Er wordt het nodige geklaagd door de
pensionado’s omdat ze hun inkomen de laatste jaren niet hebben zien
groeien. Ikzelf denk dat degenen die het met weinig moeten stellen inderdaad het
recht hebben te klagen. Maar het merendeel van mijn leeftijdgenoten reist wat
af; drie vakanties per jaar is wel het minste. Als we zelf de kans hebben, gaan
we ook graag op pad. En mocht dat niet lukken, de financiën zijn in ieder geval
geen belemmering.
Zestig plussers kunnen ook gebruik maken
van een NS-abonnementje met daaraan gekoppeld zeven vrije reisdagen. Zoiets kost 75
euro per jaar en je kunt er het hele land mee door. Ik weet dat mijn schoonouders zo al op pad gingen. In het begin reisden ze zoveel mogelijk treinkilometers, want
dan haalde je het meeste uit je spoorabonnement. Maar daar kwamen ze snel van
terug. Als je drie uur bezig bent om je doel te bereiken en daar je wandeling
maakt, dan moet je ook weer terug. Zes uur treinen op een dag is wel heel veel.
Enfin, manlief en ik hebben sinds zijn pensionering een
vrij-reizen-kaart en er meteen een museumkaart bij aangeschaft. In de winter is het leuker om een stad en een museum te bezoeken. In de zomer is het heerlijk om een wandeling
te maken van station naar station.
Deze week hebben we een niet te lange wandeling uitgezocht, want getraind zijn we op dit moment allerminst. Het wordt station Arnhem, lekker in één keer te bereizen vanaf thuis. Het is nog ochtend als we in Arnhem aankomen. We lopen achter het station regelrecht naar Park Sonsbeek. Daar strijken we eerst even neer bij het bezoekerscentrum voor een lekker bakkie koffie. Het is echt heerlijk weer, veel warmer dan thuis. Iedereen loopt hier al in luchtige zomerkleding te flaneren. Na de koffie gaan we op pad door het 250-jaar oude park. We lopen langs een mooie vijver en kunnen meteen genieten van alle pulletjes die aan de kant scharrelen en in het water zwemoefeningen doen. Onder het bruggetje dat we passeren zit een familie zwaan. Moeder zwaan is niet bereid om haar kroost op de rug te nemen, maar één jong lukt het uiteindelijk toch om erop te klimmen, vermakelijk om te zien.
Na een weg overgestoken te hebben, komen we in Park Zypendaal, ook al een park met geschiedenis. In de tuin van het grote huis staan drie kolossale bruine beuken bij elkaar, prachtig om te zien. Het doet me meteen denken aan de bruine beuk die wij in ons voortuintje van ons eerste huis hadden geplant. We hadden 'm gekocht van een plantenbon, gekregen op onze trouwdag. We waren met die bon naar het tuincentrum van Jan Buisman gegaan, indertijd een bekende grapjas in Schagen. We vroegen om een mooi struikje voor in onze voortuin. Nou, Jan wist wel wat voor ons en hij raadde ons met een grijns een rode beuk aan. Manlief wilde het meteen goed doen en kocht er een zak kunstmest bij die hij helemaal in het pootgat leegstrooide. Het is nooit wat geworden. Waarschijnlijk zijn de wortels van het boompje meteen verbrand door de kunstmest. Wisten wij veel. Het waren onze eerste schreden op het tuinierspad.
Het wordt nu rustig onderweg. We belanden op Landgoed Warnsborn. Het is heel warm en ons drinken raakt in rap tempo op. Gelukkig lopen we nu meest in het bos. Op een gegeven moment komt ons een heerlijke bekende geur tegemoet. We lopen langs een berm vol met lelietjes der dalen. Ze groeien zomaar in het bos, prachtig. We moeten ons goed aan de beschrijving houden, want er zijn hier wel heel veel paadjes die overal heen kronkelen. Maar het gaat goed.
Als we weer een autoweg over hebben gestoken, komen we echt op de Veluwe. Het pad klimt behoorlijk, de dennen ruiken heerlijk. Na verloop van tijd komen we langs de Airborne begraafplaats. In Nederland hebben we nog nooit zo'n plek bezocht, dus dat gaan we doen. Er liggen hier 1754 soldaten, piloten en mariniers begraven die gesneuveld zijn bij de slag om Arnhem. Het is indrukwekkend.
De dorst wordt heel groot. Ik troost me met de gedachte dat we bijna op station Oosterbeek aankomen. Maar dat is ook wat; station Oosterbeek bestaat enkel uit twee perronnetjes in de diepte en verder helemaal niets. Ook rondom het station is gaan horeca te bekennen. Dus stappen we op de trein en karren naar Alkmaar. Daar staat het bier koel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten