Onze kringloopwinkel bestaat 45 jaar. Het is geen gewone kringloop.
Vanaf het begin, een rommelmarkt, worden er tweedehands goederen verkocht om
projecten in ontwikkelingslanden te steunen. Er werken alleen vrijwilligers,
dus niemand wordt er rijk van. De omzet is in de loop der jaren enorm gegroeid
en daarmee ook het aantal projecten dat gefinancierd wordt.
Ik draai al meer dan 22 jaar enthousiast mee in de werkgroep die de
aangevraagde projecten uitwerkt en bespreekt. Daarom ga ik met de voorzitter van
de kringloop mee naar de krant voor een interview. De man van de krant vraagt:
‘En waarom doe je dit al zo lang?’ Goeie vraag, maar het antwoord is niet zo
moeilijk: Ik hoop op mijn manier bij te dragen aan een betere wereld.
Hij vraagt ook: ‘En welk project heeft het meeste indruk op je gemaakt?’
Daar weet ik het antwoord ook meteen op. Alle projecten zijn bijzonder, maar één
project is heel erg bij me binnen gekomen. De aanvraag kwam in 2008 van een plattelandsziekenhuis
in Tanzania. Daar overlijden regelmatig vrouwen bij de geboorte van hun kindje.
Dat komt vaak, doordat het ziekenhuis niet op tijd is te bereiken als er
complicaties optreden tijdens de bevalling. Men moet soms urenlang lopen om een
barende vrouw in problemen naar het ziekenhuis te krijgen.
De mensen zijn er erg arm. Als de vrouw overlijdt en de baby overleeft,
verdwijnt de familie stilletjes en laat het kindje achter. Ze zijn niet in
staat om ervoor te zorgen, te arm. Deze baby’tjes werden op een kamertje gelegd van 1 ½
x 3 meter. Om de paar uur ging er iemand van de verpleging heen om ze te voeden
en een schone luier te geven. Er was een foto bij de aanvraag gevoegd. Daarop
zag je twee ziekenhuisledikantjes in het kamertje met in elk bedje drie baby’tjes.
Onder een ledikantje lag een matras met daarop ook baby’tjes. Gemiddeld had men
tien baby’s op dat kamertje liggen. Het is toch hartverscheurend? Mijn eigen kinderen
en kleinkinderen heeft het aan niets ontbroken. Er was prima zorg rond zwangerschap, bevalling en erna. Ze werden allemaal geknuffeld, gevoed en verluierd. Dat vond ik bij
deze aanvraag het ergste: die kleintjes lagen daar maar. Niemand koesterde ze,
speelde met ze, praatte met ze.
Onze kringloop heeft eraan bijgedragen dat er een crèche gebouwd werd. Daar
krijgen ze vaste verzorgsters en worden ze wel gekoesterd. Na een paar jaar gaan
de kinderen weer naar hun familie terug, die dan wat beter in staat is om voor
ze te zorgen.
De kraamafdeling van de Lutheran Haydom Hospital, Tanzania.
Het houdt me al een groot deel van mijn leven bezig. Waarom ben ik
geboren in een rijke maatschappij en heb ik nog nooit gebrek aan iets gehad? En
waarom worden er elders op deze aardkloot mensen geboren die hun hele leven
gebrek lijden en waarschijnlijk veel te jong aan een of andere rotziekte
overlijden. De kans is groot, dat ik aan een welvaartsziekte dood ga. In toeval
geloof ik niet, wel in een almachtige God. Maar het is me te gemakkelijk om die
God aansprakelijk te stellen voor dit onrecht.
‘De wereld heeft nog nooit zoveel rijkdom
geproduceerd als vandaag. Bij een gelijke verdeling van
de rijkdom zou een gemiddeld gezin (wereldwijd is dat twee volwassenen en
drie kinderen) een
beschikbaar inkomen hebben van 2.850 dollar per maand.’
(Bron: Human Development Report 2013 van de UNDP (=UN Development
Network) )
Er is dus meer dan voldoende voor iedereen, maar toch beschikt één op de
drie mensen niet over basis sanitair en één
op de vier niet over elektriciteit.
Eén op de zeven mensen leeft in een sloppenwijk, één op de acht heeft
honger en één op de negen mensen beschikt niet over drinkbaar water
De verantwoordelijkheid voor dit onrecht ligt bij ons. We houden teveel
voor onszelf, denken niet na bij wat we kopen. Ik geloof er nog steeds in, dat
we als afnemer en gebruiker de macht hebben om de situatie in de wereld om te
buigen. Als er maar genoeg mensen zijn die die verandering willen. We kunnen
heel bewust uitzoeken waar we onze producten kopen. We hebben de mogelijkheid
om zuinig met kostbare energie om te springen. We hebben de mogelijkheid om een
bank te kiezen zonder graaicultuur.
Ik geloof ook, dat wanneer ieder mens een menswaardig bestaan kan
leiden, er veel minder oorlog zou zijn. Als je niet weet hoe je elke dag aan
voedsel en kleding kunt komen, als je voor een habbekrats in een fabriek moet werken,
als je bijna niets betaald krijgt voor het voedsel dat je verbouwt en oogst,
dan groeit de onvrede vanzelf, een prima voedingsbodem voor oorlog.
De wereld verbeteren begint bij jezelf.
Mooi en indrukwekkend!
BeantwoordenVerwijderen