Wat is het toch een heerlijk rustige tijd zo midden in de zomer.
Maandag moest er een en ander in het huishouden gedaan worden en hebben
we het mooie weer aan ons voorbij laten gaan. Gisterenochtend hebben we koffie gedronken
bij Pientje en Theo in de tuin, Mientje is ook gekomen. Het plan is om na de
koffie een rondje te varen in de sloep van Theo en Pientje. Ze wonen namelijk aan
een prachtig natuurgebied met veel sloten en vaarten. In de tuin daar is het heerlijk, maar tegen
onze verwachting in begint het wat te spetteren. Ach, het zal wel meevallen,
dus de boot wordt klaargemaakt. Tegen de tijd dat we vaarklaar zijn, spat
het behoorlijk en moeten er twee plu’s mee. We gaan toch op pad en het is
best lekker, al wordt ons achterwerk behoorlijk nat van de regen en vormt zich
op de bodem van de boot een steeds groter wordende plas. Vanaf de kant zie je af
en toe een verbijsterde blik: welke mafkees gaat met dit weer het water op? Als er
een bekende langskomt verschijnt er een grote grijns op diens gezicht. Evengoed is het best genieten
op het stille water, vooral een half uurtje later als het droog wordt en de zon
heel erg zijn best gaat doen. We zijn zomaar een flinke tijd aan het varen. Op een
stil stuk vaart hangen de rijpe bramen bij bosjes aan de struiken. Ik zie manlief
kijken en weet bijna zeker dat we over een paar dagen hier weer langs gaan varen.
Vandaag wordt een droge dag met weinig wind en lekkere temperaturen,
zo heeft Gerrit beloofd. We besluiten om het ervan te nemen en naar het strand
te fietsen.
Gewapend met koffie, brood en zwemkleding gaan we op tijd op
pad. We drinken onze koffie op ons handdoekje op het strand, maar in zwemkleding raken we
niet, toch te bewolkt en te fris. We liggen op ons rug wat rond te
kijken. Manlief meent een groepje Jan van Genten langs de kustlijn zuidwaarts
te zien vliegen. Ik kan het bevestigen noch ontkennen. Zoveel verstand heb ik
er niet van.
Plotseling schieten we in de lach. Even verderop heeft een man van onze leeftijd zich in het pak van de kerstman gehesen. Met aangeplakte baard en al. Hij
loopt een stukje de zee in op aanwijzingen van zijn partner. Zij maakt een paar foto’s van hem. Daarna mag ie weer naar de kant en kan het pak uit. Dat
wordt vast een nieuwjaarskaart, bedenken we. Helaas heb ik vergeten mijn
fototoestel mee te nemen uit mijn fietstas. 't Had een prachtig plaatje op kunnen leveren. Komisch dat vrouwen zoveel macht over mannen hebben, dat ze zelfs
midden in de zomer als kerstman verkleed in zee gaan staan.
Omdat de lucht verder bewolkt raakt, besluiten we ons broodje in de
duinen op te eten. Met dit weer zijn echter alle bankjes bezet. We lopen een
voetpad af en vinden twee afgezaagde boomstammetjes op een plek die een
paar jaar geleden geheel in vlammen is opgegaan. Het is prachtig om te zien hoe
de natuur zich hier weer herstelt. Overal staan pollen zandblauwtjes.
Ons oog valt plotseling ook op de enorme hoeveelheid bramen die aan overal omhoog schietende struiken groeien. Blijkbaar komen de Schotse Hooglanders hier niet grazen. Op de vanouds bekende vindplekken hebben deze beesten de braamstruiken vertrapt en is er geen braampje meer te vinden. Zodoende raakt onze lege broodzak plotseling snel gevuld met bramen. En zodoende sta ik deze zelfde middag onverwachts bramenjam te koken, lekker.