woensdag 22 juli 2015

Douchekaartjes.

We zijn met wat nazaten een weekje weg geweest, kamperen op de Veluwe. Het is leuk om te gast te zijn bij Staatsbosbeheer. Je bivakkeert op een terrein midden in de bossen, ver weg van de bewoonde wereld. Het is er heel stil op de geluiden van de snelwegen na. Het is verbazend hoe goed dat te horen is in het bos.

De camping heeft geen speeltuin voor kinderen. Er is genoeg te beleven in de natuurspeeltuin: kevers, vogeltjes, bosmuisjes en een boerenzwaluwfamilie in het toiletgebouw. De kinderen zijn meteen al druk bezig met kevers zoeken en in een schaaltje verzamelen. Nan vindt het heel interessant. Ze neemt een exemplaar, kijkt eens goed, neemt de schaar en knipt ‘m doormidden. Dat is nou ook weer niet de bedoeling.
’s Avonds tegen schemer gaat manlief met Tis het terrein af, het bos in op zwijnenjacht. Ze hebben geluk. Een complete zwijnenfamilie steekt voor hun ogen het pad over. Mooier kun je het niet beleven.




De camping heeft wel prima sanitair en de douches geven warm water. Om te douchen staat er een bakje met kaartjes in de doorloopgang. Als we komen zijn wel acht kaartjes. In totaal zijn er zes douches, dus kaartjes genoeg zou je zo zeggen. De bedoeling is dat je een kaartje meeneemt naar de douche en ‘m in een houder steekt. Hierna begint de douche vanzelf te lopen. Als je klaar bent, doe je het kaartje weer in het bakje terug.

De eerste avond stap ik enthousiast met mijn kaartje onder de douche. Maar het water blijft koud. Omdat ik me al aan het inzepen ben, zit er niets anders op de douchebeurt helemaal af te maken. De dag erna wordt de boel gerepareerd en op woensdagochtend kunnen we behaaglijk douchen. De dag erna wordt het wat drukker op de camping. In het bakje staan nog maar een paar kaartjes terwijl de douches op dat moment niet in gebruik zijn. Dat is gek. Blijkbaar zijn er mensen die de kaartjes meenemen naar hun caravan. Maar er is gelukkig een kaartje om nog eens te douchen.

In het weekend zijn bijna alle plaatsen bezet en staat er in het bakje geen enkel kaartje meer. Het grootste deel van de camping kan dus niet douchen door het asociale gedrag van een paar mensen. Ik erger me groen en geel. Omdat ik mezelf toch moet reinigen, stap ik de invalidenruimte in. Boven de wasbak was ik mijn haar en sop mezelf schoon.
Als ik later water haal, zie ik een kaartje in het bakje staan. ‘Die is voor manlief’, denk ik bij mezelf. Hij kan elk moment komen om zichzelf te wassen. Op het moment dat ik het kaartje pak, stapt er een vinnige tante binnen. Ze ziet het gebeuren en merkt, dat ik niet van plan ben om te gaan douchen. Ik vertel haar, dat manlief eraan komt en dat het kaartje voor hem is. Ze is boos. ‘Ik ben hier eerder. Hij wacht maar. Ik ben zo klaar.’ Eigenlijk heeft ze natuurlijk gelijk. Met tegenzin sta ik mijn douchekaartje af. Maar ik zie manlief nog niet in de damesruimte op een douchekaartje wachten. Hij vist dus achter het net. Ook hij moet zich in de invalidenruimte wassen.

Dit verhaal krijgt een vervolg als manlief en ik ’s avonds de afwas doen in de doorloopgang. De echtgenoot van vinnige tante staat met twee nieuwkomers te praten. Die willen uitleg over het douchen. Hij drukt ze op het hart de kaartjes terug te zetten; ‘Vanmorgen was hier een vrouw die lekker had gedoucht en het kaartje meenam naar haar caravan voor haar man. Ja, zulke mensen zijn hier ook.’ Mijn mond valt open. Het is goed dat manlief bij me is, want die is van het zwijgen. Ik zou hem willen vragen of zijn vrouw wel eens aan een leugendetector heeft gelegen. Wat een kwaadaardige roddeltante. Ik neem me voor om uitleg te vragen als ik haar tegen kom. Gelukkig voor haar hebben we het stel niet meer terug gezien. Ze zijn blijkbaar de volgende ochtend vertrokken. Met hen vertrekken er meer campinggasten en staan er op maandag vijf kaartjes in het bakje. We kunnen weer lekker douchen.

woensdag 1 juli 2015

Wat muziek met een mens doet.

Wat is het heet vandaag. De mezen vallen van de daken. (mussen hebben we helaas niet meer) en eigenlijk is het verstandig om gewoon in huis bezigheden te zoeken. Manlief is vrij en we gaan toch op pad. In Heiloo is het namelijk jaarmarkt. Niet bepaald iets om met deze temperaturen naar toe te gaan, maar deze jaarmarkt wordt elk jaar opgevrolijkt door twee concerten in twee kerken. En die zijn het waard om zelfs in deze hitte naar toe te fietsen.



'Sonore' treedt op. Het muziekensemble bestaat uit een organist, Dub de Vries, een pianist, Arie Horst en daaromheen andere musici. Ze spelen licht klassieke muziek en andere herkenbare melodieën die goed in het gehoor liggen. Toen ik een paar jaar geleden voor het eerst ging luisteren, speelde er een violiste mee, Sandra Strausa. Ze wist me met haar spel te raken. Ademloos heb ik zitten luisteren. Een jaar later was ik er weer. Nu was er ook een jongetje van een jaar of twaalf bij, een wonderkind op de piano. Wat kon dat manneke spelen. Later heb ik niet meer over hen gehoord, dus of hij met het ouder worden de kont tegen de krib heeft gegooid ....
De laatste paar jaar hebben zich een panfluitiste, Thera de Zwart, en een sopraan, Annika Glimmerveen, bij de organist en de pianist gevoegd. Met hun mooie zang en spel is het vandaag weer een uurtje genieten geworden. 
Ze spelen onder andere 'Elvira Madigan' van W.A. Mozart. Plotseling zit ik in het verleden en draai op mijn zolderkamer de LP 'James Last in Concert' waar dit stuk ook op te horen is. James Last deed op die LP hetzelfde wat Sonore vandaag doet: klassieke muziek genietbaar maken voor een groot publiek. Wat was die plaat mooi. Het laatste nummer, 'Ballet Music'van (Prince Igor), was helemaal een tranentrekker voor me. Erna, de Schotse Collie die we toen hadden, was ziek en moest uit haar lijden verlost worden. Dat gebeurde in die tijd gewoon in het slachthuis. De slager nam het beestje mee toen hij een koe ging slachten. Erna was de lieveling van ons allemaal. Mijn ma stond te huilen toen ze naar de slager werd gebracht. Ik ging naar mijn zolderkamer en legde James last op mijn platenspeler. Het laatste nummer was 'Ballet Music'. Ik hoorde de muziek en toen zag ik in mijn verbeelding Erna, dravend over de vlakte met een hele meute andere honden. Ze zag er heel blij uit. Voor mijn gevoel was ze opgenomen in een hondenparadijs.
Dat is wat muziek met een mens doet: je zit op een bloedhete dag met je lichaam in een kerk en in je hoofd beland je in een heel ver verleden, in zoiets als een hondenhemel. Blijkbaar roept muziek herinneringen uit een ver verleden op.



Maar nu nog even over Sonore: ze zijn elk jaar tegen de tijd dat de zomervakantie begint, te horen tijdens de jaarmarkt in Heiloo. Ik verheug me alweer op de vakantie. Op heel veel plekken zijn er dit soort marktconcerten. Ik herinner me Winterswijk, Elburg, Doetinchem en Egmond. Het zijn krenten in de vakantiepap. In Egmond beleefden we een aantal jaar geleden een orgelconcert met jazzmuzikant. Wat een verrassing was het om zulke swingende muziek te horen. Ik ben benieuwd wat we deze zomer mee gaan maken.