Jongenskleertjes voor de Mini Baby Born.

Als ik op vakantie ga, vind ik het wel leuk om één of ander creatief klusje mee te nemen. Na een paar dagen wordt het steeds rustiger in het hoofd en dan is het heerlijk om iets volkomen nutteloos onder handen te nemen. 

Verleden jaar heb ik zo een grote doos theezakjes mee genomen. Deze theezakjes waren lang geleden door een vriendin op maat gesneden in haar vakantie. Zij zocht toen ook een onzinnig klusje voor op de camping. Ze nam een doos vol mee terug. Zulke stukjes papier gooi je natuurlijk niet weg. En daardoor zat ik een jaar geleden dus theezakjes te vouwen op de camping. Afgelopen kerst kreeg iedereen een retro-kerstwens van me toegestuurd. Enige verwondering riep het wel op.

Een andere vriendin spaart mini-baby born poppetjes. Ze haakt daar prachtige jurkjes voor. Ze heeft dan wel een patroon nodig, anders lukt het niet. Helaas is er maar moeilijk aan een patroontje te komen voor zulke kleine poppetjes, voor jongetjes al helemaal niet. Vroeger breide deze vriendin altijd. Ze heeft voor al mijn kleindochters een grote baby born aangekleed met een prachtige gebreide outfit. Nu mag ze niet meer breien van de dokter.

Voor haar heb ik dit jaar een paar bolletjes heel dunne katoen meegenomen en de allerdunste breinaalden die ik heb (1 mm.). Ik ga een poging wagen om een jongensoutfit voor de mini-baby born te breien. Het is een gigantisch priegelwerkje, echt iets voor op de camping dus. Dit is het resultaat:

==========

Jongenskleertjes voor de mini-baby born.

Breien - Een broekje voor de mini-baby born.

Nodig:

Heel dun garen en breinaalden van 1 mm.

Werkwijze:

·         24 steken opzetten (ong. 4,5 cm.)

·         3 nld. in boordsteek (1 recht en 1 averecht).

·         10 nld. in tricotsteek (heen recht en terug averecht).

·         4 nld. tricotsteek, aan het begin 1 st. meerderen. (28 st.)

·         2 nld. tricotsteek.

·         2 nld. aan het begin 3 st. minderen. (22 st.)

·         2 nld. aan het begin 2 st. minderen. (18 st.)

Laat de steken op de naald staan en brei dit lapje nog een keer.

Voeg de twee lapjes samen en brei verder:

·         6 nld. tricotsteek.

·         4 nld. boordsteek.

Afhechten.

Afwerking:

Sluit de naadjes en laat aan de achternaad een stukje open.

Haak met een dunne haaknaald langs het achternaadje een randje vasten, keer en maak aan het begin van het tweede randje vasten een lusje van 5 lossen. Hecht de draad af en zet een kleine knoopje aan.

Breien – Een truitje voor de mini-babyborn.

Nodig:

Heel dun garen en breinaalden van 1 mm.

Werkwijze voorpand:

·         26 steken opzetten en 4 nld. in boordsteek (1 r. en 1 av.) breien.

·         14 nld. in tricotsteek.

·         2 x 3 st. afkanten aan het begin van de naald. (20 st.)

·         2 x 2 st. afkanten aan het begin van de naald. (16 st.)

·         8 x 1 st. afkanten aan het begin van de naald. (8 st.)

·         Afkanten.

Werkwijze rugpand:

Als voorpand, maar vanaf de minderingen voor het armsgat het werk splisten. Iedere helft afzonderlijk afbreien en afhechten.

Werkwijze mouwen:

22 steken opzetten en 4 nld. in boordsteek breien.

6 nld. tricotsteek.

·         2 x 3 st. afkanten aan het begin van de naald. (16 st.)

·         2 x 2 st. afkanten aan het begin van de naald. (12 st.)

·         8 x 1 st. afkanten aan het begin van de naald. (4 st.)

·         Afkanten.

Afwerking:

Naai de deeltjes aan elkaar. Maak met een dunne haaknaald een randje vasten langs de halsopening. Da verder met vasten haken langs het splitje. Draai het werk om en maak nog een rand vasten langs het splitje, maar haak meteen twee lusjes van 5 lossen mee.

Naai twee knoopjes op de andere kant van het splitje.

Haken – Een mutsje voor de mini-babyborn.

Nodig:

Heel dun garen in twee kleuren en een heel dunne haaknaald.

Werkwijze:

Het mutsje wordt helemaal gehaakt in vasten.

·         Begin met een magische ring met 5 vasten in de hoofdkleur.

·         Haak 2 v. in elke v. (10 st.)

·         Haak 2 v. in elke 2^e v. (15 st.)

·         Haak 2 v. in elke 3^e v. (20 st.)

·         Haak 2 v. in elke 4^e v. (25 st.)

·         Haak 2 v. in elke 5^e v. (30 st.)

·         Haak 2 v. in elke 6^e v. (35 st.)

·         Haak 6 toeren van 35 v.

·         Haak 1 toer van 35 v. in de bijkleur.

·         Haak 1 toer van 35 v. in de hoofdkleur.

·         Haak 1 toer van 35 v. in de bijkleur.

·         Haak 1 toer van 35 v. in de hoofdkleur.

·         Afhechten en draadjes afwerken.