donderdag 19 februari 2015

Linoleumsnijden in reductietechniek.


Ik ben nog van de generatie die minstens twee jaar naar de kleuterschool ging. Daar hoefden we alleen maar te spelen en te knutselen. Zodra je zes jaar werd, moest je na de grote vakantie naar de Lagere School. Deze school stond op een heel andere locatie en het was meteen over met spelen. We moesten zes leerjaren doorlopen. Er was een duidelijk sekseverschil: jongens kregen handenarbeid en meisjes werden opgevoed met 'nuttig handwerken'. (Ja, zo heette het echt.) Het begon in de tweede klas met het borduren van een klein kleedje voor onder je bord; bootjes in keurige stiksteekjes op een geel lapje. Daarna werden we klaargestoomd voor het huishouden. We moesten eerst een rechte lap breien. Vervolgens knipte de juf er gaten in, die wij weer keurig in breisteken moesten repareren. Mazen heette zoiets. Hierna was een gehaakte pannenlap aan de beurt. Toen deze klaar was, kregen we de opdracht een luierbroek te breien van ongebleekte katoen. De luierbroek werd vooral door de juf gebreid. Je liet een steek vallen en ging naar de juf die de steek weer ophaalde. Ze breide meteen een paar pennetjes door. Mijn broek viel uiteindelijk zo groot uit, dat ik 'm zelf paste.
Wat had ik een hekel aan die lessen en wat was ik jaloers op de jongens die lekker bezig waren met papier, klei, hout en linoleum. Maar ik moet wel eerlijk toegeven, dat ik goed heb leren handwerken, waar ik de rest van mijn leven veel plezier van heb. In de zesde klas mocht ik tot mijn grote genoegen eindelijk eens linoleum snijden. Regelmatig schampte het mesje rakelings langs mijn vingers. Tot het echt raak was en het bloed naar buiten stroomde. Ik geloof dat iedereen deze ervaring wel een keer heeft opgedaan. Langzamerhand kreeg ik de slag toch te pakken. Zelfs onze trouwkaart was aan de voorkant voorzien van een linoleumafdruk.



Meer dan tien jaar geleden ben ik begonnen met een cursus grafiek. Het was een kolfje naar mijn hand: lekker bezig zijn met zinken en koperen etsplaten en met steendruk. Ook het linoleum snijden kwam weer onder mijn aandacht.
Na verloop van tijd wist ik via Marktplaats voor een klein prijsje een prima tafelpers te bemachtigen. Manlief kwam met resten linoleum thuis, want zijn werkomgeving kreeg een nieuwe vloer. En dan kun je los.


Het leukste is linoleum snijden in reductietechniek: je maakt met watervaste stift een afbeelding op je stuk linoleum. Omdat de linoleum elke keer op dezelfde plek op het papier moet komen, snijd je vooraf een stuk uit een karton waar het linoleum precies inpast en teken je duidelijk aan waar het papier gelegd moet worden. Wat wit moet blijven snijd je er eerst uit. Dan kun je de rest inrollen met de lichtste kleur die je bedacht hebt en dat druk je af. Na deze drukronde snijd je de delen die de juiste kleur kregen weg en ga je met een donkerder kleur verder. 
Eigenlijk mag je met hooguit vier kleuren werken, want erna stroopt de inkt op en gaat je werk glijden. Maar ik redt het meestal niet met vier kleuren. Tot nu toe is het toch goed gegaan. Deze vogel bijvoorbeeld, is zeven keer onder de pers doorgegaan. Je moet wel voldoende afdrukken maken, want het gaat af en toe wel eens scheef en dan is je afdruk naar de barrebiezen. Bij mij slaagt ongeveer de helft. Daarom start ik met twintig vellen papier.



Helaas zitten er maar 24 uur in een dag, waarvan je ook nog eens een derde deel moet slapen. Een groot deel van de resterende uren gaat op aan huishouden en vrijwilligerswerk. Dus als ik weinig of niet blog, dan begrijp je waar ik mee bezig ben.




dinsdag 3 februari 2015

Over rolcontainers en een betonnen hondje.


De rolcontainers.
Nog niet eens zo lang geleden hadden we één soort afval. Eerst verzamelden we dat in grijze zakken. Later kwam er een grote grijze rolcontainer. Het gevaarte paste precies in de schuur en ik vond het wel hygiënisch zo. Groente-, fruit en tuinafval verzamelden we in de compost-container achter in de achtertuin. Helaas kozen de wespen die ook wel eens uit om in te wonen. Manlief moest dan gevaarlijke handelingen verrichten om de beestjes uit huis te zetten. Daarom vonden we het wel prettig dat we voor dit soort afval een groene rolcontainer kregen. Maar waar laat je zo’n geval. Er was nog een halve vierkante meter vrij tussen de kronkelhazelaar en de auto. Daar moest ie dan maar staan.

Hierna werden we verblijd met weer een rolcontainer, een blauwe deze keer, bestemd voor oud papier. Het laatste hoekje in de voortuin, tussen kronkelhazelaar en muur van het huis was nog vrij en met wat geduw paste het geval er precies tussen. Voor de container stond een betonnen hondje, dat eens in de vier weken opzij gezet moest worden. Ik schrijf ‘stond’, want het hondje is er niet meer. In de kerstvakantie was ie er nog, want toen moesten we ‘m opzij zetten om de blauwe container te pakken. Anderhalve week geleden was er niets meer om opzij te zetten. Hè, hoe kan dat? Je kijkt nog eens goed rond. Maar nee, het hondje is echt weg evenals de twee vogels op de rand van de plantenbak.

Het betonnen hondje.
Dat hondje heb ik ooit van mijn allang overleden ma gekregen. We gingen wel eens samen naar het tuincentrum. Elke keer liepen we langs de betonnen tuinornamenten. Ik vond het allemaal vreselijk kitscherig. We lachten er wat om. Plotseling zag ik dat kleine bolle, gerimpelde bulldogje staan. 'Maar die vind ik wel heel leuk!' Hij was duur, maar mijn ma aarzelde geen moment. Ze zette het beestje meteen in de winkelwagen. 'Die krijg je van mij.' Vanaf die dag, zo'n vijftien jaar geleden, hadden we een klein, betonnen waakhondje bij de voordeur staan.
Tot vandaag wist ik niet waar het beestje en de vogeltjes gebleven waren. Toch blijf je er wel mee bezig. Vanmorgen dacht ik; Laat ik een ingezonden stukje voor de wijkkrant maken over de diefstal. Ik klik de site tevoorschijn en kom deze link tegen: Herkent u deze spullen? En ja hoor, een foto met onder andere mijn gestolen spulletjes.


Nu weet ik in ieder geval waar mijn hondje is. Ik bel naar de politie. Er wordt me verteld dat ik aangifte moet doen en moet aantonen dat het mijn hondje is. Dat aantonen gaat vast niet lukken, want hoe bewijs ik nou dat het beestje van mij is. Maar aangifte doe ik wel, want ik ben meer gehecht aan mijn hondje dan ik dacht. Er zit niets anders op dan afwachten of het beestje en de vogeltjes ooit nog terug komen.

En wat die rolcontainers betreft: er wordt gefluisterd dat we er een gele rolcontainer bij krijgen voor het plastic. Waar moeten we die nu weer neerzetten.