De zaad-silo was vanmorgen vroeg nog voor driekwart gevuld met zonnepitten,
maar als ik thuiskom na een ochtendje weg, is ie leeg. Helaas heb ik niet
gezien wie er zo gulzig waren.
Voordat ik weg ging zaten er op de stokjes aan weerszijden twee
puttertjes te snoepen. Ze komen al een paar weken elke dag langs. Puttertjes
zijn niet zo schrikachtig als de mezen, heb ik gemerkt. Ze zitten heerlijk op ’t
gemak te eten en houden dat wel een tijdje vol. De mezen daarentegen vliegen
aan, pikken een zaadje en weten niet hoe snel ze weer weg moeten vluchten. Het
lijkt bijna een criminele daad.
Bezoekers in vorige winters.
Elk jaar zetten we tegen de winter een vogelhuisje in ons stadstuintje.
En dan maar afwachten wat er langskomt. De meeste jaren hebben we in ieder
geval een paartje tortelduiven op bezoek. Het is grappig om te zien hoe de beestjes
met heel veel moeite in het huisje terecht komen. Eerst strijken ze op het dak neer in een wankel evenwicht.
Dan doen ze pogingen om met een bocht naar binnen te vliegen. Eindelijk lukt het,
maar bij elk onverwacht geluid vliegen ze weer angstig weg. Ze hadden ook wel
reden om angstig te zijn, want er lag altijd wel een kat op de loer. Onze buren
hebben met elkaar veel katten. Maar om een of andere duistere reden is er dit
jaar nog geen kat te bekennen in de tuin. Wij blij en de vogeltjes waarschijnlijk
ook.
Kool- en pimpelmezen zijn er altijd wel en als je goed kijkt, kun je
het winterkoninkje ook spotten.
Op de grond struint de roodborst rond om de kruimeltjes die op de grond
vallen op te pikken. Ondertussen is de merel bezig om de grasmat van wormen en insecten
te ontdoen.
Elk jaar komen er ook bijzondere gasten, vooral als het koud is: de
keep, de groenling, staartmezen. De staartmezen kwamen, toen ik een vetblok met
insecten had opgehangen aan de schutting. Dit soort rariteiten kun je tegenwoordig
kopen in de tuinwinkel. Dit jaar heb ik een vetblok met meelworm aangeschaft, maar daar peuzelt het roodborstje alleen van.
Bezoekers deze winter.
Dit jaar hebben we ons aanbod vergroot. Naast huisje en vetblok
hangen er nu twee silo’s: één met pinda’s en één met zonnepitten. De mezen zijn
gek op de pinda’s. Ze vliegen af en aan. Maar ik ben blij verrast met de bezoekers
van de andere silo: puttertjes, de groenling, de keep, vinken. Ik denk dat het komt omdat de silo wat verder van ons raam weg hangt.
Op de grond scharrelt soms een heggemus rond. Dat er weer een mus in de tuin zit, vinden we geweldig, al is het dan een heggemus. Ooit hadden we in dit tuintje talloze musjes. Zomers waren ze zo brutaal, dat ze bij je kwamen bedelen als je lekker in je tuinstoel buiten zat. Maar dat is al lang geleden. Eksters, gaaien en kauwtjes rukten op en sindsdien zijn de mussen niet meer gekomen. Maar wie weet ...