maandag 11 mei 2015

De kust van de Solway.

Gisteren hebben we weer voet aan Nederlandse wal gezet na een week zonder wifi en telefonische bereikbaarheid. In het begin is zoiets wennen, maar het duurt niet lang en dan geef je je over aan de heerlijke rust. Op hoog gelegen plekken probeer je de telefoon even en soms lukt het. Maar het signaal valt ook zomaar weer weg. We proberen elke dag wel even te kijken of er iemand geprobeerd heeft ons te bereiken. Je weet tenslotte maar nooit.




Vanuit Fort William zijn we naar Kippford in Galloway vertrokken, een reis van zo'n 200 mijl. Je denkt dat je er niet lang over doet, maar dat valt tegen op de wegen van de Highlands. Een snelheid van 50 km/uur is al heel wat. Bovendien zijn er in de weekenden wegwerkzaamheden, waardoor hele stukken rijbaan worden afgesloten. Je staat dan eindeloos te wachten voor een rood stoplicht. 
Voor vijf uur moesten we de sleutel van onze cottage ophalen in Colvend Store. Gelukkig had ik van tevoren 'Google Maps' bekeken en ontdekt dat het om de dorpswinkel van Colvend ging, een dorp verderop. Het is al tien voor vijf als we in Colvend aan komen. Gelukkig zijn we op het goede adres. Gewapend met de sleutel vertrekken we naar Allonby Cottage in Kippford. Een adres hebben we niet, maar het is het tweede huis na het hotel. Manlief en ik waren 8 jaar geleden ook in Kippford. Toen bivakkeerden we in het huis achter het hotel. Een exactere adresaanduiding was er toen niet, net zoals deze keer. Wat kan het leven toch simpel zijn.
De cottage staat langs de baai waaraan het dorp ligt. De bootjes in het water zakken op en neer met de getijden. Elk moment van de dag is het uitzicht anders.



Ook hier gaan we weer wandelen. Je zou zeggen: je bent van de bergen naar de heuvels gegaan, dat loopt toch een stuk makkelijker. Niets is minder waar. We gaan de kliffen op, eerst bij Colvend Coast. Er zijn weilanden tot aan het randje van de kliffen, begrensd door een veilige afscheiding. Je loopt over een smal paadje aan de andere kant van die afscheiding waar je maar net twee voeten naast elkaar kunt zetten. Naast je is de ruimte tussen jou en de afgrond soms heel weinig. Behoedzaam zetten schoonzusje en ik onze voeten neer, het lichaam een beetje naar de veilige kant gericht. Mochten we  vallen, dan rollen we de goede kant op.
Je bent natuurlijk continu met het wandelpaadje en je voeten bezig, maar regelmatig nemen we de tijd om om ons heen te kijken, wat een prachtige vergezichten. De mannen moeten natuurlijk weer eng doen: zo dicht mogelijk op het randje staan en met de verrekijker in de nesten van meeuwen en alken turen. Ik doe mijn best om het niet te zien. Na 3 kilometer kunnen we  van de kliffen af. Dat loopt heel wat relaxter. Maar het is de moeite waard geweest.



Niet ver weg is nog een wandeling over de kliffen, bij Balcary Point. Daar gaan we dus ook heen. De start is rustig, over het land van een boer en erna loop je via een groen paadje naar de kliffen. Daar wordt het veel enger dan de vorige wandeling. Het paadje is nog smaller dan de vorige keer en nu moet er ook flink geklommen en gedaald worden via de keien. De adrenaline giert af en toe door het lijf. Hier wordt ik echt te oud voor. Zelfs manlief schuift nu voorzichtig op zijn buik naar de rand om met zijn verrekijker in de nesten te turen. 
We eten ons broodje op, zittend op een groen hellinkje tegen het weiland erachter en genietend van de mooie vergezichten over de Solway. Dan komen er twee oudere wandelaars aan in de verte. Heel rustig aan stappen ze voort, hangend in twee hoge stokken. Als ze passeren zien we pas hoe oud ze zijn; eerder 90 dan 80 jaar. Daar worden we even stil van. Zelf weet ik niet of ik dit ooit nog een keer ga doen, hoe mooi de wandeling ook is. Als we van de kliffen af komen, staat er dit mooie bord als toetje na de maaltijd.



De laatste dag zijn we naar de top van Screel Hill gegaan, een heuvel van 344 meter hoog. Acht jaar geleden deden manlief en ik dit op een zondagmiddag na kerktijd. Het enige vervelende wat ik me ervan herinnerde, is de afdaling over rollende keien. 
Bij de parkeerplaats aangekomen, blijkt dat de wandeling officieel niet meer bestaat. We hebben de routebeschrijving, dus we gaan gewoon op weg. Het is een behoorlijk klauterpad dat we volgen. Na het bankje, zoals in het boekje staat beschreven, moeten we weer recht omhoog. Het bos dat er zou zijn, is gekapt, maar we volgen een spoor dat er nog loopt. Stevig klauterend belanden we aan de voet van de rotsige top. Af en toe passeert ons een autochtone Schot en die bijna huppelend  op gympjes naar boven wandelt, terwijl wij ons moeizaam voort bewegen in onze bergschoenen. Uiteindelijk komen we op een supersmal, keiig paadje langs de steile helling. Maar hoe komen we op de top? Geen idee. Terug gaan willen de vrouwen niet en vooruit ook niet. Er zit dus niet anders op dan heel voorzichtig verder te gaan met ondersteuning van de mannen die toch minder moeite met het pad hebben. Dan blijkt het pad toch naar de top te voeren. Even later kijken we uit over het prachtige landschap van Galloway. Maar we moeten ook weer naar beneden. Inderdaad ja, het moet over de losse keien. Maar het lukt. Af en toe moet ik op mijn achterste naar beneden om een te grote stap te overbruggen. We komen heelhuids op een bospad terecht en kunnen nu rustig naar de parkeerplaats terug wandelen. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten