donderdag 10 augustus 2017

Een chagrijnige middenstander.

THE SOUVENIRSHOP.
We waren deze week een middagje in een klein havenstadje aan de Gouwzee. Er zijn daar een paar toeristenplaatsjes waar het werkelijk zwart ziet van de toeristen die Amsterdam aandoen en voor de klompen en de molentjes doorreizen voor een sightseeing. Dat is in dit plaatsje nog niet het geval, hoewel de middenstand wel hoopt op de komst van meer Chinezen, Amerikanen en Japanners. Vriendin en ik lopen langs de haven het dorp binnen. Er is daar, midden in het stadje, een toeristenwinkeltje. Het is te zien aan de klompen, draaimolentjes en houten tulpen die buiten gezellig staan opgesteld. We kijken even rond in het winkeltje en maken een babbeltje met de vriendelijke eigenaresse. Ook zij heeft haar hoop gevestigd op toenemende aantallen toeristen. Aan ons heeft ze niets, want ik geloof niet dat wij behoefte hebben aan een paar klompen of een boerenbonte zakdoek.


HET WEESHUIS.
We lopen verder door het schilderachtige stadje. Ons doel is het weeshuis. Daar moet een glasatelier en een touwslagerij in gevestigd zijn volgens de beschrijving op internet. Ook kom je er meer te weten over de geschiedenis van dit weeshuis. Als we er binnen stappen worden we meteen opgepikt door een dame. ‘Komen jullie iets gebruiken? Wat willen jullie drinken?’ ‘Eh, eigenlijk komen we het weeshuis bekijken.’ Ze kijkt ons ietwat verbaasd aan. ‘Er is hier toch ook een glasatelier en een touwslagerij?’, vraagt vriendin. De dame verwijst naar de tuin waar een grote werkruimte zichtbaar is. We lopen erheen. Er zijn daar wat mensen bezig en we mogen natuurlijk binnenkomen. We krijgen uitgebreid en enthousiast uitleg over hoe alles in zijn werk gaat, krijgen gemaakte producten te zien, zelfs dominospellen van glas. Met moeite komen we weer weg. De touwslagerij is niet in functie. Het weeshuis bekijken? Tja, u mag overal rondkijken hoor’. Er is verder dus niets te bekijken. We nemen plaats aan een tafel in de theeschenkerij en bestellen een bakkie koffie. We worden geholpen door een ijverige jongedame. Inmiddels is ons allang duidelijk geworden dat deze locatie gerund wordt door mensen met een verstandelijke beperking. En dat gaat best vrolijk. Bij het afrekenen mag ik zelf een fooi in de spaarpot stoppen en laat de caissière op haar mobiel zien hoe ze de vorige fooienpot aan stukken sloeg. De fooien sparen ze op voor de kerstpakketten, want die waren weg bezuinigd. We verlaten de gezellige bedoening en kuieren weer terug naar het haventje.


HUIS-TUIN&KÖKEN.
We komen langs een winkel met een aantrekkelijke etalage. Die smeekt ons om even binnen te komen kijken. Als we binnen zijn komt de eigenaar van achteren aan lopen, ‘Wat komt u doen?’ ‘We willen graag even rondkijken’. Er staan de mooiste aardewerken producten in de winkel uitgesteld en allerlei mooie keukenspulletjes, maar ook olijfolie, Lemon Curd en zo meer, te veel om op te noemen. Bij elk voorwerp dat we aanraken noemt de man vanachter zijn toonbank de prijs. Hij lijkt niet blij te zijn met onze aanwezigheid.’ Ik ga weer aan het werk’, zegt ie. ‘Wij roepen u wel, als we iets gevonden hebben.’ Maar dat bedoelt hij niet. Nu begint ie van leer te trekken: We waren allemaal kijkers en daar kon ie niet van bestaan. Dus als we niks kochten, dan konden we beter maar weer vertrekken. Hij verkocht niets aan al die toeristen en ze wilden alles zien. Straks wilden ze zijn keuken en zijn tuin ook nog zien. ‘Dat wilde ik net vragen', reageer ik, 'of ik u tuin mag zien'. Hij kijkt me aan of ie het in Keulen hoort donderen. Toch heb ik wel met ‘m te doen. Want je zult maar de hele dag bezig gehouden worden door kijkende klanten die niets kopen. Ik schaf een potje Lemon Curd aan, kan ik weer eens een lekkere cheesecake maken. Vriendin stapt ondertussen naar de wand achter de toonbank en wil daar ook van alles bekijken. Ze wordt meteen weg gesnauwd: achter de toonbank is verboden terrein. Totaal verbouwereerd staan we even later weer buiten. Zoveel chagrijn hebben we nog nooit mee gemaakt.


Het laatste uurtje gebruiken we voor een bezoekje aan het plaatselijke museum met aandacht voor de regionale geschiedenis en voor klokken en carillons. We worden hier warm ontvangen, dat hadden we net nodig. Een vriendelijke dame wijst ons de weg. We beginnen boven bij het carillon dat over een paar minuutjes gaat spelen. Ik vind het interessant om te zien hoe de melodie voor een automatische bespeling van het carillon wordt gemaakt door uitstekende pennen op een grote cilinder. Het ziet er precies hetzelfde uit als bij een klein speeldoosje. Twee keer per jaar worden de pennen op andere plekken op de cilinder bevestigd om een nieuwe melodie te maken. Verder kunnen we van alles te weten komen over de wordingsgeschiedenis van de streek en de invloed van het water daarop. Er staan natuurlijk ook de nodige bodemvondsten uitgestald in vitrines. Na een uurtje is het mooi geweest en rijden we weer terug naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten