bed. Alleen Henkie, Bertje en Mar waren volgens mij nog op om te genieten van buiten zijn en een spiritueel drankje. Het is me toch steeds niet helemaal duidelijk wat er toen is gebeurd en wie wat gedaan heeft.
De volgende ochtend zitten we op ons terras lekker aan de koffie als ik hoog in de boom naast het terras iets zie hangen. Wat is dat  nou? Het lijken wel onderbroeken aan een touwtje. Ik alarmeer de anderen. We lopen naar de boom en turen omhoog. Inderdaad, daar hangen een aantal herenonderbroeken aan een katoenen draad die uit de handwerktas van Mar komt. ‘Er hangt daar een broek van mij’, roept de ene schoonzoon, ‘En die is van mij’, roept andere schoonzoon, ‘En eentje van mij’, zegt Henkie. ‘Die geruite is van mij’, vervolgt Bertje. Daar staan we te kijken. Iemand probeert er met een wisser met lange steel bij te komen, maar dat lukt niet. Bertje, Henkie en Mar staan er met een stalen gezicht bij te kijken. Er loopt ook een draad binnen handbereik langs de boomstam. Die knip ik door en dan glijden de broeken allemaal op de grond. Het is wel een beetje gênant, want eentje heeft er flinke remsporen. ‘Van wie is die onderbroek?’ Er reageert niemand. Het blijft ook gissen wie de dader is. Er komt nog een grote steen met draad erom heen gewikkeld uit de boom rollen. Zo hebben ze het dus gedaan, al gooiend met een richting de takken. De onderbroeken komen buiten allemaal op een stapel te liggen.




Tan vindt het allemaal bar interessant en ze stelt een onderzoek in, samen met nicht Margje. Iedereen wordt aan een verhoor onderworpen. Ik geniet; heerlijk, die kinderen. Ik geniet minder als blijkt, dat ze boven in de slaapkamers op onderzoek uitgaan en uit mijn waszak vieze onderbroeken opvissen. Die onderbroeken zitten niet voor niets in de waszak. Het spul ligt plotseling buiten uitgestald voor sporenonderzoek. Ik haast me om mijn ondergoed weer weg te bergen en maak duidelijk dat ze nu te ver zijn gegaan. Waarmee ik meteen tot verdachte wordt gebombardeerd.


De stapel onderbroeken reduceert in de loop van de week tot één onderbroek die niemand weg haalt. Dochter draait ‘m met de was mee en op vrijdagochtend ligt ie weer buiten op de tafel. Ik begin nu wel heel erg nieuwsgierig te worden. Maar als er eventjes niemand aanwezig is op het terras, is de broek ineens verdwenen. Het ware van deze geschiedenis komen we dus waarschijnlijk nooit aan de weet.

dinsdag 8 juli 2014

Theezakjes maken.

Het is vakantietijd en het regent, prima weer om wat in elkaar te frutselen. Ik ga bedankjes maken voor de mensen die afgelopen zaterdag te gast waren op ons 40-jarig huwelijksfeest.
Dat worden kaartjes met tekst en een zelfgemaakt theezakje erbij.

Werkwijze theezakje. 

- Om zoiets te maken heb je losse thee nodig. Mijn keus valt op heerlijk geurende kokos-ananasthee.
- Via internet is theezakjespapier te koop. Ik ben naar de dichtstbijzijnde quiltwinkel gegaan en heb een metertje heel dunne vlieseline gekocht, is bijna hetzelfde. Met koffiefilters gaat het ook prima.
- Het is leuk om een tekststempel te gebruiken. Bij Cook&Co is levensmiddelenkleurstof te koop. Daarmee kun je stempelen. Opgevouwen keukenpapier dient als stempelkussen. Daar giet ik de kleurstof op en druk de stempel er stevig in. Het werkt echt.
- Op internet zijn de mooiste labels te vinden en te downloaden.
- Verder is er een naaimachine nodig (grote stiksteek) en wat dun wit garen.


- Teken met een ballpoint de omtrek van een colaglas op de vlieseline
- Knip dit rondje een aantal keren uit. De helft van de rondjes wordt bestempeld met een tekst'.
- Schep een theelepeltje thee op een blanco rondje en leg er een gestempeld rondje bovenop.
- Stik de rondjes met de naaimachine langs de rand op elkaar.

Op dit moment kom ik erachter, dat rond stikken met deze dunne vlieseline heel lastig gaat. Misschien ligt het aan mijn naaimachine. Daarom begin ik opnieuw, nu met langwerpig geknipte stukjes vlieseline. Ik zet op de ene helft een stempel en vouw het lapje dubbel. Recht stikken gaat gelukkig heel wat eenvoudiger. Ik begin nu te naaien zonder vulling en halverwege schep ik er een lepeltje thee in, waarna het zakje verder dicht gestikt kan worden.


- Download leuke labeltjes van internet en snijd ze uit. Achterop kan je naam geschreven worden.
- Neem een naald met dun garen. Steek de draad door het theezakje en door het labeltje. Knoop de draad aan beide kanten vast.

vrijdag 4 juli 2014

Inktlap.

Het is bijna vakantie en dan neem ik altijd wat tekenspulletjes mee. Nu ben ik vooral bezig met pen en Oost-Indische inkt. Het is een heerlijke bezigheid: allerlei mooie dingetjes met potlood tekenen en erna overtrekken met inkt.
In mijn kinderjaren was die inkt dramatisch voor mijn schrijfkunsten. Als je linkshandig bent, veeg je elke keer dwars door de natte inkt heen. Ter compensatie draaide ik mijn hand nog verder door naar boven, zodat je een beetje boven de letters zat met je vingers. Het ging natuurlijk regelmatig mis, zodat ik nooit verder kwam dan een mager zesje, al stonden de letters nog zo mooi op papier.
Ik vermoed dat dit de oorzaak is van mijn extreme linkshandigheid. De ballpoint is voor mij dan ook een geweldige uitvinding geweest.
Als ik in de supermarkt extra geld opneemt bij het pinnen, willen ze een handtekening van me op de kassabon. Ik moet de bon een kwartslag draaien om mijn merkteken neer te zetten. De kassière kijkt meestal een beetje bevreemd toe.

Het is geen beletsel geworden om pentekeningetjes te maken met kroontjespen en inkt. De uitdaging is groot om het vlekkeloos te doen, maar regelmatig moet ik toch smetten wegkrassen. In het vuur van het tekenen heb ik vaak te weinig geduld om natte delen te laten drogen.
Ik was gisteren bezig met stukjes keukenpapier om overtollige inkt van het pennetje te vegen, toen ik plotseling aan de inktlap van vroeger dacht: uit restjes stof knipte mijn moeder met een kartelschaar ronde lapjes en naaide ze met een mooie knoop op elkaar vast.

Restjes stofjes heb ik altijd wel en de knopendoos is rijk gevuld, dus die inktlap was snel gemaakt en gaat lekker mee op vakantie.


donderdag 3 juli 2014

Haagse Bolus

Het wordt weer eens tijd voor een recept van mijn opa. Hij maakte ze wel eens voor de verjaardag van één van ons. En dat gebeurde dan weer in de keuken waar deuren en ramen potdicht zaten en de damp op de ramen stond. Grappig dat zulke dingen zo in je geheugen blijven hangen. Het roept mooie gevoelens op als warmte en veiligheid.
Zo’n bolus was heerlijk. Ze kregen bij ons geen kans om koud te worden, want dan was er al geen een meer over. Eenmaal het huis uit, probeerde ik ze zelf te bakken. Ze smaakten heerlijk, maar ik was zo dom om er veel te maken met het idee er langer van te genieten. Maar dat werkt bij deze bolussen niet. Als ze wat ouder worden, worden ze taai en kleverig.
Verse gist is niet meer zo gemakkelijk te krijgen, maar we hebben in de stad een molen waar nog meel wordt gemalen en waar je gewoon verse gist kunt kopen.
Je kunt zien dat het een bakkersrecept is, want de benodigde hoeveelheden zijn groot. Maar dat is natuurlijk eenvoudig in kleinere hoeveelheden om te zetten.





HAAGSE BOLUS.

Nodig voor 30 stuks:
- 1 kg. bloem
- 7 ½ deciliter lauwe melk
- 40 gram verse gist
- 20 gram zout
- 50 gram boter
- suiker en kaneel

- Maak een gistdeeg van bloem, melk, gist, zout en boter. Zout en gist mogen niet met elkaar in aanraking komen. Dus verbrokkel eerst de gist door de bloem en de melk. Doe daarna zout en boter erbij. Laat het deeg goed rijzen op een tochtvrije, warme plek.
- Verwarm de oven voor op 225 oC.
- Verdeel het deeg in 30 langwerpige stukjes.
- Strooi suiker en kanaal op het werkvlak en rol de deegstukjes hier doorheen.
- Rol de stukjes deeg na een korte rust uit tot lange stengels en vorm hier krakelingen van. Leg ze op een goed beboterd bakblik.
- Laat de bolussen 15-20 minuten bakken tot ze lichtbruin zijn.
- Om vastplakken te voorkomen direct na het bakken op het aanrecht omkeren en laten afkoelen.