Eens in de drie weken wordt op dinsdag de grijze kliko met plastic
afval geleegd. Onze bak hebben we ook deze keer keurig op tijd op de verzamelplaats
neergezet. Ik hoor de vuilniswagen langs gaan als ik op het punt sta de deur uit te
stappen. Dus eerst de bak maar ophalen voor ik vertrek. Maar hoe ik ook kijk; onze
kliko staat er niet bij. Dat is raar! Blijkbaar is ie meteen weg gerausd door
iemand anders. De buurvrouw die bij de verzamelplek woont is net buiten en ziet
me een beetje verdwaasd rond kijken. ‘Wat is er? Je staat zo te kijken.’ Ik vertel haar dat onze kliko er
niet meer is. Buurvrouw reageert; ‘Het is gek, er stonden zeven bakken langs de weg en toen de
vuilniswagen door reed waren het er nog zes. Ik snap er niets van.’ Ik bedenk
bij mezelf dat iemand heel snel de verkeerde bak heeft terug gehaald, of dat iemand de
bak heel even nodig heeft om nog een keer afval neer te zetten, maar dan
een stuk verderop in de buurt. Waarschijnlijk staat de bak straks wel weer op zijn plek.
Maar de kliko is weg en blijft weg. "Iemand heeft hem blijkbaar harder nodig dan wij", concludeert manlief droogjes.
De volgende ochtend lopen we ons dagelijkse rondje door de straten en stegen van onze eigen buurt. We vinden niets. Ik begin me boos te maken: wat moet iemand nou met zo’n ding? Je kunt er niets mee. Het is asociaal. Bovendien geeft het gedoe, want je moet aangifte doen bij de politie voordat je een nieuwe krijgt.
De volgende ochtend lopen we ons dagelijkse rondje door de straten en stegen van onze eigen buurt. We vinden niets. Ik begin me boos te maken: wat moet iemand nou met zo’n ding? Je kunt er niets mee. Het is asociaal. Bovendien geeft het gedoe, want je moet aangifte doen bij de politie voordat je een nieuwe krijgt.
Weer een dag later komt schoonzusje op bezoek. Ik vertel het verhaal. Zij heeft ook iets bijzonders mee gemaakt. Ze zag op een dag haar bak zo achter het afval aan de vuilniswagen in verdwijnen. Ze riep nog ‘Stop!’, maar er was niets meer aan te herstellen. ’s Avonds denk ik aan wat de buurvrouw gisteren vertelde. Zou dat het zijn? Ik loop nog even naar haar toe en vraag om nog eens te vertellen wat ze heeft gezien. Ja, dat zou inderdaad gebeurd kunnen zijn.
De volgende ochtend bel ik met gemeentewerken:
“Ja, goedemorgen, met mevrouw S. van nr. 15. Ik heb een probleem
met de grijze kliko. Die is verdwenen, waarschijnlijk in de vuilniswagen. Mevr. L. van nr. 11 heeft gezien dat … etc” Na nog eens een keertje uitleggen meldt de dame aan de andere kant
van de telefoon dat mevrouw M. van nr. 15 dus een nieuwe kliko nodig heeft.
Nee, u spreekt met mevrouw S. van nr. 15 en mevrouw S. heeft geen kliko meer,
waarschijnlijk is de bak in de ….etc. “O, uw meisjesnaam is S.?”. “Nee, ik ben
getrouwd met meneer S. en mijn meisjesnaam is O.”. “Maar hier staat dat mevrouw
M. op no. 15 woont.” “Nee, u spreekt met mevrouw S.O. en ik woon al 38 jaar op no. 15. Mevrouw M. woont op no. 14, ook al 38 jaar.” “Dus als ik het goed begrijp heeft mevrouw
M. een nieuwe kliko nodig?” “Nee, mevrouw M. heeft hier helemaal niets mee te
maken, mevr. S. van nr. 15 heeft een nieuwe kliko nodig!” “O, hier staat dat
mevrouw M. op nr. 15 woont, maar dat is dus niet zo. Ik ga dat uitzoeken, want dat moet dan hersteld worden.” “Hè hè, het kwartje
valt eindelijk. “Als uw verhaal klopt, mevrouw, dan heeft u binnen vijf dagen
een nieuwe kliko voor de deur.” “Dank u, een prettige dag.”
Wat een gesprek, we wachten het af.
Weer drie dagen later; er rammelt iets voor ons huis. Het klinkt zoals een kliko klinkt als ie verplaatst wordt. En warempel, zonder gedoe hebben we er weer eentje. Maar iedereen is gewaarschuwd; denk niet te snel dat de kliko is gestolen. Hij is gewoon opgevreten zoals ze dat bij de gemeentereiniging noemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten