Vandaag koop ik een kamerplant, een cactus,
geen vier centimeter hoog. Het plantje kost 75 cent. Ik loop ermee naar de
toonbank en zeg dat ik mijn plant wil betalen. ‘Daar moet hebt u weken voor
gespaard hebben’, reageert het meisje. 😊 Ik keer mijn portemonnee om en tel uit: één keer een muntje van twintig cent, vier
keer tien cent en drie keer vijf cent. Ze pakt de cactus zorgvuldig in papier
en wenst me veel succes bij de verzorging.
Mijn nieuwe aanwinst op ware grootte.
Voor cactussen heb ik een zwak sinds ik tijdens mijn studietijd regelmatig op de Albert Cuyp kwam. Het was toen nog echt een leuke markt. Van mijn zakgeld kocht ik er vijf t-shirts voor een tien gulden. En voor een gulden kon je een paar kleine cactusjes kopen met bijpassende potjes, zag er schattig uit. En ze gingen lang mee. Een aantal weken zware verwaarlozing was ze niet aan te zien.
Op een gegeven moment leek me een kweeksetje voor cactussen wel aardig. Ik zaaide zaadjes in een laagje grond in een kweekbakje. Daar kwam een plastic dekseltje op. Het bakje kreeg een zonnig plekje in de vensterbank. Op de juiste tijden gaf ik voorzichtig water, de zaadjes kiemden en alles liep perfect. Toen de plantjes meer dan een centimeter boven de aarde uitstaken, moest het dekseltje eraf. Tjonge tjonge, wat werd dat goed verzorgd; elke dag voorzichtig een paar druppeltjes water, even praten tegen de stekjes...
Ik had buiten de waard, of liever buiten de kat gerekend. Dat zonnige plekje was namelijk ook het favoriete plekje van de kat. Toen het deksel eraf ging, dacht het beestje blijkbaar dat ik een kussentje voor hem had neergelegd. Op het moment dat ik erachter kwam was het al te laat. De kat zat prinsheerlijk in het zonnetje in mijn kweekbakje. Er was geen stekje meer heel.
Later heb ik weer cactussen gehad in de vensterbank. Die groeiden soms zo hard, dat ze regelmatig verpot moesten worden en dat is bijna niet te doen. Je rolde ze in een stevige lap en schudde ze voorzichtig uit de pot. En dan was het zaak om ze heel voorzichtig in een grotere pot met aarde te hijsen, doek eraf te wikkelen en hopen dat de pot weer in het juiste evenwicht stond. Daar zijn ze trouwens allemaal door gesneuveld; uit het gelid gegroeid en vervolgens omgevallen. Over al die stekels in je handen wil ik het niet hebben.
In de voorraadkast stonden al jaren vier leuke, grof aardewerken bloempotjes. Elk jaar liet ik ze door mijn handen gaan; doe ik ze naar de kringloop of niet? Verleden jaar stonden die mini-mini cactussen ineens in het tuincentrum. Ik dacht meteen aan de Albert Cuyp, en aan de potjes in de kast. Dus heb ik vier kleine cactussen gekocht en de bloempotjes in ere hersteld. Ze deden het goed, groeiden zelfs wat, maar na hun winterslaap op zolder had er eentje toch de geest gegeven. Vanmorgen heb ik dus weer een nieuw exemplaar gekocht. Het ziet er nog steeds leuk uit daar in die vensterbank.
De rechter cactus heeft zelfs bloemknoppen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten