maandag 24 november 2014

Herinneringen aan Sinterklaas, vervolg.

Vroeger, bij mij thuis, werd Sinterklaas vrolijk gevierd. Maar geloven in de goedheiligman, dat mocht echt niet. Van kleins af aan benadrukte mijn ma dat al die verhalen klinkklare onzin waren. En dat boek van Sinterklaas was goddeloos. Maar dat weerhield haar er niet van elk jaar een cadeautjesfeest voor ons te organiseren op 5 december. Alleen als 5 december op zondag viel, werd het feest een dag naar voren gehaald. Op dé avond  waren mijn broers en ik na de avondmaaltijd in spannende afwachting. De opa waar we bij inwoonden, trok zich terug op zijn kamer boven. Wij, de kinderen, wachtten vol spanning af in de huiskamer. Plotseling was er een enorm gestommel op de trap. De kamerdeur ging voorzichtig op een kier en een hand smeet een flinke hoeveelheid strooigoed de kamer in. Daarna kwam opa hijgend tevoorschijn met de rieten wasmand in zijn armen. Daar zaten de cadeautjes in voor het hele gezin: speculaas- en taaipoppen, een chocoladeletter en een cadeautje. Wat een feest! Het uitpakken kon beginnen. Binnen een half uur was pakjesavond weer voorbij en zaten we allemaal stil in ons nieuwe boek te lezen of met ons nieuwe spel te spelen.


Later veranderde pakjesavond in surprise-avond: we trokken een lootje en maakten een surprise met gedicht voor ons slachtoffer. Ik heb er plezierige herinneringen aan overgehouden. Iedereen deed zijn uiterste best om er wat leuks van te maken.



Toen ik verkering kreeg met manlief kwam er een tweede surprise-avond bij. Bij hem thuis was de groep heel wat groter. We zaten vaak tot middernacht uit te pakken. Het viel niet altijd mee om de aandacht er tot het einde bij te houden. Op een keer hebben we heel erg gelachen om een van de broers. Hij deed wel altijd wel mee, maar of ie het nou leuk vond ... Die avond bestond zijn surprise uit een plaat langwerpig pakje dat helemaal omwikkeld was met plakband. Er was geen surprise en geen gedicht. Het lukte hem niet zo goed om het plakband eraf te krijgen, dus zette hij de schaar erin. Dat deed hij zo kordaat dat het pakje plotseling door midden was geknipt. Toen bleek er een horlogebandje in te zitten. Het mooiste was, dat hij bekende dat hij een stommerd was, want hij had het zelf ingepakt. 

Minder leuk vond ik die andere keer. Er was de hele avond uitgepakt, gedichten gelezen en gelachen om de malle surprises. Na middernacht waren alle surprises op en de eersten wilden al weer naar huis. Alleen had ik helemaal niets gehad. Ik was er best me aan en hoopte dat niemand iets aan me zou vragen. Maar ja, de vraag kwam onherroepelijk toch: 'Wat heb jij eigenlijk gehad?' Iedereen keek mijn kant uit. Ze snapten er niets van. Ik pakte mijn jas om naar huis te gaan. Toen kwam schoonmoeder me achterna. Ze propte een paar wanten en een plantenboekje in mijn handen: 'Hier, die zijn voor jou.' Bleek schoonpa me getrokken te hebben. Hij was het feest helemaal vergeten. Nu moet ik ter verzachting zeggen dat hij altijd erg moe was tegen de feestdagen, want hij werkte in een bakkerij en in december is het daar aanpoten geblazen. Maar leuk is zoiets niet. 




Toen hij met de VUT ging werd alles anders voor hem. Zo gebeurde het in 1993, dat vlak voor 5 december de bel ging. Nietsvermoedend liep ik naar de deur om open te doen. Daar stonden Sinterklaas en de kerstman met een grote jute zak bij zich. Schoonpa kwam samen met oom Hein een feestje bij ons vieren. Een plezier dat we gehad hebben om alle gekkigheid die uit de zak kwam.Ik denk niet dat onze kinderen het ooit zullen vergeten.

dinsdag 11 november 2014

Herinneringen aan Sinterklaas.

Vandaag is het 11 november, Sint Maarten. Het is de start van een reeks van gezellige feesten die bij de winter horen. De kinderen komen vanavond weer  langs de deuren zingen en hopen op heel veel, lekker snoep. Op het moment dat ze met hun lampions de deur uitstappen, is op televisie het eerste Sinterklaasjournaal begonnen. Dieuwertje Blok doet verslag van de vele avonturen die die arme oude man met zijn pieten mee moet maken voordat ie in Nederland arriveert.

Het wordt op mijn leeftijd zo langzamerhand een periode met heel veel dierbare herinneringen. In de tijd dat de kinderen klein waren, begon ik soms al in september met het verzamelen van cadeautjes. Zo spreidde je de kosten een beetje. Gelukkig waren er gulle opa’s en oma’s die een financieel bijdrage leverden, want met zes kinderen was het een hele klus. De speelgoedcatalogus viel, net als nu, veel te vroeg door de brievenbus. Meestal raapte ik het dikke boekwerk van de mat en kon ‘m nog een tijdje wegstoppen. Als toch iemand van het stel een catalogus in handen kregen, zaten ze dagenlang dromend op de bank. Vooral Mientje kon er wat van: ‘Dit wil ik hebben, nee toch liever die pop of nee, dat spel.’ Soms wilden ze cadeaus die het budget ver te boven gingen. Ik probeerde dan allerlei negatieve punten van dat cadeau op te sommen. Niet dat dat veel hielp; het verlangen werd er des te groter door.

Ik herinner me kleuter Pientje, die een Barbiepop uit de catalogus wilde. Waar het vandaan kwam weet ik niet, maar plotseling waren grote, slappe babypoppen helemaal in. Volgens mij wilde elk meisje zo’n geval wel hebben, maar Pientje niet. Dus kocht ik de Barbie voor haar die ze zelf uitgekozen had. De dag na Sinterklaas kwam ze heel verdrietig uit school: alle meisjes hadden een babypop gehad en zij niet. En nu wilde ze er ook zo graag eentje. ‘Ja, maar lieverd, je wilde de pop niet op je verlanglijstje.’ ‘Ja, maar Sinterklaas had best kunnen weten dat ik er ook eentje wilde’, snikte de kleine. Zucht, ‘Ik zal zien wat ik doen kan’. Enfin, moeder maar weer op weg naar de speelgoedwinkel om de Barbie om te ruilen voor zo’n babypop. Gelukkig kon dat altijd wel.

Mientje was nieuwsgierig van aard, is ze nog trouwens. Niet gelovig meer, struinde ze alle kasten af tot ze de pakjes gevonden had. Op een keer zag ze een poppenmeubel-set liggen die ze foeilelijk vond. Ze trok de conclusie dat dat voor Pientje bestemd moest zijn. Maar nee, op pakjesavond was ze toch zelf de gelukkige. Ik geloof niet dat ze er veel mee heeft gespeeld.

Ons Henkie is één dag voor Sinterklaas geboren. Ik had ervoor gezorgd dat de cadeautjes royaal op tijd in juten zakken klaar lagen. Op 5 december kwam ik uit het ziekenhuis en lag heerlijk op zolder uit te rusten in mijn eigen bed. Manlief had de zakken met cadeautjes onder het raam van de dakkapel gezet en het raam op een kiertje open gedaan. De kinderen zaten beneden een beetje sip bij elkaar, want hoe moest dat nou met de cadeautjes? Zou Sinterklaas eigenlijk wel komen nu ma op bed lag? Ik heb heel hard naar beneden geroepen: ‘Meisjes, kom nou toch eens kijken …’ Ze kwamen er meteen aan. Wat een verrassing: ligt ma lekker te slapen, gaat het raam opeens open en daar komt Piet met de pakjes naar binnen. Mar stond op haar tenen door het raam naar buiten te kijken, want misschien was Piet daar nog wel, best eng. Het werd toch een vrolijk feest met allemaal opgewonden kindertjes, die Sinterklaas toch.

Elsje

De dag kwam, dat het hele gezin van zijn geloof was afgevallen. De tijd van het lootje trekken brak aan. Ieder moest voor een tientje een cadeautje kopen en een surprise maken met een gedicht erbij. Steevast namen diverse deelnemers elkaar in vertrouwen en na een paar weken puzzelen wist bijna iedereen wie door wie getrokken was. Het werd een complete sport: wie wist als eerste alles.
Oma deed ook mee. Ik geloof dat opa toen al overleden was. Oma maakte soms meer kabaal dan alle kinderen bij elkaar, zo leuk vond ze het. We hebben heel wat afgelachen om alle gekkigheid die uitgehaald werd; zoektochten door huis en tuin, smurrie in een doos, raadselspelletjes en wat al niet meer. Het gezin breidde uit met vriendjes en op een gegeven moment ging het allemaal te lang duren. Want ook bij de laatste surprise was aandacht nodig. Dat had de maker wel verdiend.

Het volgende werd het dobbelspel. Iedereen kocht voor vijf euro een stel grappige cadeautjes en daar dobbelden we om. De kookwekker werd gezet en als die afging, dan mocht ieder houden wat ie op dat moment veroverd had. Soms had je zes cadeautjes verzameld en moest je ze allemaal aan je linker buur geven. Of had je iets in handen dat je leuk vond, maar werd dat subiet weggepakt door je overbuurman. Zo is er eens hevig strijd geleverd om een kunstkerstboompje van 20 cm. Ik geloof dat Henkie er met de buit vandoor ging. Hij versierde er zijn studentenkamer mee. 
Oma snapte er op het laatst niet zo veel meer van. Dan had ze eindelijk iets in handen wat ze leuk vond, bedankte ze de gulle gever en plotseling was ze het weer kwijt. Maar ze deed toch dapper elk jaar weer mee. 

Nu doen we al een paar jaar niet meer mee. De helft van de kinderen heeft een eigen gezin en daar moet het feest nu gevierd worden. Sommige jaren dobbelen we nog met de gezinsleden zonder kinderen. Verleden jaar hadden we voor elk gezin wat cadeautjes gekocht. Op pakjesavond zijn we erheen gereden. Manlief parkeerde de auto op een onzichtbare plek. Ik belde aan en verstopte me snel achter schuur of struiken en genoot van de verbaasde en opgewonden stemmetjes die uit de deuropening klonken. 
Ik voel dit jaar wat weemoed om een tijdperk dat voorbij is, maar het is mooi geweest zo.