maandag 16 november 2015

Tweeënhalve dag na de aanslagen in Parijs.

Vanmorgen, tweeënhalve dag na de aanslag in Parijs, is er een minuut stilte in heel Europa. Doordat ik druk ben met van alles, breng ik net een minuut te laat mijn lijf tot stilstand. Maar nadenken over wat er is gebeurd doe ik des te meer.


Hoe kan het toch gebeuren dat mensen tot zulke haatacties in staat zijn. Hun ouders zijn naar West Europa vertrokken om hun kinderen een betere toekomst te geven. Een aantal van deze mensen heeft kunnen studeren, en toch … Heeft de westerse cultuur zo’n grote leegte in de hoofden en harten gebracht, dat die zomaar gevuld is geraakt met de bizarre ideologie van 'IS'?

Langzamerhand verandert onze cultuur. We waren ons er niet bewust van dat onze vrijheid niet vanzelfsprekend is. Nu weten we, dat we zomaar dood geschoten kunnen worden omdat we een concert bezoeken, of omdat we gezellig met vrienden op een terras zitten. Want het is nu wel duidelijk, dat er meer aanslagen zullen volgen. We weten alleen niet op welke plek ‘IS’ zal toeslaan.

Ik maak me zorgen. Niet om mezelf, maar om mijn kinderen en kleinkinderen. In wat voor verschrikkelijke wereld zullen al die lieve kleindochters van ons op moeten groeien? Worden ze straks het huis weer in gejaagd, onzichtbaar, zonder rechten, maar met een heleboel plichten? Zou ik in deze tijd nog het lef hebben om aan kinderen te beginnen?

Wat weet ik wel? Er is een God die heerst over hemel en aarde. Jezus, zijn zoon, zal terug keren naar deze ellendige aardkloot en alles nieuw maken. Dat troost me. En dat geeft hoop voor mijn kinderen en kleinkinderen en iedereen die verlangt naar vrede.


1 Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 
2 Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 
3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn.
 4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’






Geen opmerkingen:

Een reactie posten