Onze tuin is sinds we onze huiskamer uitgebouwd hebben wat klein geworden. Omdat er veel groen om ons huis is proberen we ’s winters toch vogels
te lokken met voer. Dat heeft toch best bijzondere resultaten gehad. De ene
winter kwamen er regelmatig staartmezen, een ander jaar kwamen de groenlingen
zaadjes pikken. De tjiftjaf is langs geweest en de keep. De mooiste vogels
waren de puttertjes die in 2014 elke dag langskwamen.
De laatste jaren is het helemaal prut. Eerst kwamen de eksters en
kauwtjes de zaadsilo’s leeg pikken. Mooie vogels natuurlijk, maar het was toch
niet voor hen bedoeld. Al het kleine grut werd op de vlucht gejaagd. In het
tuincentrum waren silo’s te koop met een ruim traliewerkje er omheen. Dat zou moeten
helpen. Maar als ik de silo vulde, was ie de volgende dag weer helemaal leeg. Het
zaad lag op de grond waar een heggenmus zich helemaal tegoed deed aan de
zonnepitjes. Dat gebeurde elke keer. Ik snapte er eerst niets van. De
boosdoener bleek een ekster te zijn. Het beest was zo slim de silo een tijdje op de kop te houden met zijn snavel
waardoor ie leeg liep.
Als dit najaar de silo weer elke keer wordt omgekeerd is manlief het zat. Van
hout zet hij een raamwerk in elkaar dat hij voorziet van tuingaas met openingen van 5 x
5 centimeter. De bodem wordt dicht en er komt een schuin dakje op. Dat onderkomen
hangt hij tegen de houten schuurwand. Verwachtingsvol houden we het hok in de
gaten. Maar de eerste tijd waagt geen vogeltje zich erin. Het ruikt
vast nog te veel naar mens.
Op een gegeven moment komen de kool- en de pimpelmezen.
Die durven eindelijk. Het valt op dat ze elkaar niet verdragen in het hok. Dus
elke keer verjagen ze elkaar. In het dierenrijk is helaas ook al weinig vrede te vinden. Het zaad dat op de grond valt wordt verzameld
door de heggenmussen. Die varen er weer wel bij.
Op een dag zien we dat een klein muisje tegen de schuurwand omhoog klimt en in het hok verdwijnt. Ik vind het een schitterend gezicht en sluip erheen met mijn fototoestel. het beestje blijft muisstil zitten en springt het hok uit zodra ie kans ziet.
Ook de eksters en de kauwtjes doen nu pogingen om in het hok te komen, tevergeefs, ze moeten genoegen nemen met een beetje water uit de drinkbak onder het hok.
De merel houdt zich wat afzijdig. maar die moet het dan ook hebben van wurmpjes en dergelijke.
Het is alweer een paar weken geleden dat onze aandacht getrokken wordt door een korte vogelroep en dat achter elkaar door. Ik kijk; nee maar, er zit een bonte specht op het schuurtje, duidelijk op zoek naar mogelijkheden om in het hok te komen. Zodra de vogel merkt dat ie betrapt is vliegt ie weg.
Nu we het weten zien we de specht veel vaker langs komen en het duurt niet lang of het lukt om in het hok te wippen. We kijken er met meer aandacht naar en ontdekken dat het om twee vogels gaat, een vrouwtje en een mannetje. Het mannetje herkennen we aan de rode vlek op de kop. Ze vliegen steeds vaker in en uit. Er is duidelijk een nest in de buurt.
Verleden week zit er plotseling een exemplaar op de tuinafscheiding waarvan het verenpak niet echt gestroomlijnd is. Het is zover, ze hebben een zoon.
Onze oud-ijzer vogel kijkt al die tijd onbewogen toe en wordt er niet warm of koud van. Voordeel van dit beestje is dat ie er niet vandoor gaat als we bewegen, want spechten blijven heel schuwe vogels. Ze zijn al weg als je maar naar ze kijkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten