woensdag 5 februari 2014

Rijkdom versus armoede.

Onze kringloopwinkel bestaat 45 jaar. Het is geen gewone kringloop. Vanaf het begin, een rommelmarkt, worden er tweedehands goederen verkocht om projecten in ontwikkelingslanden te steunen. Er werken alleen vrijwilligers, dus niemand wordt er rijk van. De omzet is in de loop der jaren enorm gegroeid en daarmee ook het aantal projecten dat gefinancierd wordt.
Ik draai al meer dan 22 jaar enthousiast mee in de werkgroep die de aangevraagde projecten uitwerkt en bespreekt. Daarom ga ik met de voorzitter van de kringloop mee naar de krant voor een interview. De man van de krant vraagt: ‘En waarom doe je dit al zo lang?’ Goeie vraag, maar het antwoord is niet zo moeilijk: Ik hoop op mijn manier bij te dragen aan een betere wereld.

Hij vraagt ook: ‘En welk project heeft het meeste indruk op je gemaakt?’ Daar weet ik het antwoord ook meteen op. Alle projecten zijn bijzonder, maar één project is heel erg bij me binnen gekomen. De aanvraag kwam in 2008 van een plattelandsziekenhuis in Tanzania. Daar overlijden regelmatig vrouwen bij de geboorte van hun kindje. Dat komt vaak, doordat het ziekenhuis niet op tijd is te bereiken als er complicaties optreden tijdens de bevalling. Men moet soms urenlang lopen om een barende vrouw in problemen naar het ziekenhuis te krijgen.
De mensen zijn er erg arm. Als de vrouw overlijdt en de baby overleeft, verdwijnt de familie stilletjes en laat het kindje achter. Ze zijn niet in staat om ervoor te zorgen, te arm. Deze baby’tjes werden op een kamertje gelegd van 1 ½ x 3 meter. Om de paar uur ging er iemand van de verpleging heen om ze te voeden en een schone luier te geven. Er was een foto bij de aanvraag gevoegd. Daarop zag je twee ziekenhuisledikantjes in het kamertje met in elk bedje drie baby’tjes. Onder een ledikantje lag een matras met daarop ook baby’tjes. Gemiddeld had men tien baby’s op dat kamertje liggen. Het is toch hartverscheurend? Mijn eigen kinderen en kleinkinderen heeft het aan niets ontbroken. Er was prima zorg rond zwangerschap, bevalling en erna. Ze werden allemaal geknuffeld, gevoed en verluierd. Dat vond ik bij deze aanvraag het ergste: die kleintjes lagen daar maar. Niemand koesterde ze, speelde met ze, praatte met ze.
Onze kringloop heeft eraan bijgedragen dat er een crèche gebouwd werd. Daar krijgen ze vaste verzorgsters en worden ze wel gekoesterd. Na een paar jaar gaan de kinderen weer naar hun familie terug, die dan wat beter in staat is om voor ze te zorgen.

De kraamafdeling van de Lutheran Haydom Hospital, Tanzania.

Het houdt me al een groot deel van mijn leven bezig. Waarom ben ik geboren in een rijke maatschappij en heb ik nog nooit gebrek aan iets gehad? En waarom worden er elders op deze aardkloot mensen geboren die hun hele leven gebrek lijden en waarschijnlijk veel te jong aan een of andere rotziekte overlijden. De kans is groot, dat ik aan een welvaartsziekte dood ga. In toeval geloof ik niet, wel in een almachtige God. Maar het is me te gemakkelijk om die God aansprakelijk te stellen voor dit onrecht.

 ‘De wereld heeft nog nooit zoveel rijkdom geproduceerd als vandaag. Bij een gelijke verdeling van
  de rijkdom zou een gemiddeld gezin (wereldwijd is dat twee volwassenen en drie kinderen) een  
  beschikbaar inkomen hebben van 2.850 dollar per maand.’
   (Bron: Human Development Report 2013 van de UNDP (=UN Development Network) )

Er is dus meer dan voldoende voor iedereen, maar toch beschikt één op de drie mensen niet  over basis sanitair en één op de vier niet over elektriciteit.
Eén op de zeven mensen leeft in een sloppenwijk, één op de acht heeft honger en één op de negen mensen beschikt niet over drinkbaar water

De verantwoordelijkheid voor dit onrecht ligt bij ons. We houden teveel voor onszelf, denken niet na bij wat we kopen. Ik geloof er nog steeds in, dat we als afnemer en gebruiker de macht hebben om de situatie in de wereld om te buigen. Als er maar genoeg mensen zijn die die verandering willen. We kunnen heel bewust uitzoeken waar we onze producten kopen. We hebben de mogelijkheid om zuinig met kostbare energie om te springen. We hebben de mogelijkheid om een bank te kiezen zonder graaicultuur.

Ik geloof ook, dat wanneer ieder mens een menswaardig bestaan kan leiden, er veel minder oorlog zou zijn. Als je niet weet hoe je elke dag aan voedsel en kleding kunt komen, als je voor een habbekrats in een fabriek moet werken, als je bijna niets betaald krijgt voor het voedsel dat je verbouwt en oogst, dan groeit de onvrede vanzelf, een prima voedingsbodem voor oorlog.


De wereld verbeteren begint bij jezelf.

1 opmerking: