Onderstaand verhaal stamt uit 2006, de tijd dat de zonen nog thuis woonden:
Oudste zoon Henk (zo wil hij genoemd worden) heeft een fiets. Die heeft bijna iedereen natuurlijk. Deze fiets heeft hij zelf
moeten kopen, nadat hij een aantal fietsen heeft laten stelen. Daar kun je meestal weinig aan doen, maar de laatste keren had hij daar wel een redelijke
schuld aan. Het is namelijk zo, dat als je even gaat pinnen en je je fiets
zomaar neerzet, hij ook zomaar meegenomen kan worden. Hij had de pech, dat
er in die luttele minuten iemand langsliep, die dat inderdaad deed. Gelukkig had de kringloop een prima exemplaar staan, die hij voor 80 euro mocht
meenemen. En als ik zeg prima, dan bedoel ik ook prima. Maar een jongen van 16,
17 jaar op een fiets betekent niet veel goeds. In no time is het een vehikel,
dat met touwtjes bij elkaar wordt gehouden. De kettingkast ligt eraf, de
ketting loopt er regelmatig af en de versnelling doet het niet meer. Die
jongens denken in hun onnozelheid, dat die fietsen evengoed wel blijven rijden.
’s Avonds
vertrok hij naar een laatste scoutoverleg en kwam pas om half elf thuis. Niet
zo slim, vond ik, wanneer je de volgende dag heel vroeg op pad moet voor zo’n lange
fietstocht. Henkie hield echter triomfantelijk een moer in zijn hand om zijn fiets
rijklaar te kunnen maken. Wat bleek, de hele groep had met hem door de gemeentebeplanting lopen struinen op zoek naar oude fietswrakken. Uiteindelijk vonden ze een moer in de schuur van een groepsgenoot. Ik moest er wel weer om lachen ook. Hij vertrok de
volgende dag netjes richting Enkhuizen en vertelde later, dat hij fietsend in
Drenthe was aangekomen. Dat was dus het hele verhaal dacht ik.
Ongeveer een
maand later kom ik in de winkel een begeleidster van de scoutinggroep tegen. Ze heeft Henkie jarenlang onder haar hoede gehad. We praten wat over
onze puberkinderen. Dan vertelt ze over haar zoon, die zo gemakzuchtig is. Maar ze prijst zich gelukkig, dat mijn Henkie niet haar zoon is. Ze vindt hem heel erg leuk,
maar zo gemakkelijk als die is …., daar zou ze niet mee kunnen samenleven. Ik
vertel haar vervolgens het fietsverhaal, waarna ze hard begint te lachen. Ze
was erbij. De fiets van zoonlief bleek het dus niet goed te doen. Hij heeft
Enkhuizen nog net gehaald, waar een fietsenmaker gezocht moest worden om een goede
moer te kopen. Hij bleek een moer opgescharreld te hebben voor de andere kant
van zijn kettingkast, een spiegelbeeld dus. Gelukkig waren ze nog wel op tijd
voor de boot naar Urk.
Ik
confronteer zoonlief met dit verhaal. Hij wil natuurlijk graag weten bij wie ik deze
informatie heb opgedaan. Ik vertel het hem niet en hij raadt het niet. Meer
woorden over deze zaak lijken me niet nodig.
Uhmm tijd om de bronnen wat na te trekken moedertjelief. Wouter baars lijkt me een goed begin om te achterhalen waar de moer daadwerkelijk vandaan kwam
BeantwoordenVerwijderenZo Henkie, is het zo goed????
Verwijderen