zaterdag 27 mei 2017

Fietsen om de Schermer.

Het hemelvaartweekend staan erom bekend dat het heel druk kan zijn. Veel mensen hebben een lang weekend vrij. En zeker nu het zulk heerlijk weer belooft te worden zal het op de fietspaden vol zijn. Dat is best gezellig, maar als je een lekker tochtje wilt maken op je gewone fietsje, is het geen doen door de e-bike terror.
Heel langzaam fietsen manlief en ik niet. Maar we worden continu gedwongen achter elkaar aan te rijden doordat er alsmaar mensen achter ons hangen die willen passeren. Om die reden blijven we tegenwoordig maar lekker thuis op zulke dagen. Een mooi boek lezen is ook niet verkeerd.                                                                                                
Morgen is het Hemelvaartsdag. Vandaag heeft manlief woeste klusplannen. Bij het ontbijt kijken we elkaar eens aan. Als we vandaag nou eens gaan fietsen … Dat klussen komt later wel. Waar fietsen we dan heen: naar de duinen of de polder in? In de lente is de polder op zijn mooist natuurlijk. De keuze is snel gemaakt en binnen een half uurtje zijn we op pad met koffie en broodjes in de fietstas.                                

Via het Park van Luna in Heerhugowaard Zuid rijden we op Oterleek aan, een klein Westfries dorp in de polder. Hier nemen we de Polderweg naar Rustenburg. Deze weg heeft op dit moment prachtig bloeiende bermen. De kikkers kwaken of hun leven ervan af hangt. We stappen af om er eens rustig naar te luisteren. Wat heb ik dit geluid gemist. Ook al wonen we bijna naast de sloot, in de stad is er weinig dierlijk gekwaak meer te horen.

Polderweg tussen Oterleek en Rustenburg.

Van Rustenburg fietsen we via de Drechterlandsedijk naar Ursem. Op dit stukje niet al te brede weg worden we bijna de dijk af gereden door een inhalende auto. Gelukkig was manlief even afgestapt om iets te doen en sta ik langs de kant van de weg op hem te wachten. Er komt een auto aan. Erachter plakt iemand die perse wil inhalen. Hij doet dat daadwerkelijk en zo komen er twee auto's naast elkaar langs me heen suizen. Er is maar net ruimte voor twee auto's, laat staan voor een fiets erbij. Ik vraag me af of zo'n idioot beseft wat de gevolgen kunnen zijn.

Drie strijkmolens bij Oterleek.

In Ursem zoeken we de weg naar Schermerhorn op. Daar, op de Mijzerdijk, houden we onze koffiepauze. Het is er heerlijk rustig. We kijken vanaf onze picknickbank zo de polder in. Onder de bank ligt een plastic doos met een opschrijfboekje erin. De bedoeling is dat de passanten er een boodschap in achterlaten. Dat komen we wel vaker tegen. Maar er ontbreekt een pen, dus dat wordt niks.
Na deze stop rijden we Schermerhorn in, lijkt me een leuk dorp om te wonen. Schermerhorn vormt het noordelijke hoekje van de Schermer. Zuidwaarts kun je een prachtig rondje maken om de Schermerpolder heen. Het is een prachtige oude polder, die nostalgische gevoelens oproept. Met brede sloten die bepaald niet strak recht lopen. Op dit moment overheersen de kleuren van zuring en boterbloemen. We zien kluten, grutto's, bonte pieten en kieviten dicht bij elkaar op een stukje land, genieten.

Schermer.

Op sommige plekken heb je de illusie dat de oude schoolplaat van Jetses nog echt bestaat. 

Schoolplaat 'In de weide' van Jetses.

We komen in de Rijp en fietsen er dwars doorheen. Ikzelf ben er eigenlijk nooit geweest, hoe dichtbij we ook wonen, maar dat komt wel vaker voor. Bij het mooie gemeentehuis stappen we af. Het is er gezellig druk met toeristen en zo te zien staan er ook bruiloftsgasten te wachten. Ja hoor, even later rijdt er een met linten versierde auto voor en daar stapt een bruidspaar uit. Het eerste wat ik van de bruid zie zijn haar zilverkleurige stiletto's, extreem hoog en rijkelijk versierd met blingbling. Als ze overeind staat schiet ik in de lach. Van voren is haar trouwjurk op minirok-lengte en aan de achterkant is de lengte maxi, er hangt zelfs nog een stukje sleep aan. Manlief en ik kijken elkaar eens aan en grijnzen: onze dochters waren heel wat mooiere bruidjes.


Gemeentehuis van Graft.

Na De Rijp komt Graft. Daar is het heel stil, geen toerist te bekennen. Graft heeft een soortgelijk gemeentehuis als De Rijp. Het is kleiner, maar misschien vind ik deze wel mooier met al dat gevarieerde metselwerk. 
Na Noordeinde maken we ons Rondje Schermer af. Als we via een bruggetje over de Schermerringvaart weer richting huis gaan is daar een visser bezig met fuiken uitzetten. 



De rest van de tocht moeten we alle zeilen bijzetten, want we hebben pal tegenwind. Dat is weer een nadeel van de polder. Maar het is een prachtige tocht geweest. 
We fietsen zelfs nog langs een bouwmarkt, zodat manlief wat benodigde materialen kan aanschaffen om snel aan de klus te kunnen. 

Woensdag, 24 mei 2017

zondag 21 mei 2017

Van Arnhem naar Oosterbeek.

Er wordt het nodige geklaagd door de pensionado’s omdat ze hun inkomen de laatste jaren niet hebben zien groeien. Ikzelf denk dat degenen die het met weinig moeten stellen inderdaad het recht hebben te klagen. Maar het merendeel van mijn leeftijdgenoten reist wat af; drie vakanties per jaar is wel het minste. Als we zelf de kans hebben, gaan we ook graag op pad. En mocht dat niet lukken, de financiën zijn in ieder geval geen belemmering.

Zestig plussers kunnen ook gebruik maken van een NS-abonnementje met daaraan gekoppeld zeven vrije reisdagen. Zoiets kost 75 euro per jaar en je kunt er het hele land mee door. Ik weet dat mijn schoonouders zo al op pad gingen. In het begin reisden ze zoveel mogelijk treinkilometers, want dan haalde je het meeste uit je spoorabonnement. Maar daar kwamen ze snel van terug. Als je drie uur bezig bent om je doel te bereiken en daar je wandeling maakt, dan moet je ook weer terug. Zes uur treinen op een dag is wel heel veel.                                                                          
Enfin, manlief en ik hebben sinds zijn pensionering een vrij-reizen-kaart en er meteen een museumkaart bij aangeschaft. In de winter is het leuker om een stad en een museum te bezoeken. In de zomer is het heerlijk om een wandeling te maken van station naar station.
   
                                        
Deze week hebben we een niet te lange wandeling uitgezocht, want getraind zijn we op dit moment allerminst. Het wordt station Arnhem, lekker in één keer te bereizen vanaf thuis. Het is nog ochtend als we in Arnhem aankomen. We lopen achter het station regelrecht naar Park Sonsbeek. Daar strijken we eerst even neer bij het bezoekerscentrum voor een lekker bakkie koffie. Het is echt heerlijk weer, veel warmer dan thuis. Iedereen loopt hier al in luchtige zomerkleding te flaneren. Na de koffie gaan we op pad door het 250-jaar oude park. We lopen langs een mooie vijver en kunnen meteen genieten van alle pulletjes die aan de kant scharrelen en in het water zwemoefeningen doen. Onder het bruggetje dat we passeren zit een familie zwaan. Moeder zwaan is niet bereid om haar kroost op de rug te nemen, maar één jong lukt het uiteindelijk toch om erop te klimmen, vermakelijk om te zien.




Na een weg overgestoken te hebben, komen we in Park Zypendaal, ook al een park met geschiedenis. In de tuin van het grote huis staan drie kolossale bruine beuken bij elkaar, prachtig om te zien. Het doet me meteen denken aan de bruine beuk die wij in ons voortuintje van ons eerste huis hadden geplant. We hadden 'm gekocht van een plantenbon, gekregen op onze trouwdag. We waren met die bon naar het tuincentrum van Jan Buisman gegaan, indertijd een bekende grapjas in Schagen. We vroegen om een mooi struikje voor in onze voortuin. Nou, Jan wist wel wat voor ons en hij raadde ons met een grijns een rode beuk aan. Manlief wilde het meteen goed doen en kocht er een zak kunstmest bij die hij helemaal in het pootgat leegstrooide. Het is nooit wat geworden. Waarschijnlijk zijn de wortels van het boompje meteen verbrand door de kunstmest. Wisten wij veel. Het waren onze eerste schreden op het tuinierspad.


Het wordt nu rustig onderweg. We belanden op Landgoed Warnsborn. Het is heel warm en ons drinken raakt in rap tempo op. Gelukkig lopen we nu meest in het bos. Op een gegeven moment komt ons een heerlijke bekende geur tegemoet. We lopen langs een berm vol met lelietjes der dalen. Ze groeien zomaar in het bos, prachtig. We moeten ons goed aan de beschrijving houden, want er zijn hier wel heel veel paadjes die overal heen kronkelen. Maar het gaat goed. 


Als we weer een autoweg over hebben gestoken, komen we echt op de Veluwe. Het pad klimt behoorlijk, de dennen ruiken heerlijk. Na verloop van tijd komen we langs de Airborne begraafplaats. In Nederland hebben we nog nooit zo'n plek bezocht, dus dat gaan we doen. Er liggen hier 1754 soldaten, piloten en mariniers begraven die gesneuveld zijn bij de slag om Arnhem. Het is indrukwekkend.


De dorst wordt heel groot. Ik troost me met de gedachte dat we bijna op station Oosterbeek aankomen. Maar dat is ook wat; station Oosterbeek bestaat enkel uit twee perronnetjes in de diepte en verder helemaal niets. Ook rondom het station is gaan horeca te bekennen. Dus stappen we op de trein en karren naar Alkmaar. Daar staat het bier koel.

zaterdag 13 mei 2017

Kuikentjes in het verzorgingshuis.

En plotseling is het weer zacht voorjaarsweer. De temperatuur nadert de 20 graden. Henkie, die in zuidelijke streken woont, vindt dat een temperatuurtje van niks. Maar ik, die in het noordwesten van het land woont ervaar dit als een cadeautje. Het waait hier wel flink, maar dat is meestal niet anders. En er valt af en toe een buitje, maar wie daar op let is een kniesoor.



Gisteren paste ik weer op Sam. Haar mam belde van het werk: “Vind je het leuk met Sam even naar de kuikentjes te komen kijken?”. Natuurlijk vinden we dat leuk. Op haar werk, een verzorgingshuis, zijn namelijk bevruchte kippeneieren onder de warme lamp gelegd en uitgekomen. De beestjes zijn inmiddels een paar dagen oud en hebben een zachtgeel donsvachtje gekregen. Het regent juist pijpenstelen. We pakken beiden een paraplu en stappen door de regen naar het verzorgingshuis. Zo komen we dus meteen ook even lekker buiten.                                                                             
In een glazen hok die op een tafel staat, scharrelen een aantal kuikentjes onder een warme lamp. Het is schattig om te zien. Er staan twee stoelen klaar voor de bak. Zo kunnen de oudjes in het huis op hun gemak genieten van dat mooie kleine grut. Sam gaat zitten en al snel heeft ze een kuikentje in haar handen geklemd. We houden goed in de gaten dat ze het beestje niet te hard knuffelt en dood knijpt. 


Ik herinner me een kennis die regelmatig met de parkiet in de handen televisie keek. Op een dag keek ze naar Hitchcock, de film was heel erg spannend. Toen ze weer aan het pietje dacht en ernaar keek, bleek dat ze het beestje had doodgeknepen tussen haar vingers, een drama natuurlijk.

Ikzelf krijg er ook een kuikentje in de handen, wat heerlijk zacht toch, zo'n klein piepend beestje. Even later zetten we de kuikentjes maar weer terug in de bak, lekker onder de warme lamp.


Wij wonen bijna naast de sloot. Een paar jaar geleden liep er een heftig piepend pulletje op het voetpad naast de sloot. Een kat zat al klaar om het beestje te verschalken. Maar ik was eerder, ik had het beestje al in  mijn handen toen de kat toesloeg. Bijna stak ik mijn tong naar 'm uit, 'lekker nap'. Ik wilde het pulletje terug zetten in de sloot, maar in de verste verte was geen familie eend te bekennen. Dat werd speuren langs de sloot met een trillend beestje in mijn handen. Uiteindelijk vond ik een familie met tien donkere pulletjes. Ik heb mijn gele exemplaar met donkere vlekjes daar maar te water gelaten. Opgelucht kwetterend roeide het beestje achter de familie aan. Ik hoop dat ze 'm geadopteerd hebben.