Vandaag is het 11 november, Sint Maarten. Het
is de start van een reeks van gezellige feesten die bij de winter horen. De
kinderen komen vanavond weer langs de deuren zingen en hopen op heel veel, lekker snoep. Op
het moment dat ze met hun lampions de deur uitstappen, is op televisie het
eerste Sinterklaasjournaal begonnen. Dieuwertje Blok doet verslag van de vele avonturen
die die arme oude man met zijn pieten mee moet maken voordat ie in Nederland
arriveert.
Het wordt op
mijn leeftijd zo langzamerhand een periode met heel veel dierbare
herinneringen. In de tijd dat de kinderen klein waren, begon ik soms al in
september met het verzamelen van cadeautjes. Zo spreidde je de kosten een
beetje. Gelukkig waren er gulle opa’s en oma’s die een financieel bijdrage
leverden, want met zes kinderen was het een hele klus. De speelgoedcatalogus viel, net als nu, veel te vroeg door de
brievenbus. Meestal raapte ik het dikke boekwerk van de mat en kon ‘m nog een
tijdje wegstoppen. Als toch iemand van het stel een catalogus in handen kregen, zaten ze
dagenlang dromend op de bank. Vooral Mientje kon er wat van: ‘Dit wil ik
hebben, nee toch liever die pop of nee, dat spel.’ Soms wilden ze cadeaus die
het budget ver te boven gingen. Ik probeerde dan allerlei negatieve punten van
dat cadeau op te sommen. Niet dat dat veel hielp; het verlangen werd er des te
groter door.
Ik herinner
me kleuter Pientje, die een Barbiepop uit de catalogus wilde. Waar het vandaan kwam weet ik niet, maar plotseling waren grote, slappe babypoppen helemaal in. Volgens
mij wilde elk meisje zo’n geval wel hebben, maar Pientje niet. Dus kocht ik de
Barbie voor haar die ze zelf uitgekozen had. De dag na Sinterklaas kwam ze
heel verdrietig uit school: alle meisjes hadden een babypop gehad en zij niet.
En nu wilde ze er ook zo graag eentje. ‘Ja, maar lieverd, je wilde de pop niet op
je verlanglijstje.’ ‘Ja, maar Sinterklaas had best kunnen weten dat ik er ook
eentje wilde’, snikte de kleine. Zucht,
‘Ik zal zien wat ik doen kan’. Enfin, moeder maar weer op weg naar de
speelgoedwinkel om de Barbie om te ruilen voor zo’n babypop. Gelukkig kon dat
altijd wel.
Mientje was
nieuwsgierig van aard, is ze nog trouwens. Niet gelovig meer,
struinde ze alle kasten af tot ze de pakjes gevonden had. Op een keer zag ze
een poppenmeubel-set liggen die ze foeilelijk vond. Ze trok de conclusie dat
dat voor Pientje bestemd moest zijn. Maar nee, op pakjesavond was ze toch zelf
de gelukkige. Ik geloof niet dat ze er veel mee heeft gespeeld.
Ons Henkie
is één dag voor Sinterklaas geboren. Ik had ervoor gezorgd dat de cadeautjes royaal op tijd in juten zakken klaar lagen. Op 5 december kwam ik uit het
ziekenhuis en lag heerlijk op zolder uit te rusten in mijn eigen bed. Manlief had
de zakken met cadeautjes onder het raam van de dakkapel gezet en het raam op
een kiertje open gedaan. De kinderen zaten beneden een beetje sip bij elkaar,
want hoe moest dat nou met de cadeautjes? Zou Sinterklaas eigenlijk wel komen
nu ma op bed lag? Ik heb heel hard naar beneden geroepen: ‘Meisjes, kom nou
toch eens kijken …’ Ze kwamen er meteen aan. Wat een verrassing: ligt ma lekker
te slapen, gaat het raam opeens open en daar komt Piet met de pakjes naar
binnen. Mar stond op haar tenen door het raam naar buiten te kijken, want
misschien was Piet daar nog wel, best eng. Het werd toch een vrolijk feest met
allemaal opgewonden kindertjes, die Sinterklaas toch.
Elsje
De dag kwam,
dat het hele gezin van zijn geloof was afgevallen. De tijd van het lootje trekken
brak aan. Ieder moest voor een tientje een cadeautje kopen en een surprise maken met
een gedicht erbij. Steevast namen diverse deelnemers elkaar in vertrouwen en na een paar
weken puzzelen wist bijna iedereen wie door wie getrokken was. Het werd een
complete sport: wie wist als eerste alles.
Oma deed ook mee. Ik geloof dat opa toen al overleden was. Oma maakte soms meer kabaal dan alle kinderen bij elkaar, zo leuk vond ze het. We hebben heel wat afgelachen om alle gekkigheid die uitgehaald werd; zoektochten door huis en tuin, smurrie in een doos, raadselspelletjes en wat al niet meer. Het gezin breidde uit met vriendjes en op een gegeven moment ging het allemaal te lang duren. Want ook bij de laatste surprise was aandacht nodig. Dat had de maker wel verdiend.
Oma deed ook mee. Ik geloof dat opa toen al overleden was. Oma maakte soms meer kabaal dan alle kinderen bij elkaar, zo leuk vond ze het. We hebben heel wat afgelachen om alle gekkigheid die uitgehaald werd; zoektochten door huis en tuin, smurrie in een doos, raadselspelletjes en wat al niet meer. Het gezin breidde uit met vriendjes en op een gegeven moment ging het allemaal te lang duren. Want ook bij de laatste surprise was aandacht nodig. Dat had de maker wel verdiend.
Het volgende
werd het dobbelspel. Iedereen kocht voor vijf euro een stel grappige cadeautjes
en daar dobbelden we om. De kookwekker werd gezet en als die afging, dan mocht
ieder houden wat ie op dat moment veroverd had. Soms had je zes cadeautjes
verzameld en moest je ze allemaal aan je linker buur geven. Of had je iets in
handen dat je leuk vond, maar werd dat subiet weggepakt door je overbuurman. Zo
is er eens hevig strijd geleverd om een kunstkerstboompje van 20 cm. Ik geloof
dat Henkie er met de buit vandoor ging. Hij versierde er zijn studentenkamer
mee.
Oma snapte er op het laatst niet zo veel meer van. Dan had ze eindelijk iets in handen wat ze leuk vond, bedankte ze de gulle gever en plotseling was ze het weer kwijt. Maar ze deed toch dapper elk jaar weer mee.
Oma snapte er op het laatst niet zo veel meer van. Dan had ze eindelijk iets in handen wat ze leuk vond, bedankte ze de gulle gever en plotseling was ze het weer kwijt. Maar ze deed toch dapper elk jaar weer mee.
Nu doen we
al een paar jaar niet meer mee. De helft van de kinderen heeft een eigen gezin
en daar moet het feest nu gevierd worden. Sommige jaren dobbelen we nog met de gezinsleden zonder kinderen. Verleden jaar hadden we voor elk gezin wat cadeautjes gekocht. Op pakjesavond zijn we erheen gereden. Manlief parkeerde de auto op een onzichtbare plek. Ik belde aan en verstopte me snel achter schuur of struiken en genoot van de verbaasde en
opgewonden stemmetjes die uit de deuropening klonken.
Ik voel dit jaar wat weemoed om een tijdperk dat voorbij is, maar het is mooi geweest zo.
Ik voel dit jaar wat weemoed om een tijdperk dat voorbij is, maar het is mooi geweest zo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten